32 264 Wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de instelling van de kansspelautoriteit

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 januari 2011

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het in artikel I, onderdeel DD, opgenomen artikel 33e, tweede lid, wordt in de aanhef na «De heffing wordt» ingevoegd: over het kalenderjaar dan wel naar evenredigheid over het aantal maanden van het kalenderjaar waarin een verleende vergunning geldig is,.

B

Het in artikel I, onderdeel DD, opgenomen artikel 33f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt de zinsnede na de eerste komma, onder vervanging van die komma door een punt.

2. In het zesde lid wordt «het bestuur van «Rijksbelastingen» vervangen door: het bestuur van ’s Rijksbelastingen.

3. In het zevende lid wordt «Invorderingswet 1990en» vervangen door: Invorderingswet 1990 en.

C

Aan artikel III wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien deze wet op een andere datum in werking treedt dan op 1 januari, geldt het op het moment van inwerkingtreding resterende aantal maanden van het lopende kalenderjaar als de eerste periode waarover de kansspelheffing ingevolge artikel 33e van de Wet op de kansspelen naar evenredigheid zal worden geheven.

Toelichting

Met deze nota van wijziging worden in de voorgestelde artikelen 33e en 33f met betrekking tot de kansspelheffing enkele technische aanpassingen aangebracht ter verbetering en verduidelijking. Het betreft een verduidelijking van het tijdvak waarover de kansspelheffing wordt geheven (onderdeel A), een overgangsbepaling op dat punt (onderdeel C) en enkele verbeteringen van de bepalingen betreffende de overeenkomstige toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (onderdeel B).

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven