32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte

Nr. 216 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2021

Samen met de geboortezorgpartijen werk ik aan een versnellingsaanpak voor integrale geboortezorg om de kwaliteit en samenwerking in de zorg voor moeder en kind verder te verbeteren en daarmee de perinatale sterfte en morbiditeit verder terug te dringen. Aanleiding is de geconstateerde stagnatie in de daling van de perinatale sterftecijfers en de recente lichte stijging van het sterftecijfer in 2019. Hierop is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd onderzoek te doen naar de verbetermogelijkheden van de geboortezorg in het verder terugdringen van de perinatale sterfte. De uitkomst is opgeschreven in het rapport «Beter weten: een beter begin» dat in september 2020 gepubliceerd is1. De aanbevelingen vragen om een geïntensiveerde gezamenlijke aanpak met alle partijen in de geboortezorg.

Een bekostiging die past bij integrale geboortezorg is een belangrijk element in deze aanpak die nu met partijen wordt vormgegeven. In dat licht zijn eerder twee trajecten gestart, waarover uw Kamer in de brieven van 7 december 20202 en van 26 januari 20213 is geïnformeerd. Ik doel hiermee op het faciliteren van geboortezorgpartijen om tot een breder gedragen stip op de horizon te komen en het «spoorboekje» waarin uitvoeringsvraagstukken in de integrale bekostiging in kaart zijn gebracht. Ik ben verheugd u te melden dat recent de rapportages van beide trajecten zijn verschenen, die ik hierbij ook aan uw Kamer doe toekomen4. Partijen uit de geboortezorg die betrokken zijn geweest bij één of beide trajecten wil ik bedanken voor hun inzet. Ik zal in deze brief kort ingaan op het vervolg nu de beide rapportages zijn verschenen. Tevens informeer ik u in deze brief over de aankomende duiding van nieuwe perinatale sterftecijfers.

Voorstel voor een «stip op de horizon voor de geboortezorg»

In de brief van december vorig jaar gaf toenmalig Minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) aan dat partijen met elkaar in gesprek willen om te proberen meer overeenstemming te bereiken over de te zetten stip op de horizon betreffende de bekostiging voor integrale geboortezorg. Toenmalig Minister voor MZS is graag bereid geweest dit gesprek te faciliteren en onder begeleiding van een onafhankelijke derde hebben de Patiëntenfederatie, de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) en BO geboortezorg afgelopen maanden een intensief traject met elkaar doorlopen. Het resultaat is weergegeven in het rapport «Stip op de horizon voor de geboortezorg» dat uitgangspunten biedt, zoals de zwangere vrouw en het zwangerschapsproces vooropzetten, brede samenwerking en openheid en transparantie over kwaliteit en uitkomsten. Partijen zijn het met elkaar eens dat een bekostiging hieraan ondersteunend moet zijn.

Spoorboekje integrale bekostiging geboortezorg

In het bekostigingsadvies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) van 20205 wordt een aantal uitvoeringsvraagstukken omtrent de experiment beleidsregel integrale geboortezorg benoemd die nadere uitwerking vragen. Toenmalig Minister voor MZS heeft een onderzoeksbureau opdracht gegeven om het zogenoemde «spoorboekje» dat dit in kaart brengt, op te zetten met partijen. Hieruit wordt duidelijk dat de meest prominente uitvoeringsvraagstukken voor de integrale geboortezorg organisaties (IGO’s) gaan over administratieve lasten en het herverdelen van de integraal ontvangen middelen tussen de zorgaanbieders binnen de IGO’s. Digitale gegevensuitwisseling en datagebruik vormen de rode draad in de oplossingsrichtingen. Benodigde acties op deze thema’s met bijbehorende tijdlijn zijn in de rapportage opgenomen.

Vervolg

Tijdens het VAO geboortezorg van 25 februari jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 59, item 14) is een motie6 aangenomen die toeziet op de verlenging van het experiment met de bekostiging voor de integrale geboortezorg. Per brief van 1 juli 20217 is uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering hiervan. Gezien de verlenging van het huidige experiment met een jaar (tot 2023), vraagt dat eind dit jaar/begin volgend jaar opnieuw de aandacht voor besluitvorming over het vervolg.

Beide rapportages bieden waardevolle input om vervolgstappen te kunnen zetten in de doorontwikkeling van een passende bekostiging van integrale geboortezorg. Het is nu van belang om die input bij elkaar te brengen, te kijken naar de gezamenlijke lessen en uitgangspunten en van daaruit te komen tot een aanpak voor een beter passende bekostiging die integrale geboortezorg en dus samenwerking in de keten faciliteert en stimuleert. Samen met de NZa en de geboortezorgpartijen ga ik hiermee aan de slag. Ik vraag van eenieder om in dit proces zijn/haar rol te pakken, verantwoordelijkheid te nemen en constructief met elkaar te werken. Mijn inzet is erop gericht om samen tot een breed gedragen aanpak te komen. Besluitvorming is aan het nieuwe kabinet.

Publicatie perinatale sterftecijfers

Tot slot wil ik uw Kamer ervan op de hoogte brengen dat via www.peristat.nl de recente cijfers over de geboortezorg te vinden zijn, waaronder het perinatale sterftecijfer. Aan de duiding van deze cijfers wordt op dit moment door Perined, samen met de veldpartijen, gewerkt. Ik zal u hierover later dit jaar informeren.

De Minister van Volksgeondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 32 279, nr. 203

X Noot
2

Kamerstuk 32 279, nr. 206

X Noot
3

Kamerstuk 32 279, nr. 208

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 32 279, nr. 203

X Noot
6

Kamerstuk 29 323, nr. 151

X Noot
7

Kamerstuk 29 323, nr. 162

Naar boven