32 293 Aardbeving in Haïti

Nr. 20 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2018

Gezien enkele recente uitlatingen door Oxfam Novib en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de betrokkenheid van de Algemene Rekenkamer bij het onderzoek in Haïti, informeren wij u over de gang van zaken rond ons destijds uitgevoerde onderzoek naar de verantwoording van de hulpgelden voor Haïti in 2012 (Kamerstuk 32 293, nr. 17).

Samenvattende conclusie

De Algemene Rekenkamer heeft zich in 2012 actief ingezet om meer inzicht te krijgen in de vraag of Nederlands hulpgeld voor Haïti voor oneigenlijke doeleinden was gebruikt. Dat heeft in april en mei 2012 via Oxfam Novib tot aanvullende informatie geleid van Oxfam Great Britain (Oxfam GB) inzake (de gevolgen van) misdragingen van personeel. Wij hebben indertijd de conclusie getrokken dat er geen sprake was van fraude met Nederlands hulpgeld. Deze conclusie staat nog steeds. Verder constateren wij evenwel dat de Algemene Rekenkamer indertijd niet volledig is geïnformeerd over de misdragingen bij Oxfam GB in Haïti.

Feitenrelaas

Na de aardbeving van 2010 in Haïti heeft de Nederlandse overheid € 41,7 miljoen beschikbaar gesteld voor hulp aan Haïti, via de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), aanvullend op de particuliere giften van ruim € 71 miljoen aan SHO. In een gezamenlijke persverklaring met de SHO heeft de Algemene Rekenkamer op 21 januari 2010 laten weten dat ze ging samenwerken met de SHO en het Ministerie van Buitenlandse Zaken om de verantwoording van de hulpverlening en wederopbouw inzichtelijker te maken.

We besloten dit onderwerp vier jaar lang te onderzoeken en er diverse keren over te rapporteren aan de Tweede Kamer. In de bestedingen van het hulpgeld in Haïti kon de rijkssubsidie van € 41,7 miljoen niet worden onderscheiden van de privaat gedoneerde euro’s. Dat was de reden dat ons onderzoek zich uitstrekte tot transparantie over alle bijdragen van de SHO voor Haïti.

Om inzicht te krijgen in de succesfactoren van de hulpprogramma’s en de belemmerende factoren daarbij, brachten wij in het kader van ons onderzoek ook een werkbezoek aan Haïti. Tijdens dat werkbezoek van 9 tot 25 maart 2012 hebben we projecten bezocht en met medewerkers gesproken van Oxfam GB, Cordaid en Save the Children. In Haïti vernamen we van Oxfam-medewerkers dat Oxfam GB in augustus 2011 enkele medewerkers had ontslagen wegens misdragingen in Haïti, en dat de country director van Oxfam GB daarom ontslag had genomen. Oxfam GB had dit op 5 september 2011 zelf in een persbericht naar buiten gebracht, en daarin tevens verklaard dat er geen sprake was van fraude met geld van donoren.

Voor de Algemene Rekenkamer was de Britse organisatie Oxfam GB relevant omdat deze organisatie de besteding van de Oxfam Novib middelen in Haïti verzorgde. Oxfam GB financierde haar activiteiten in Haïti dus deels met geld van haar Nederlandse zusterorganisatie Oxfam Novib (SHO-deelnemer). Wij hebben daarom diverse malen navraag gedaan naar mogelijke fraude met de hulpgelden voor Haïti die door Nederland via de SHO waren besteed. Met het oog op de berichten over misstanden hebben wij toen Oxfam Novib om extra informatie gevraagd om vast te kunnen stellen of Nederlands hulpgeld werkelijk niet misbruikt of oneigenlijk gebruikt is in Haïti.

Na afloop van ons werkbezoek aan Haïti heeft op ons verzoek op 29 maart 2012 bestuurlijk overleg tussen de Algemene Rekenkamer en SHO plaatsgevonden waarbij is gesproken over zowel de seksuele misstanden als mogelijke fraude met Nederlands hulpgeld. Wij hebben toen over beide zaken aanvullende informatie opgevraagd. Wij hebben tevens op 3 april 2012 het Ministerie van Buitenlandse Zaken over beide zaken geïnformeerd.

Op 18 april 2012 ontvingen wij van Oxfam Novib een samenvattende, geanonimiseerde («edited to remove references to the individuals subject to the investigation») versie van het rapport van het onderzoek uit juli 2011 dat de interne auditafdeling en de HR afdeling van Oxfam GB (OGB) hadden uitgevoerd naar de beschuldigingen aan het adres van «various members of staff» van «sexual exploitation (use of prostitutes in OGB guest houses and sexual harassment of staf), fraud, negligence and nepotism» (Investigation Report, FRN5 -Haïti).

Dit rapport bevestigde ons beeld dat er misdragingen in Haïti hebben plaatsgevonden, dat Oxfam GB daar onderzoek naar had uitgevoerd, indertijd reeds disciplinaire maatregelen had getroffen en een persbericht daarover had uitgebracht.

Op 8 mei 2012 ontvingen wij van Oxfam Novib tevens het verslag van de accountantscontrole 2011 Haïti-aardbeving (Rapport d’audit financier du projet d’Oxfam GB HAI R03711) van Oxfam GB. Op ons aandringen bij Oxfam Novib had de externe accountant de reguliere werkzaamheden uitgebreid ten aanzien van de uitgaven van personeel beschuldigd van schendingen van de Oxfam GB Code of Conduct.

Op basis van het verslag van deze accountantscontrole 2011 constateerden wij dat in Haïti geen Nederlands hulpgeld was misbruikt of oneigenlijk gebruikt. Wij berichtten Oxfam Novib op 21 mei 2012 als volgt:

«Wij hebben van de inhoud van het rapport [bovengenoemd intern onderzoeksrapport] vanzelfsprekend met belangstelling kennisgenomen, evenals van de bevindingen van de externe accountant.

We stellen vast dat zowel het onderzoek van Oxfam Great Britain als de accountantscontrole geen aanwijzingen van fraude hebben vastgesteld. Daarmee beschouwen we deze zaak als afgehandeld en kunnen wij ons volledig richten op de verdere verbetering van de verantwoording van de hulpgelden.»

In april 2012 maakte SHO vervolgens ook in het eigen verslag publiek melding van ontslag van medewerkers wegens overtreding van de gedragscode.

Publicatie 1 november 2012

In onze publicatie Verantwoording van de hulpgelden 2011 voor Haïti (1 november 2012, Kamerstuk 32 293, nr. 16) hebben wij geen melding gemaakt van de misdragingen en daaruit volgende maatregelen door Oxfam GB, omdat Oxfam GB zelf disciplinaire maatregelen had genomen, dit indertijd publiek had gemaakt en er geen fraude was geconstateerd.

Recente ontwikkelingen

Op 13 februari jl. heeft Oxfam Novib een verklaring op haar website geplaatst naar aanleiding van recente mediaberichten in Groot-Brittannië. In deze verklaring is ook de betrokkenheid van de Algemene Rekenkamer ten aanzien van Haïti vermeld. Op 19 februari jl. is in Groot-Brittannië door Oxfam GB het oorspronkelijke onderzoeksrapport uit 2011 openbaar gemaakt. Oxfam Novib zag geen aanleiding ons daarover te berichten.

Vergelijking van het ons indertijd toegestuurde rapport en het nu openbaar gemaakte rapport leerde ons dat er in 2012 meer is weggelaten dan alleen referenties naar individuele personen, en dat alle publieke uitingen indertijd niet volledig recht deden aan de werkelijke gang van zaken. Daarom hebben wij onlangs Oxfam Novib gevraagd waarom er in 2012 voor is gekozen ons een onvolledige versie van het onderzoeksrapport van Oxfam GB te geven. Oxfam Novib heeft ons laten weten dat zij in 2012 de versie naar ons heeft doorgestuurd zoals zij die van Oxfam GB heeft ontvangen.

Wij constateren nu dat wij indertijd niet over de volledige informatie beschikten, met name waar het ging om de rol en betrokkenheid van de landendirecteur. Hierdoor zijn wij niet in de gelegenheid gesteld om de werkelijke situatie te beoordelen.

Onze betrokkenheid bij dit onderzoek was gericht op transparantie en meer inzicht in de verantwoording over de besteding van Nederlandse hulpgelden. Achteraf moeten we vaststellen dat we dat op één onderdeel, namelijk de misdragingen, niet voldoende hebben kunnen waarmaken.

De Algemene Rekenkamer betreurt indertijd niet te hebben beschikt over het volledige interne rapport van Oxfam GB, waar wij zelf geen onderzoeksbevoegdheid hebben. Desalniettemin blijft ook met de informatie uit dit recent gepubliceerde rapport onze conclusie staan dat er geen Nederlands hulpgeld is misbruikt of oneigenlijk gebruikt.

Algemene Rekenkamer

drs. A.P. (Arno) Visser, president

drs. C. (Cornelis) van der Werf, secretaris

Naar boven