Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2011
Hierbij bied ik u de eindrapportage Arbeidscapaciteit Kraamzorg 2008–20101 aan die mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd in onder andere de antwoorden op de kamervragen van het kamerlid Arib van 30 september
2010 (Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 316).
In de zomer van 2008 ontstond in Nederland een ernstig kraamzorgtekort. Betrokken partijen hebben naar aanleiding daarvan
samen met mijn ministerie een driejarenplan ontwikkeld om het tekort structureel op te lossen. Er zijn naar aanleiding van
dit plan onder andere extra middelen beschikbaar gekomen om extra kraamverzorgenden versneld op te leiden, er zijn extra maatregelen
genomen om de bestaande capaciteit efficiënter in te zetten, er zijn activiteiten in gang gezet om het imago van kraamverzorgenden
te verbeteren en er is ingezet op het verhogen van de deeltijdfactor.
De kraamzorgsector heeft gezamenlijk erg hard gewerkt om het tekort aan kraamverzorgenden terug te dringen. In 2009 zijn er
1314 leerlingen gestart met de verkorte opleiding voor kraamverzorgende. De verzekeraars geven aan dat er uiteindelijk 1085 diploma’s
zijn afgegeven. In de regio’s waar nu nog problemen zijn, zetten de aanbieders het verkort opleiden van kraamverzorgenden
waar mogelijk door.
Om de problematiek van de zomer van 2008 in de toekomst te voorkomen zijn er daarnaast aandachtspunten voor de lange termijn
aan te wijzen. Onder andere een landelijke registratie van kraamzorgaanbieders en kraamverzorgenden die meer inzicht geeft
in de verhouding tussen vraag en aanbod van kraamzorg in Nederland. Mijn ambtenaren zijn met partijen in gesprek om een dergelijke
landelijke registratie op te zetten. Maar ook het imago, de algemene aantrekkelijkheid van het beroep van de kraamverzorgende,
aandacht vanuit ROC’s voor het opleiden van kraamverzorgenden zijn aandachtspunten voor de toekomst van de kraamzorg. Ik verwacht
dat de kraamzorgpartijen daarop blijven inzetten.
Ik ben erg tevreden over de samenwerking en dialoog die is ontstaan in het kraamzorgveld. Om aan de zorgvraag te kunnen blijven
voldoen is de beschikbaarheid van voldoende en gekwalificeerd zorgpersoneel een blijvend aandachtspunt. Het is daarom essentieel
dat de kraamzorgaanbieders, naast het blijven investeren in de opleiding, blijven innoveren in nieuwe zorgconcepten zoals
bijvoorbeeld geboortecentra.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers