32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPSBELEID1

Vastgesteld 3 november 2010

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel en willen de behandeling daarvan aangrijpen om aandacht te vragen voor de positie van MBO-leerlingen.

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel waarmee de normbedragen in de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf) en in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos), voor de jaren 2011 en 2012 niet worden geïndexeerd. Daarnaast wordt met het voorstel de aanvullende beurs onder de prestatiebeurs gebracht na de eerste vijf maanden studiefinanciering in het hoger onderwijs. Deze leden hebben over het wetsvoorstel een aantal vragen.

2. Algemeen

In de memorie van toelichting worden de wijzigingen in het wetsvoorstel als crisismaatregelen gemotiveerd: ter oplossing van de begrotingsproblematiek als gevolg van de kredietcrisis. De leden van de SP-fractie betreuren het dat onderhavig wetsvoorstel voorvloeit uit de keuze van het vorige kabinet om studenten en ouders van jongeren uit minder draagkrachtige milieus te laten betalen voor een deel van het pakket crisismaatregelen. Deze leden vragen of de huidige regering hun mening deelt. Zo ja, ziet zij mogelijkheden (een deel van) de in onderhavig wetsvoorstel voorgenomen maatregelen langs andere weg op te lossen? Zo nee, kan de regering bij elk afzonderlijk onderdeel van onderhavig wetsvoorstel toelichten hoe de verhouding ligt tussen de – middels dit wetsvoorstel – gevraagde bijdrage aan de bezuinigingen en het aandeel van dezelfde getroffen groep aan het ontstaan, respectievelijk de omvang, van de economische crisis?

3. Aanvullende beurs

Kan de regering toelichten wat de gevolgen van de gelijktrekking van de termijnen van de aanvullende beurs aan de basisbeurs zijn voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, bij de omzetting van een gift in een lening? Deelt de regering de conclusie van de leden van de SP-fractie dat deze maatregel een nadeel inhoudt voor studenten uit de minder draagkrachtige milieus, namelijk dat zij eerder dan tot nu toe over continuering van hun studie(keuze) moeten besluiten? Zo ja, is de regering voornemens deze studenten hierin tijdig en voldoende te begeleiden?

Kan de regering tevens aan deze leden toelichten hoe tijdelijk de beperking van de uitgaven is ten gevolge van dit onderdeel van het wetsvoorstel? In de nota naar aanleiding van het verslag wordt vermeld dat na 2014 de besparing langzaam afneemt.2 In de tabel daalt de besparing van 50 miljoen in 2014 naar 35 miljoen in 2015. Kan de regering toelichten hoeveel de verwachte besparingen in de periode van 2016 tot 2020 per jaar zullen zijn?

4. Het niet indexeren van normbedragen

Wet studiefinanciering 2000

Kan de regering toelichten hoeveel het niet indexeren van de studiefinanciering in 2011–2012 voor de periode 2011–2016 jaarlijks zal opleveren? Het gaat naar de leden van de SP-fractie verwachten om bijzonder weinig vergeleken met de totale uitgaven voor het hoger onderwijs. Klopt dit? Hoeveel procent zou er – ter vergelijking – op managementfuncties in het hoger onderwijs gekort moeten worden om eenzelfde bezuiniging op te leveren? Acht de regering een dergelijke efficiëntiemaatregel niet wenselijker en beter haalbaar? Gaarne een toelichting.

Gelet op het feit dat de basisbeurs voor een uitwonende student ongeveer 265 euro per maand bedraagt, betekent het niet indexeren van deze basisbeurs dat een student na vier jaar meer dan één maand studiefinanciering zal mislopen ten gevolge van dit wetsvoorstel. Deelt de regering deze constatering met de leden van de SP-fractie? Heeft zij over de haalbaarheid respectievelijk de wenselijkheid van het bekorten van de studieduur met deze maand overleg gevoerd met de VSNU, de HBO-Raad en de studentenorganisaties? Zo ja, wat zijn de uitkomsten geweest van dit overleg?

Kan de regering garanderen dat door deze wijziging de kwaliteit van de diploma’s wel op peil blijft? Als er geen sprake kan zijn van studieduurverkorting, moeten studenten door deze maatregel noodgedwongen meer bijverdienen en hebben zij minder tijd om te studeren. Is er door de regering een inschatting gemaakt van de negatieve gevolgen hiervan, zoals vroegtijdige studiebeëindiging, langere studieduur et cetera? Kan er aan deze leden inzicht worden gegeven in de te verwachten gevolgen van de maatregel?

Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

MBO-leerlingen komen niet in aanmerking voor gratis schoolboeken, hebben geen recht op een OV-kaart en worden nu getroffen door het voorstel de Wtos niet te indexeren. Het MBO is voor een groot aantal leerlingen van belang omdat het enerzijds de onderwijsroute is om een startkwalificatie te behalen en anderzijds aansluiting biedt op het hoger onderwijs. Is de regering het met de leden van de PvdA-fractie eens dat het, onder meer in het kader van «Nederland kennisland», voor de hand zou liggen om deelname aan het MBO te stimuleren? Kan de regering aangeven welke visie zij heeft op het MBO? Overweegt zij maatregelen om MBO-leerlingen en hun ouders tegemoet te komen?

Vanaf 2010 is een deel van de Wtos in het kindgebondenbudget geïntegreerd. Het Wtos-bedrag dat in het kindgebondenbudget is opgenomen voor ouders van leerlingen op het voortgezet onderwijs en het MBO is gelijk. Voor ouders van leerlingen op het voortgezet onderwijs is er sindsdien door deze integratie en met de gratis schoolboeken geen Wtos meer. Voor ouders van MBO-leerlingen met een inkomen tot modaal niveau, bleef een deel van de Wtos wel bestaan, onder meer omdat MBO-leerlingen geen gratis schoolboeken krijgen. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel voor gratis schoolboeken heeft onder meer de SP-fractie gepleit voor gelijke behandeling van de 16- en 17-jarige MBO-leerlingen met leerlingen op het voortgezet onderwijs.3 Daarvoor was echter volgens de vorige regering niet voldoende geld beschikbaar. Leden van de SP-fractie constateren dat (ouders van) de 16- en 17-jarige MBO-leerlingen uit de minder draagkrachtige milieus nu echt de pineut zijn. Zij krijgen al geen gratis schoolboeken en nu wordt de Wtos-toelage, waarmee zij zelf die boeken moeten kopen, ook niet op peil gehouden. De kosten voor schoolboeken stegen sinds 2000 aanzienlijk en bovendien was de stijging groter dan de inflatie. Heeft de regering aanwijzingen dat de prijzen van schoolboeken voor MBO-leerlingen de komende jaren gelijk zullen blijven of dalen? Als dit laatste niet het geval is, dan is het risico op nadelige gevolgen voor juist deze jongeren groot. De WRR wees er al op dat een deel van deze jongeren uitvalt onder de last van de stapeling van problemen.4 Hoe gaat de regering de negatieve gevolgen van dit wetsvoorstel voor hen voorkomen? Het is toch een ongewenste situatie dat deze 16- of 17-jarigen de school gaan vermijden omdat zij de schoolboeken niet of nauwelijks kunnen kopen, en ouders dan mogelijk ook nog het risico lopen op intrekking van de kinderbijslag?5 Deelt de regering deze opvatting? Gaarne een toelichting.

De Eerste Kamer riep de regering met de Motie Linthorst c.s.6 – ingediend tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel gratis schoolboeken – op, de specifieke situatie van ouders met kinderen op het MBO nader te onderzoeken voor wat betreft de gelijkwaardigheid van de bijdrage aan studiekosten, in vergelijking met ouders met kinderen op ander voortgezet onderwijs. Bij gebleken ongerechtvaardigde verschillen werd de regering opgeroepen voorstellen te doen om deze op te heffen. In de reactie op genoemde motie antwoordde de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onder meer dat MBO-leerlingen die ver reizen tekort komen aan de Wtos, zeker als zij hogere andere schoolkosten hebben.7 Deze ongewenste en ongelijkwaardige situatie wordt met dit wetsvoorstel toch alleen maar verergerd, of zien de leden van de SP-fractie dit verkeerd? Gaarne een uitleg.

Tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer over onderhavig wetsvoorstel gaf de staatssecretaris aan dat de Wtos ook niet geïndexeerd wordt omdat het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de MBO-leerlingen onder de 18 jaar, evenals die boven de 18 jaar – namelijk via de Wsf – wil aanslaan. Kan de regering toelichten waarom de 16- en 17-jarige MBO-leerlingen hier niet met de 16- en 17-jarigen in het voortgezet onderwijs worden vergeleken, maar met 18 plussers?

Ontwerpbesluit

De leden van de SP-fractie hebben nog een vraag over het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit studiefinanciering 2000 en het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten voor 2011 en 2012, welke de staatssecretaris op 21 september jl. aan de Kamer zond. De vier weken van de voorhangprocedure zijn inmiddels verstreken. Kan de regering de stand van zaken met betrekking tot dit ontwerpbesluit toelichten? Deelt de regering de mening van deze leden dat artikel 11.1 van de Wsf en van de Wtos vóór artikel III.1 van het ontwerpbesluit gaan, en dat wanneer onderhavig wetsvoorstel niet voor 1 januari 2011 in werking is getreden, artikel III.1 van het ontwerpbesluit in strijd is met bovengenoemde wetten?

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,

Dölle

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,

De Boer


XNoot
1

Samenstelling: Schuurman (CU), Holdijk (SGP), Dölle (CDA) voorzitter, Dupuis (VVD), Linthorst (PvdA), Tan (PvdA) vicevoorzitter, Essers (CDA), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Leijnse (PvdA), Staal (D66), Thissen (GL), Hamel (PvdA), Goyert (CDA), Vac. (CDA), Leunissen (CDA), Asscher (VVD), Hermans (VVD), Schaap (VVD), Ten Horn (SP), Slager (SP), Vliegenthart (SP), De Boer (CU), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Laurier (GL), Koffeman (PvdD), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).

XNoot
2

Kamerstukken II 2009/10, 32 263, nr. 8, p. 4.

XNoot
3

Handelingen I 2007/08, 31 325, nr. 31, p. 1269.

XNoot
4

Rapport nr. 83 van de WRR, Vertrouwen in de school. Over de uitval van 'overbelaste' jongeren; AUP 2009.

XNoot
5

Zie Kamerstukken I 2008/09, 31 890, nr. A en Aanhangsel van de Handelingen II 2009/10, nr. 3121.

XNoot
6

Kamerstukken I 2007/08, 31 325, nr. F.

XNoot
7

Kamerstukken I 2007/08, 31 325, nr. G.

Naar boven