Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 februari 2024
Hierbij informeer ik uw Kamer over de pas op de plaats die ik maak bij de invoering
van het intramusculair toedieningsbeleid («prikken») van vitamine K bij pasgeborenen.
Op 7 juli 2023 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de beoogde startdatum van 1 januari
2025 (Kamerstuk 32 279, nr. 240). Recent heeft de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) aangegeven
haar steun voor de intramusculaire toediening van vitamine K in te trekken. Ik betreur
dat hiermee vooralsnog de kans om het vitamine K-profylaxe beleid te verbeteren vertraagt.
Na overleg met betrokken organisaties in de geboortezorg ben ik tot de conclusie gekomen
dat een update van het Gezondheidsraadadvies uit 2017 noodzakelijk is. Ik ben voornemens
om de Gezondheidsraad deze update van het advies uit 2017 te vragen.
Historie
Op 10 juni 20211 informeerde mijn ambtsvoorganger uw Kamer over de invoering van het nieuwe toedieningsbeleid
voor vitamine K bij pasgeborenen naar aanleiding van een advies van de Gezondheidsraad
van 11 april 2017, een nadere beleidsvormingsanalyse en een samen met geboortezorgpartijen
afgestemd implementatieplan door het RIVM. Uit het advies van de Gezondheidsraad bleek
dat het huidige toedieningsbeleid niet het beoogde effect heeft bij borstgevoede zuigelingen
met een verstoorde vetopname. Zij nemen vitamine K minder goed op en hebben een grotere
kans dat een tekort ontstaat. Een tekort aan vitamine K bij pasgeborenen kan leiden
tot ernstige (hersen)bloedingen. De Gezondheidsraad adviseerde daarom om over te gaan
op een andere toedieningsvorm, namelijk door middel van een éénmalige intramusculaire
injectie direct na de geboorte.
Deze toedieningsvorm is effectiever en beschermt beter (twee tot vijf late vitamine
K bloedingen per jaar kunnen hiermee worden voorkomen). Voor baby’s van ouders die
een injectie niet willen, is er een orale optie van drie maal twee milligram vitamine
K (bij de geboorte, na vier tot zes dagen en na vier tot zes weken). In overleg met
beroepsgroepen werd besloten tot een uniform nieuw toedieningsbeleid voor alle pasgeborenen.
De beoogde startdatum van 1 januari 2025 zou genoeg tijd geven om de randvoorwaarden
voor een succesvolle invoering (scholing voor professionals, counseling voor ouders,
financiering, registratie en monitoring) te realiseren.
Standpunt KNOV
Op 16 januari 2024 informeerde de KNOV mij dat zij niet langer achter het beleid kunnen
staan om pasgeborenen te gaan injecteren met vitamine K, maar wel willen werken aan
een verbetering van de huidige orale toediening. Een van de overwegingen is dat de
injectie in strijd is met het «do not harm principe» (veel kinderen worden onnodig
geprikt) en dat de benodigde middelen en tijd beter in andere zorg gestopt kan worden.
Deze stap van de KNOV noodzaakt het maken van een pas op de plaats. Verloskundigen
zijn als partij noodzakelijk voor de invoering van het nieuwe beleid. Verloskundigen
lichten de aanstaande ouders namelijk voor over vitamine K-profylaxe, en bij bevallingen
onder verloskundig toezicht dienen zij de injectie of de eerste orale dosis toe.
Vervolgstappen
Gezien het standpunt van de KNOV acht ik het niet langer haalbaar om het nieuwe toedieningsbeleid,
gebaseerd op het advies van de Gezondheidsraad in te voeren. De datum 1 januari 2025
als startmoment komt daarmee ook te vervallen.
Ik zal de Gezondheidsraad verzoeken het advies te actualiseren en om enkele alternatieven
te geven waarbij in wordt gegaan op de gezondheidswinst gegeven de context van uitvoeringsproblemen
met bijbehorend afbreukrisico en prikbereidheid onder ouders. Voorts heb ik met geboortezorgpartijen
afgesproken om in te zetten op het optimaliseren van de huidige orale toediening vitamine
K via druppeltjes en op het verbeteren van registratie en monitoring van de toediening
van vitamine K.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen