nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is gebleken
een aantal onderdelen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en
de wet van 14 februari 2009 tot wijziging van de Wet basisregistraties
adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige
technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen
en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan
de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke
voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen) (Stb. 110) nader
in overeenstemming te brengen met de richtlijn nr. 2006/123/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende
diensten op de interne markt (PbEU L 376) en de richtlijn nr. 2007/2/EG van
het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 maart 2007
tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap
(Inspire) (PbEU L 108);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet basisregistraties adressen en gebouwen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 32, tweede lid, vervalt «, eerste en tweede lid,»
en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van de zin door een komma,
het volgende toegevoegd: met dien verstande dat:
a. voor zover aan een bestuursorgaan of andere afnemer inzage in
de adressenregistratie of de gebouwenregistratie dan wel in de landelijke
voorziening wordt verleend met behulp van zoekdiensten, uitsluitend de gronden, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid,
onderdeel a, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur
van overeenkomstige toepassing zijn;
b. voor zover aan een bestuursorgaan met het oog op het vervullen
van een publiekrechtelijke taak die van invloed kan zijn op het milieu inzage
in de adressenregistratie of de gebouwenregistratie dan wel in de landelijke
voorziening wordt verleend met behulp van raadpleegdiensten, of aan dat bestuursorgaan
met het oog op het vervullen van die taak uit de adressenregistratie of de
gebouwenregistratie dan wel uit de landelijke voorziening gegevens worden
verstrekt, uitsluitend de gronden, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel
b, tweede lid, onderdelen a en c, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet
openbaarheid van bestuur van overeenkomstige toepassing zijn.
B
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «alsmede de juistheid, volledigheid
en actualiteit van de in de registraties opgenomen gegevens» en wordt «een
van de krachtens het tweede lid aangewezen bedrijven» vervangen door:
een bedrijf dat voldoet aan de eisen, bedoeld in het vierde lid, onderdeel
c.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde
lid tot tweede en derde lid.
3. In het tweede lid (nieuw), eerste volzin, vervalt: de bij algemene
maatregel van bestuur aan te wijzen onderdelen van.
4. Het tweede lid (nieuw), tweede volzin, komt te luiden: Onze Minister
maakt deze controleresultaten openbaar door terinzagelegging daarvan bij het
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
5. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven omtrent
de elementen van de controle, bedoeld in het eerste lid.
6. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij ministeriële regeling:
a. worden regels gegeven omtrent de wijze van uitvoering van de controle,
bedoeld in het eerste lid;
b. wordt bepaald welke kosten van die controle aan de betrokken gemeente
worden vergoed;
c. worden eisen gesteld aan de bedrijven die in aanmerking komen
om die controle te verrichten, en
d. kunnen eisen worden gesteld omtrent de uitvoering van de verplichting,
bedoeld in het tweede lid, eerste volzin.
C
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, eerste volzin, komt te luiden:
Indien uit de controle, bedoeld in artikel 42, eerste lid, blijkt dat
niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze wet bepaalde, dragen burgemeester
en wethouders er zorg voor om daaraan alsnog te voldoen en laten zij binnen
een jaar een hernieuwde controle uitvoeren op die onderdelen die bij de eerste
controle niet voldeden.
2. In het eerste lid, tweede volzin, wordt «derde» vervangen
door: tweede.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Bij ministeriële regeling worden regels gegeven omtrent de
wijze van uitvoering van de hernieuwde controle, bedoeld in het eerste lid.
D
In artikel 44 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1.»
voor het eerste lid en wordt «De krachtens artikel 42, tweede lid, aangewezen
bedrijven» vervangen door: De bedrijven die voldoen aan de eisen, bedoeld
in artikel 42, vierde lid, onderdeel c,.
ARTIKEL II
Artikel I, onderdelen U, V en W, van de wet van 14 februari 2009
tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet
(aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet
basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in
verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare
registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties
adressen en gebouwen) (Stb. 110) vervalt.
ARTIKEL III
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit
te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering daarvan de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,