32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nr. 19 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 25 maart 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 01, eerste punt, wordt «d tot en met h» vervangen door: c tot en met g.

2. In onderdeel 01, tweede punt, wordt in de aanhef de zinsnede «drie nieuwe onderdelen» vervangen door: twee nieuwe onderdelen.

3. In onderdeel 01, tweede punt, worden onderdeel b en c vervangen door:

  • b. een onherroepelijke waarschuwing, berisping of geldboete, als bedoeld in artikel 48, die een ingeschrevene is opgelegd, inclusief de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent indien de zaak in een openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 70, eerste lid, is behandeld;.

4. In onderdeel 01 wordt na het tweede punt een punt ingevoegd, luidende:

2a. Onderdeel c tot en met e (nieuw) komen te luiden:

  • c. een onherroepelijke schorsing van een inschrijving die een ingeschrevene is opgelegd, inclusief de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent indien de zaak in een openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 70, eerste lid, is behandeld;

  • d. onherroepelijke voorwaarden die aan een ingeschrevene zijn opgelegd, inclusief de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent indien de zaak in een openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 70, eerste lid, is behandeld;

  • e. de onherroepelijke gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid in het register ingeschreven staande het betrokken beroep uit te oefenen, inclusief de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent indien de zaak in een openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 70, eerste lid, is behandeld.

5. In onderdeel 01, derde punt, wordt «onderdeel h» vervangen door «onderdeel g», wordt «onder e bedoelde voorwaarden» vervangen door «onder d bedoelde voorwaarden» en wordt «de onder f bedoelde ontzetting» vervangen door: de onder e bedoelde ontzetting.

6. In onderdeel 2 vervalt in het derde lid, onder b, de zinsnede «de berisping, de geldboete».

7. In onderdeel 3 komt het vijfde lid als volgt te luiden:

  • 5. Een aantekening als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt niet uit het register verwijderd totdat de inschrijving van de ingeschrevene op wie de aantekening betrekking heeft, wordt doorgehaald.

II

Artikel I, onderdeel F, wordt «en voor de daarbij vast te stellen duur» vervangen door: totdat de inschrijving van de ingeschrevene op wie de aantekening betrekking heeft, wordt doorgehaald.

III

Artikel I, onderdeel FA, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1, onder a, wordt «geletterd tot e tot en met h» vervangen door: geletterd tot d tot en met g.

2. In onderdeel 1 wordt onder b in de aanhef «drie» vervangen door «twee» en worden onderdeel c en d vervangen door:

  • c. of een onherroepelijke waarschuwing, berisping of geldboete, als bedoeld in artikel 48, aan de ingeschrevene is opgelegd, met, zo dit het geval is, de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent indien de zaak in een openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 70, eerste lid, is behandeld;.

IV

In artikel I wordt na onderdeel O een onderdeel toegevoegd, luidende:

P

Artikel 72 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot de onderdelen d tot en met f, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. Onze Minister;

2. Het cijfer 1. voor het eerste lid vervalt.

3. Het tweede lid vervalt.

Toelichting

Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat berispingen, waarschuwingen en geldboeten die aan een ingeschrevene van het register door een regionaal of centraal tuchtcollege worden opgelegd, aangetekend worden in het register. Tevens wordt bewerkstelligd dat alle aantekeningen als bedoeld in het eerste lid van artikel 9, onderdeel a en b, in het register geplaatst blijven totdat de inschrijving van de ingeschrevene op wie de aantekening betrekking heeft, wordt doorgehaald.

In artikel 11 van de wet is reeds geregeld dat de Minister zorg draagt voor openbare kennisgeving van hetgeen op grond van artikel 9 in het register is aangetekend en vermeld. Ten behoeve van mededelingen wordt in dit amendement geregeld dat aan een ieder die dat verlangt, op grond van artikel 12 zal worden medegedeeld of een berisping, waarschuwing of geldboete, bedoeld in artikel 48, aan de ingeschrevene is opgelegd. Indien de zaak in een openbare terechtzitting als bedoeld in artikel 70, eerste lid, is behandeld, zullen ook de overwegingen van het tuchtcollege hieromtrent worden medegedeeld.

Met dit amendement wordt het inzichtelijker gemaakt welke ingeschrevenen wel, en welke niet tuchtrechtelijke berispingen, waarschuwingen en boeten opgelegd hebben gekregen.

Van Gerven

Naar boven