32 262
Instellen van de tijdelijke baten-lastendienst nieuwe VWA

nr. 2
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 18 februari 2010

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1, heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar aanleiding van de brief van 9 december 2009 inzake het instellen van de tijdelijke baten-lastendienst nieuwe VWA (Kamerstuk 32 262, nr. 1).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 februari 2010.

Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Dortmans

I VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van uw voornemen om met ingang van 1 januari 2010 over te gaan tot het instellen van de nieuwe VWA als tijdelijke baten-lastendienst. Dit leidt bij deze leden tot een aantal vragen- en opmerkingen.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het voornemen tot het instellen van de tijdelijke baten-lastendienst nieuwe VWA. Deze leden hebben hier nog wel enige vragen over en vragen de regering om inlichtingen ten aanzien van onder meer de gedeelde verantwoordelijkheid, onafhankelijkheid en de achterstanden bij de VWA.

De leden van de SP-fractie hebben met verdriet kennis genomen van het voornemen van de minister om een tijdelijke baten lasten dienst voor de Nieuwe VWA in te stellen. De leden benadrukken dat zij tegen de voorgenomen fusie blijven.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voornemen om een tijdelijke baten-lastendienst in te stellen voor de nieuwe VWA.

Ministeriële verantwoordelijkheid

Ten aanzien van de ministeriële verantwoordelijkheid geeft de regering aan dat de verantwoordelijkheid ten aanzien van de nieuwe VWA hetzelfde zal zijn als die voor de drie fuserende baten-lasten diensten. De leden van de CDA-fractie vragen waarom, gezien alle problemen bij individuele fusiepartners, hiervoor gekozen is. De passage onder het kopje «ministeriële verantwoordelijkheid» laat tal van deelverantwoordelijkheden zien, maar geen eindverantwoordelijke. En dat is naar mening van de leden van de CDA-fractie nu net de hoofdvraag. De leden van de CDA-fractie vragen of verduidelijkt kan worden wie de eindverantwoordelijke is.

De leden van de PvdA-fractie hechten groot belang aan de onafhankelijkheid van de VWA. Deze leden willen weten op welke wijze de onafhankelijkheid van de onderdelen binnen de nieuwe VWA, die de taken van de AID overnemen, wordt gegarandeerd. De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze het ministerie van Justitie betrokken wordt bij de aansturing van de Bijzondere Opsporingsdienst. Op welke wijze wordt het Openbaar Ministerie betrokken bij de aansturing van de Bijzondere Opsporingsdienst? Kunt u de leden van de PvdA-fractie concreet en meer in detail aangeven hoe de belangen van dierenwelzijn, volksgezondheid en voedselveiligheid geborgd worden in de nieuwe organisatie? Kunt u de leden van de PvdA-fractie aangeven hoe dit zichtbaar zal worden in de risicoanalyse, prioritering, programmering en dagelijkse praktijk van toezicht en handhaving? Kunt u deze leden aangeven langs welke uitgangspunten of principes de afweging zal plaatsvinden om al dan niet toezicht uit te oefenen dan wel te handhaven?

De leden van de SP-fractie hebben grote twijfels bij het ophangen van de nieuwe VWA onder het ministerie van LNV. De leden van de SP-fractie betwijfelen of de belangen van volksgezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid goed geborgd zijn. De leden van de SP-fractie vragen wat de argumenten zijn om de nieuwe VWA bij het ministerie van LNV onder te brengen? In hoeverre wordt de divisie dier van de nieuwe VWA, die de controle op veetransporten uitvoert, gestuurd door LNV, VWS, OM of Justitie, en in hoeverre opereert deze divisie onafhankelijk?

Deze leden vragen of de recente ervaringen betreffende de Q-koorts meegenomen zijn in die afwegingen. Zo nee, wanneer kunnen deze leden een heroverweging verwachten? Hoe ziet de afstemming tussen de ministeries er in de praktijk uit? De leden van de SP-fractie vragen welke lering u heeft getrokken uit de recente ervaringen met de Q-koorts voor de organisatorische indeling en ophanging van de nieuwe VWA?

Ervaring fusiepartners met baten-lastenstelsel

De leden van de CDA-fractie vinden het niet meer dan logisch dat de vernieuwing en fusie het mogelijk maakt om de opgedane «best practices» uit de drie diensten te kunnen bundelen en breder toe te kunnen passen. De leden van de CDA-fractie willen weten op welke wijze voorkomen wordt dat soortgelijke problemen als waar nu sprake van is bij de drie zelfstandige diensten, zich ook bij de nieuwe autoriteit zullen voordoen.

Aanvangsdoorlichting

De leden van de CDA-fractie vragen wat de definitie is van een «tijdelijke» baten- en lastendienst en van het begrip «volwaardige» baten- en lastendienst. Kan aan deze leden daaromtrent meer duidelijkheid worden verschaft? Over welke termijnen gaat het dan? Ook zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd wanneer de tijdelijkheid eindigt en binnen welke termijn gekomen moet worden tot een volwaardige dienst.

De leden van de VVD-fractie willen weten of de minister van Financiën nog aanvullende voorwaarden, anders dan in de brief vermeld, heeft verbonden aan hun instemming met het verlenen van de status van tijdelijke baten-lastendienst.

Instellingsvoorwaarden

Doelmatig werken

De regering stelt dat, om te kunnen voldoen aan de instellingsvoorwaarden, onder meer moet worden aangetoond dat de doelmatigheid wordt verbeterd. De leden van de CDA-fractie willen weten van welke doelmatigheidsindicatoren hier gebruik wordt gemaakt. Wanneer is er inzicht in de doelmatigheidsontwikkeling van de drie fuserende partijen afzonderlijk en op welke wijze worden deze vertaald/gebundeld in doelmatigheidsindicatoren voor de nieuwe VWA, zo willen de leden van de CDA-fractie weten. De regering stelt dat de belangrijkste efficiencyindicator de kostprijsontwikkeling is. Kan hier een nadere toelichting op worden gegeven? Verder zijn deze leden benieuwd wanneer het nieuwe kostprijsmodel gereed is.

De leden van de PvdA-fractie vragen op welke gronden de regering tot de verwachting komt dat kwaliteit zal verbeteren en de doelmatigheid vergroot zal worden. Deze leden willen weten hoe zal worden omgegaan met achterstanden op het terrein van onder andere administratie en ICT.

De leden van de SP-fractie vragen of de regering een beeld kan schetsen van het aandeel van alle ICT-kosten in de totale kosten van de huidige VWA over de afgelopen 5 jaren. Deze leden willen tevens weten welke functionaliteiten hier tegenover staan. Op welke wijze gaat de regering de achterstanden in ICT, communicatie en samenwerking in de huidige VWA wegnemen?

De leden van de SP-fractie vragen om een overzicht van wat de reorganisatie kost en wat deze oplevert.

De leden van de SP-fractie constateren dat werkgelegenheid op lokaal niveau verloren gaat. Kunt u deze leden aangeven hoeveel werkgelegenheid u verwacht te behouden in de regio’s? De leden van de SP-fractie stellen dat de vorige fusie tussen Keuringsdienst van Waren en de Rijksdienst voor keuring van vee en vlees volgens de commissies Hoekstra1 en Vanthemsche2 nog problemen geeft. De leden van de SP-fractie vragen welke bewijzen u heeft om aan te nemen dat de problemen bij de oude VWA zijn opgelost? De betrokken diensten hebben volgens de leden van de SP-fractie al te maken gehad met zoveel reorganisaties dat een volgende reorganisatie zijn doel voorbijschiet. Het doel van deze reorganisatie lijkt volgens deze leden niet zozeer om de kwaliteit te verbeteren maar lijkt eerder een bezuinigingsslag met als doel personeel en gebouwen af te stoten.

De leden van de SP-fractie constateren dat in de brief van de regering telkens over doelmatigheidsverbetering wordt gesproken in de zin van kostprijsontwikkeling. Volgens deze leden is er uiteraard niks mis met het streven naar kostenefficiënter werken, maar het doel van de broodnodige kwaliteitsverbetering is volgens deze leden volkomen ondergesneeuwd in de efficiencyslag en van bezuinigingsmaatregel. Daarom willen de leden van de SP-fractie de regering met klem vragen de kwaliteitsverbetering als hoofddoel te nemen en criteria (output en outcome) te formuleren die zien op de kwaliteit van het geleverde werk en niet op de kostenefficiency.

Het voornemen is de formatie van de nieuwe VWA terug te brengen van 2536 fte naar 2048 fte. De leden van de SP-fractie vragen of het al bekend is hoeveel van deze reductie bij het uitvoerende deel van de diensten terecht komt? De leden van de SP-fractie stellen dat, omdat de VWA nu al niet aan de taakstelling voldoet, er was afgesproken dat er een evaluatie van de toegevoegde waarde van de onderdelen van de toekomstige nieuwe VWA gemaakt zou worden voordat tot een echte fusie besloten zou worden. Deze leden willen weten wanneer de Kamer deze evaluatie kan ontvangen.

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat de regering stelt dat kwaliteit en kwaliteitswinst gelijk staat aan doelmatigheid, gezien de zin «Het bijeenbrengen van het toezicht levert daarnaast kwaliteitswinst op voor de stakeholders. Om deze effecten zichtbaar te maken worden doelmatigheidsindicatoren ontwikkeld». Klopt deze veronderstelling, zo willen deze leden weten. Zo ja, waarom? Zo nee, hoe definieert u de kwaliteit dan wel?

De leden van de SP-fractie of u kunt aangeven hoe de belangen van volksgezondheid, voedselveiligheid en dierenwelzijn in het nieuwe organisatorische model geborgd gaan worden, en hoe een en ander wordt vertaald in de dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld betreffende prioritering, planning en risico/analyse? Wat heeft de dierenarts op de werkvloer aan scholing hieromtrent tot zijn beschikking, zo vragen deze leden.

Tot slot vragen de leden van de SP-fractie of de regering kan aangeven langs welke uitgangspunten of principes de afweging zal plaatsvinden om al dan niet toezicht uit te oefenen dan wel te handhaven.

De leden van de VVD-fractie willen weten wanneer de doelmatigheidsindicatoren gereed zijn en bekend worden gemaakt. Kunnen deze gelijktijdig met de eerste suppletoire begroting 2010 aan de Kamer worden verstrekt, zo willen deze leden weten. De regering geeft aan dat de fusie ook kwaliteitswinst voor betrokkenen oplevert. De leden van de VVD-fractie willen weten of ten aanzien van de kwaliteit ook indicatoren worden ontwikkeld. Zo ja, kunnen deze ook gelijktijdig met de eerste suppletoire begroting 2010 aan de Kamer worden verstrekt?. Daarnaast wordt er alleen gesproken over indicatoren om effecten zichtbaar te maken, zo stellen deze leden. De leden van de VVD-fractie willen weten of er ook doelstellingen op worden genomen ten aanzien van de verbetering van de efficiency, kostprijs en kwaliteit. Zo ja, kunnen deze ook gelijktijdig met de eerste suppletoire begroting 2010 aan de Kamer worden verstrekt? Zo nee, waarop kan de Kamer de regering dan afrekenen als het gaat om het resultaat van de fusie, zo vragen deze leden.

De fusie moet op 1 januari 2012 gereed zijn. Is het met het oog op dit krappe tijdpad realistisch en haalbaar om én de lasten voor het bedrijfsleven te verminderen, én de knelpunten aan te pakken, én de beschikbare kennis te bundelen, én risicogestuurd toezicht in te voeren, zo willen de leden van de VVD-fractie weten. Deze leden zijn van mening dat door de combinatie van het krappe tijdpad en de vele ambities het risico met zich meebrengt dat het plan onvoldoende van de grond komt en zeker niet tijdig gereed zal zijn. Op welke wijze denkt u dit risico te hebben afgedekt? Welke consequentie heeft het niet tijdig gereed komen van de fusie voor de status van tijdelijke baten-lastendienst, zo willen deze leden weten.

Besturingsmodel met doelmatigheidsprikkels

De leden van de SP-fractie vragen welke op kwaliteit gerichte criteria en prikkels er in het nieuwe VWA model zitten, en hoe deze zich verhouden in weging van belangrijkheid tot de kostprijsbeheersingsprikkels en -criteria. Welke effecten verwacht de regering van deze prikkels, mede gezien ervaringen uit de organisaties in het verleden?

De leden van de SP-fractie vragen welke kwaliteitsverbetering, buiten kostenefficiëntie, u formuleert als doelstelling voor de nieuwe VWA ten opzichte van de oude inspecties. Deze leden vragen welke indicatoren en welk tijdspad u hieraan hangt.

De leden van de SP-fractie vragen de regering om de Kamer jaarlijks een rapportage te doen toekomen ten aanzien van deze beoogde kwaliteitsverbetering ten opzichte van het kwaliteitsniveau van de oude inspecties.

Deze leden vragen de regering ook om een overzicht geven van de doelen (outcome) waarop de nieuwe VWA wordt afgerekend. Kunt u aangeven wanneer deze doelstellingen zijn bereikt?

De leden van de SP-fractie vragen om een overzicht van de criteria betreffende kwaliteit dan wel kostenefficiency waarop medewerkers van de nieuwe VWA in hun functioneren worden afgerekend.

Kostprijsmodel

De leden van de SP-fractie willen weten welke kwantitatieve data, zoals bedrijvenbestand, bedrijvengrootte, risico-analyse en toezichtfrequentie, in het op te stellen integrale kostprijsmodel voor de Nieuwe VWA zullen worden gebruikt. Deze leden willen weten of deze kwantitatieve data voor de Kamer objectief verifieerbaar zijn. Hoe wordt per product de minimale controlefrequentie- en duur bepaald?

De leden van de SP-fractie vragen met betrekking op het toekomstige integrale kostprijsmodel voor de nieuwe VWA, wat het uitgangspunt is wat betreft het beschikbaar stellen van aanvullende middelen door LNV, of het buiten de kostprijsberekening houden van specifieke kostenposten of kostensoorten.

De leden van de VVD-fractie willen weten op welke wijze het nieuwe kostprijsmodel zich onderscheidt ten opzichte van de huidige kostprijsmodellen. Op welke wijze wordt de verwachte efficiencywinst in het nieuwe model verwerkt? Is dit op basis van verwachte resultaten (vooraf) of op basis van gerealiseerde resultaten (achteraf)?

Stand van zaken financieel en materieel beheer

De nieuwe VWA zal bij de eerste suppletoire begroting als een aparte baten- en lastendienst worden opgenomen. De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de financiering plaatsvindt. Deze leden vragen of dit bijvoorbeeld van huidige budgetten van de drie fuserende diensten gaat, of gaat het om extra middelen welke ingezet gaan worden. Dat laatste kan naar mening van de CDA-fractie niet de bedoeling zijn. Deelt de regering deze opvatting? Tenslotte willen deze leden weten op welke wijze de financiering van gelijksoortige of vergelijkbare diensten elders binnen de Europese Unie wordt georganiseerd.

De leden van de VVD-fractie willen weten welke aspecten van het financieel en materieel beheer nog verbetering behoeven. Zijn er voor deze aspecten verbetertrajecten opgesteld, zo willen deze leden weten.

Dierenwelzijn

De leden van de PvdA-fractie vragen of de organisatieverandering gevolgen heeft voor het moment waarop kan worden overgegaan tot de volledige en overzichtelijke afgesproken openbaarmaking van controlegegevens op onder meer het transport van levende dieren en toezicht in slachthuizen. Deze leden vragen welke aanbevelingen van de commissies Hoekstra en Vanthemsche al zijn gerealiseerd. Welke aanbevelingen zijn als verbeterpunt in dit voorstel opgenomen, en op welke wijze krijgen deze aanbevelingen vorm?

De leden van de SP-fractie hebben geconstateerd dat er grote organisatorische problemen zijn, waardoor de instanties hun taak niet naar behoren uitvoeren. De leden van de SP-fractie constateren dat er regelmatig nieuws naar buiten komt over dit falen; bijvoorbeeld de alarmerende berichten van klokkenluiders waarmee de commissie Vanthemsche indertijd gesproken heeft of de regelmatig terugkerende nieuwsberichten over schandalige toestanden bij veetransporten en falende inspectiediensten. Het blijkt de leden van de SP-fractie dat met name betreffende de controle op veetransporten de inspectie schromelijk tekort schiet. De leden van de SP-fractie stellen dat er vooral papieren controles zijn en dat er gebrek is aan controleurs en inspecties in het veld. Deze leden stellen dat inspecteurs hun best doen maar, door reorganisatie op reorganisatie te plakken, zij moeten werken in een problematische organisatie. Volgens de leden van de SP-fractie is er geen enkele reden om aan te nemen dat de fusie de geconstateerde problemen op zal lossen.

De leden van de SP-fractie vragen hoeveel inspecteurs en dierenartsen in het veld er in zijn algemeenheid zijn, en hoeveel specifiek betreffende veetransporten?

Tot slot vragen de leden van de SP-fractie welke categorieën ambtenaren een diergeneeskundige verklaring mogen afgeven.

II REACTIE VAN DE MINISTERS

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van het schriftelijk overleg van de vaste Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) inzake het «Instellen van de tijdelijke baten-lastendienst nieuwe VWA» (TK 32 262, nr. 2, 9 december 2009).

Hieronder ga ik, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in op de door de verschillende fracties gestelde vragen en opmerkingen.

Een aantal vragen en opmerkingen had betrekking op de specifieke situatie bij het toezicht van de VWA en AID in de vee- en vleessector, onder meer naar aanleiding van de rapportages van de commissies Hoekstra en Vanthemsche in 2008. Ik zal deze en andere vragen meenemen in mijn brief die ik u vóór het geplande AO van 15 april 2010 zal sturen.

Een aantal vragen had betrekking op de redenen voor de voorgenomen fusie van de VWA, AID en PD. Hierover is in 2008 en 2009 uitvoerig van gedachten gewisseld met uw Kamer. Ik wil voor de beantwoording van deze vragen verwijzen naar de brieven die ik heb gestuurd en verslagen van de debatten (Tweede Kamer 2008–2009, 26 991).

Ministeriële verantwoordelijkheid

Leden van diverse fracties hebben gevraagd naar de verantwoordelijkheid voor de nieuwe VWA. De voorgenomen nieuwe fusiedienst VWA zal, net als nu de AID, PD en VWA, beheersmatig vallen onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van LNV. Eventuele problemen bij de fusiepartners, zoals genoemd door de leden van de fractie van het CDA, zijn geen reden om deze verantwoordelijkheid anders in te richten. Indien zich problemen voordoen, worden deze opgepakt. Ook is er geen reden om, zoals de leden van de fractie van de SP dat doen, te twijfelen aan de borging van de belangen van volksgezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid als de nieuwe VWA wordt ondergebracht bij het ministerie van LNV. In mijn brief van 20 juni 2008 heb ik u hierover geïnformeerd (TK 26 991, nr. 206).

De leden van de fractie van het CDA vragen naar de eindverantwoordelijkheid. Deze ligt zoals gezegd bij mij. Inhoudelijk echter kent de nieuwe VWA twee opdrachtgevers voor het toezicht en een duale aansturing voor wat betreft de opsporingstaken. De minister van VWS is opdrachtgever voor het toezicht op de onder hem vallende wetgeving, voornamelijk op het gebied van voedsel- en productveiligheid. De minister van LNV is opdrachtgever voor de wetgeving op met name het terrein van voedselveiligheid, plantgezondheid, dierenwelzijn, diergezondheid en natuur. De opdrachtgevers zijn verantwoordelijk voor de door hen gegeven opdrachten. Daarnaast vinden er opsporingsonderzoeken bij de nieuwe VWA plaats onder het gezag van het Openbaar Ministerie (OM).

De leden van de fractie van de PvdA vragen naar de wijze van aansturing van de opsporing bij de nieuwe VWA door het ministerie van Justitie en het OM. Dit gebeurt als volgt: de hoofdlijnen van het opsporingsbeleid worden tweejaarlijks vastgelegd in een beleidsbrief van het ministerie van Justitie, onder meer mede namens mij. Deze worden vervolgens voor de nieuwe VWA uitgewerkt in een handhavingsarrangement met het Functioneel Parket. De opsporingsonderzoeken vinden plaats onder het gezag van het Functioneel Parket. Organisatorisch is opsporing een onafhankelijke divisie binnen de nieuwe VWA. Zij valt direct onder de Raad van Bestuur van de nieuwe VWA. Daarmee wordt er een scheiding tussen het toezicht en de opsporing gerealiseerd.

Ervaring fusiepartners met baten-lastenstelsel

De leden van de fractie van het CDA vragen hoe wordt voorkomen dat problemen die zich nu voordoen bij de AID, PD en VWA opnieuw plaatsvinden. Ten aanzien van het baten-lastenstelsel zijn deze problemen er niet. De jaarrekeningen en de controle die mijn auditdienst daarop uitvoert, laten steeds zien dat er zich in de toepassing van de baten-lastensystematiek geen problemen voordoen bij de drie afzonderlijke diensten.

Aanvangsdoorlichting

Leden van de fracties van CDA en VVD hebben vragen gesteld over de status van de tijdelijke baten-lastendienst.

De leden van de fractie van het CDA vragen daarbij naar de betekenis van het begrip «tijdelijke» baten-lastendienst. De status van een tijdelijke baten-lastendienst kan worden toegekend als een organisatieonderdeel van een ministerie het voornemen heeft om binnen drie jaren een volwaardige baten-lastendienst te worden. Voor de instellingsprocedure verwijs ik u naar de Regeling baten-lastendiensten (2007) van het ministerie van Financiën. Het ministerie van Financiën toetst door middel van een aanvangsdoorlichting of de dienst binnen 3 jaren kan voldoen aan de voorwaarden. Op 29 september 2009 heeft het ministerie van Financiën groen licht gegeven voor de instelling van de tijdelijke baten-lastendienst nieuwe VWA. In antwoord op de vraag van de leden van de fractie van de VVD kan ik melden dat het ministerie van Financiën geen aanvullende voorwaarden heeft gesteld, naast de afgesproken toetspunten bij de groen-licht meting voor de definitieve status.

De leden van de fractie van de VVD vragen wat de gevolgen zijn voor de status van tijdelijke baten-lastendienst als de fusie niet op 1 januari 2012 is gerealiseerd. De status van een tijdelijke baten-lastendienst kan voor maximaal 3 jaren worden toegekend, dus in het geval van de nieuwe VWA tot 1 januari 2013. Indien nodig kan deze status dus voortduren tot uiterlijk 1 januari 2013.

Ik heb echter geen reden om aan te nemen dat de datum van 1 januari 2012 voor de instelling van de nieuwe VWA als definitieve baten-lastendienst niet gehaald zal worden.

Instellingsvoorwaarden

De leden van de fracties van het CDA, de PvdA, de VVD en de SP hebben vragen gesteld over de verbetering van de doelmatigheid en de kwaliteit.

De doelmatigheid wordt gemeten aan de hand van indicatoren uit de Rijksbegrotingsvoorschriften van het ministerie van Financiën. Hierbij worden elementen als kostprijs, output en kwaliteit gelijkelijk en in samenhang betrokken. Die samenhang is belangrijk, omdat zo de voortgang van de verbetering van de doelmatigheid zichtbaar gemaakt kan worden. Zoals ik u eerder heb gemeld (TK 26 991, nr. 206, 20 juni 2008) levert de fusie synergie-effecten op die positieve gevolgen hebben voor de doelmatigheid en de kwaliteit van de nieuwe VWA. In de jaarlijkse begroting en het jaarverslag van LNV staan reeds de doelmatigheidscriteria voor de drie afzonderlijke diensten vermeld. Ik zal per 2011 ook voor de nieuwe VWA doelmatigheidscriteria opnemen.

De leden van de fracties van de VVD en SP vragen of ook kwaliteitsindicatoren worden ontwikkeld en hoe de kwaliteitsverbetering gemeten kan worden.

De kwaliteitsindicatoren zijn onderdeel van de indicatoren die het ministerie van Financiën voorschrijft aan baten-lastendiensten. Deze worden ook voor de nieuwe VWA ontwikkeld. Tevens heb ik in de begroting een aantal aanvullende beleidsindicatoren op het gebied van handhaving opgenomen. Ik verantwoord mij daarover jaarlijks.

De leden van de SP vragen naar de samenstelling van het kostprijsmodel. Het kostprijsmodel maakt inzichtelijk wat de omvang van de integrale kostprijzen voor producten en diensten zal zijn. Daarbij worden er geen kosten buiten de integrale kostprijsberekening gehouden. Het uitgangspunt is dat de kosten in het kostprijsmodel worden toegerekend naar producten of diensten. Dat leidt tot een tarief dat in rekening wordt gebracht bij de opdrachtgevers. In bijzondere omstandigheden kan besloten worden om noodzakelijk uitgaven geen onderdeel van het tarief te laten zijn. In de tarieven voor de retributies worden bijvoorbeeld de reorganisatiekosten van de nieuwe VWA niet opgenomen. Het werken met een kostprijs versterkt het streven naar doelmatigheid.

De leden van de fractie van de VVD vragen naar het onderscheid tussen het nieuwe en oude kostprijsmodel. Het kostprijsmodel voor de nieuwe VWA zal gebaseerd zijn op de nieuwe producten en dienstencatalogus.

De leden van de fracties van de PvdA en de SP vragen naar de ontwikkelingen op ICT-gebied.

Goede ICT-voorzieningen zijn belangrijk voor het functioneren van de organisatie. De ICT-ontwikkeling binnen de nieuwe VWA zal zich de komende jaren daarom op drie speerpunten richten: beheer van de going concern-zaken, verandering volgens de nieuwe organisatiestructuur van de nieuwe VWA en vernieuwing volgens de nieuwe ICT-inzichten. Momenteel wordt op basis van deze speerpunten een ICT-beleid ontwikkeld voor de nieuwe VWA.

De leden van de fractie van de SP vragen naar het aandeel van de ICT-kosten in de totale kosten van de huidige VWA over de afgelopen 5 jaren.

Deze kosten bedragen gemiddeld zo’n 7% per jaar. De kosten zijn gemaakt voor het beheer en onderhoud van de ICT-infrastructuur, het vernieuwen van systemen (deels in samenwerking met collega-inspectiediensten) en de laatste 2 jaar in het aanpakken van de problemen zoals beschreven in het onderzoeksrapport Hoekstra uit 2008.

De leden van de fractie van de SP vragen naar de kosten en baten van de fusie.

De kosten van de fusie bestaan uit: veranderkosten, ICT-kosten (integratie en vernieuwing), afstootkosten van huisvestingslocaties, kosten voor sociaal flankerend beleid en de kosten van eventueel tijdelijk productieverlies. De baten bestaan uit lagere huisvestingskosten, lagere personele kosten door de personele krimp en een grotere efficiency in de bedrijfsvoering.

Door de voorgenomen fusie kan ik invulling geven aan de financiële en personele taakstelling uit het Coalitieakkoord van € 27,8 mln. en circa 500 fte’s in 2011.

De leden van de fractie van de SP vragen naar de werkgelegenheid in de regio bij de nieuwe VWA. Over de gevolgen voor de werkgelegenheid heb ik u in mijn brief van brief van 4 februari 2009 geïnformeerd (TK 26 991, nr. 244).

De leden van de fractie van de SP vragen of het al bekend is hoeveel van de reductie in personeel terechtkomt bij het uitvoerende deel van de diensten.

De personele taakstelling uit het Coalitieakkoord (circa 500 fte’s) moet voor een belangrijk deel gevonden worden in een efficiëntere bedrijfsvoering. Voor de ondersteunende processen binnen de VWA betekent dat een krimp van meer dan 30% en voor de uitvoerende taken van de VWA een krimp van 15% in 2011.

Financieel en materieel beheer

De fractie van het CDA vraagt naar de wijze van financiering van de nieuwe VWA, de beschikbare budgetten en de situatie elders in Europa.

De financiering van een baten-lastendienst vindt plaats doordat opdrachtgevers betalen voor gevraagde producten of diensten. De financiering van de nieuwe VWA is in principe gelijk aan de financiering van de drie afzonderlijke diensten, zij het dat ook voor de nieuwe VWA de rijksbrede krimptaakstellingen gelden. De verantwoordelijke opdrachtgevers LNV en VWS financieren de nieuwe VWA. Een belangrijk deel van de financiering is daarnaast afkomstig uit retributies voor werkzaamheden voor het bedrijfsleven. De tijdelijke kosten van de fusie worden gedragen door de overheid.

Vergelijkbare diensten in de Europese Unie hanteren soms ook het baten-lastenstelsel, soms het kasstelsel. Het werken met een baten-lastenstelsel biedt voor een uitvoeringsorganisatie zoals de nieuwe VWA mogelijkheden om op een meer bedrijfsmatige manier om te gaan met opdrachten.

De leden van de VVD-fractie vragen welke aspecten van het financieel en materieel beheer nog verbetering behoeven. De volgende zaken zijn in 2009 opgepakt: verbetering van het inkoopproces (met name Europese aanbestedingen), optimalisering van de opbrengsten en verbetering van de interne rapportage over omzet en productie. Voor 2010 zal met name de integratie van de financiële administraties een speerpunt zijn.

Overige vragen en opmerkingen

De leden van de fractie van de SP vragen naar de wijze waarop de nieuwe VWA haar toezichtprioriteiten stelt. De prioriteiten van het toezicht van de nieuwe VWA zullen op basis van twee uitgangspunten worden vastgesteld: risicoanalyses van de VWA en politiek-bestuurlijke wensen van de opdrachtgevers.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP) ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA) voorzitter, Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van der Ham (D66), Jager (CDA), Koopmans (CDA), Ormel (CDA), Van Velzen (SP), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Dibi (GL), Cramer (CU), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Neppérus (VVD), Jacobi (PvdA), Jansen (SP), Thieme (PvdD), Polderman (SP), Elias (VVD) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Luijben (SP), Tang (PvdA), Harbers (VVD), Koşer Kaya (D66), Bilder (CDA), Pieper (CDA), Biskop (CDA), Van Leeuwen (SP), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Vendrik (GL), Ortega-Martijn (CU), Schermers (CDA), Brinkman (PVV), Ten Broeke (VVD), Vacature (VVD), Blom (PvdA), Kant (SP), Ouwehand (PvdD), Lempens (SP), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Dam (PvdA).

XNoot
1

«Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten», mr R.J. Hoekstra, 18 maart 2008 (kamerstuknummer 26 991-177)

XNoot
2

«Het functioneren van de VWA in de controle op slachthuizen exportverzamelplaatsen» auditcommissie Vanthemsche, juni 2008 (kamerstuknummer 26 991-205)

Naar boven