32 291 Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 12 december 2011

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende nadere opmerkingen en het stellen van de volgende nadere vragen.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van de antwoorden van de regering en willen naar aanleiding van deze antwoorden nog enkele vragen stellen.

De regering geeft aan te verwachten dat het wetsvoorstel bijdraagt aan een betere en goedkopere schuldhulpverlening. Naar haar mening is er nog volop ruimte om de gemeentelijke schuldhulpverlening effectiever te maken, onder andere door meer integraal te werken, aanpassing van werkprocessen en door beroep te doen op de zelfredzaamheid van mensen. Deze reactie is naar de mening van de leden van de fractie van de PvdA weinig overtuigend. Waaruit blijkt dat gemeenten de schuldhulpverlening niet effectief uitvoeren? Graag ontvangen de leden van de fractie van de PvdA een cijfermatige onderbouwing van de verwachtingen van de regering. En graag vernemen ze van de regering hoe de financiële ruimte voor de gemeentelijke schuldhulpverlening is afgestemd met de gemeenten.

In de beantwoording van de vragen betreffende de beleidsinstrumenten die worden ingezet om te voorkomen dat mensen in een onwenselijke schuldsituatie geraken, geeft de regering een aantal voorbeelden van landelijk beleid gericht op het voorkomen van problematische schulden. Het valt de leden van de fractie van de PvdA op dat de regering vooral strengere regels, betere communicatie en meer informatie benadrukt. Waarop baseert zij het vertrouwen dat hiermee de schuldhulpverlening effectiever aangepakt wordt? Waar de regering aan voorbijgaat is dat de gemakzucht en het onrealistisch optimisme van burgers door de financiële sector wordt uitgebuit. Welke maatregelen neemt de regering om deze uitbuiting te beperken? Ondersteunt de regering de ontwikkeling van een standaard basisproductenpakket van hypotheken, spaarrekening en betaalrekening? Zo ja, welke acties onderneemt de regering om dit te realiseren? Zo nee, waarom niet?

Zoals de leden van de fractie van de PvdA in het voorlopig verslag hebben aangegeven, achten zij de lengte van de doorlooptijden van cruciaal belang voor het succes en falen van schuldhulpverleningstrajecten. De staatssecretaris geeft in de memorie van antwoord aan dat de regering in het kader van haar systeemverantwoordelijkheid periodiek onderzoek zal uitvoeren, maar is van mening dat de doorlooptijd daar niet bij hoort. Vindt de staatssecretaris het dan niet tot zijn verantwoordelijkheden behoren om als beleidsmaker dergelijke gevolgen van zijn beleid te monitoren? Daar komt bij dat deze gegevens eenvoudig opvraagbaar zijn bij gemeenten.

De leden van de commissie zien de beantwoording – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Sylvester

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Kneppers-Heijnert (VVD), Terpstra (CDA), Noten (PvdA), Sylvester (PvdA) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Elzinga (SP), Koffeman (PvdD), Strik (GL), Flierman (CDA), Hoekstra (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), De Lange (OSF), Sent (PvdA), Postema (PvdA), Klever (PVV) (vice-voorzitter), Van Dijk (PVV). Reynaers (PVV), Ester (CU), De Grave (VVD), Van Rey (VVD) en Beckers (VVD).

Naar boven