32 264 Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de instelling van de kansspelautoriteit

I VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 augustus 2015

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie1 heeft in haar vergadering van 9 september 2014 kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 11 juli 2014 ter aanbieding van de beleidsvisie herinrichting speelcasinoregime2.

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 30 september 2014 een brief gestuurd.

De Staatssecretaris heeft op 25 augustus 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Den Haag, 30 september 2014

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft in haar vergadering van 9 september 2014 kennisgenomen van uw brief d.d. 11 juli 2014 ter aanbieding van de beleidsvisie herinrichting speelcasinoregime3. Zij heeft op basis daarvan toezegging T01450, door u gedaan op 20 december 2011 in het kader van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot instelling van de kansspelautoriteit (32 264), als voldaan aangemerkt.

U hebt op 20 december 2011 voorts toegezegd dat de vergunningverlening en het toezicht onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd bij de nieuw in te stellen kansspelautoriteit en dat dit ook in bindende beleidsregels wordt opgenomen (T01446), alsmede dat de effecten van de kabinetsplannen op de bestemmingsheffing voor verschillende loterijen gemonitord worden, waarbij zo nodig een tussentijdse aanpassing wordt gemaakt (T01451). Per brief van 25 april 2014 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens u, gereageerd op een overzicht van toezeggingen waarvan de termijn was verstreken.4 Ten aanzien van T01446 en T01451 schrijft hij: «Uiterlijk 1 juli 2014 zijn nieuwe beleidsregels voor de vergunningverlening aan de loterijen beschikbaar. Daarbij zal tevens worden ingegaan op het effect van de kansspelheffing voor loterijen. De Eerste Kamer wordt kort na 1 juli geïnformeerd over functiescheiding binnen de KSA» (p. 10). Uw schrijven van 11 juli 2014 lijkt uitsluitend uitvoering te geven aan T01450. Om deze reden heeft de commissie de status van T01446 en T01451, in afwachting van de nog te ontvangen informatie, ongewijzigd gelaten.

De commissie verneemt graag binnen vier weken wanneer zij deze informatie kan verwachten.

De voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie, A.W. Duthler

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 augustus 2015

Bij brief van 30 september jl. (kenmerk 155540.01u) heeft u mij om nadere informatie verzocht met betrekking tot de toezeggingen over de onafhankelijke uitvoering van vergunningverlening en toezicht door de Kansspelautoriteit (T01446) en het effect van de kansspelheffing op de loterijen (T01451) die zijn gedaan bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot instelling van de Kansspelautoriteit (32 264). Ten eerste bied ik u mijn verontschuldiging aan voor het feit dat ik eerst nu op uw brief reageer. In deze brief treft u de gevraagde informatie aan. Tevens ga ik in deze brief nader in op een toezegging over de publicatie van sanctiebesluiten door de kansspelautoriteit (T01448).

Met betrekking tot de toezegging over de onafhankelijke uitvoering van vergunningverlening en toezicht door de Kansspelautoriteit T01446) bericht ik u het volgende. Om te waarborgen dat de vergunningverlening en het toezicht bij de Kansspelautoriteit onafhankelijk van elkaar worden uitgeoefend, zijn verschillende maatregelen getroffen. De organisatiestructuur waarborgt de functiescheiding. Zo zijn de wettelijke taken vergunningverlening en toezicht bij twee verschillende afdelingen ondergebracht. Dit is vastgelegd in het besluit Organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Kansspelautoriteit 2014 (Staatscourant 2014, nr. 21459). Ook komt de functiescheiding tot uiting in het formatieplan van de Kansspelautoriteit. Gelet op deze waarborgen acht ik het bij nader inzien overbodig om de functiescheiding daarnaast te verankeren in bindende beleidsregels.

Met betrekking tot de toezegging over het effect van de kansspelheffing op de loterijen (T01451) bericht ik u het volgende. Sinds de instelling van de Kansspelautoriteit is de omzet bij de Nationale Postcode Loterij gestegen. De omzet van de BankGiro Loterij en Vriendenloterij zijn min of meer stabiel gebleven. De omzet van de Staatsloterij is sinds de instelling van de Kansspelautoriteit gedaald. Deze daling was reeds in 2010 ingezet. De omzet van De Lotto fluctueert, in 2013 was er een lagere omzet dan in 2012. Daar staat tegenover dat de omzet in 2014 een stijging laat zien. Er is op basis van deze gegevens geen reden om een causaal verband te veronderstellen tussen de heffing en de stijging of daling van de omzet bij een loterij.

Met betrekking tot de toezegging T01448 dat sanctiebesluiten zullen worden gepubliceerd, kan ik u meedelen dat de Kansspelautoriteit daartoe is overgegaan. Een overzicht van alle door de Kansspelautoriteit genomen sanctiebesluiten is te vinden op de website kansspelautoriteit.nl, onder «Besluiten».

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Samenstelling: Broekers-Knol (VVD), Kox (SP), Engels (D66), Nagel (50PLUS), Ruers (SP), Van Bijsterveld (CDA) (vicevoorzitter), Duthler (VVD) (voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Schaap (VVD), Strik (GL), Backer (D66), Knip (VVD), Barth (PvdA), Beuving (PvdA), Hoekstra (CDA), Popken (PVV), Schouwenaar (VVD), Schrijver (PvdA), Bikker (CU), Bredenoord (D66), Van Dijk (SGP), Markuszower (PVV), Van Rij (CDA), Rombouts (CDA), Van Weerdenburg (PVV), Wezel (SP)

X Noot
2

Kamerstukken I 2013–2014, 32 264, F.

X Noot
3

Kamerstukken I 2013–2014, 32 264, F.

X Noot
4

Kamerstukken I 2013–2014, 33 750 VI, Q.

Naar boven