32 255 Het systeem van toezicht op de stabiliteit van financiële markten

Nr. 7 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2011

De Kamer is bij brief van 8 februari 2011, als reactie op een brief van de commissie voor de Rijksuitgaven van 14 december 2010, door de Algemene Rekenkamer nader geïnformeerd over haar zienswijze op de juridische aspecten inzake het verkrijgen van toegang door de Algemene Rekenkamer tot bedrijfsdossiers van de toezichthouder De Nederlandsche Bank (Kamerstuk 32 255, nr. 5). De minister van Financiën heeft bij brief van 17 februari 2011 op verzoek van de commissie voor de Rijksuitgaven een reactie gegeven op bovengenoemde zienswijze (Kamerstuk 32 255, nr. 6).

Namens de commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie voor Financiën zend ik u hierbij een verzoek aan de Raad van State om voorlichting. Artikel 21a, eerste lid, van de Wet op de Raad van State schrijft voor dat de Afdeling advisering op verzoek van ministers dan wel een van beide Kamers der Staten-Generaal van voorlichting dient in aangelegenheden van wetgeving en bestuur.

De voorlichtingsvraag luidt:

Bieden het Europese recht en de Nederlandse wetgeving de ruimte om de Algemene Rekenkamer toegang te geven tot bedrijfsdossiers van de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB)? Zo ja: gelden er voorwaarden voor deze toegang, ook rekening houdend met te onderscheiden toezichthoudende taken van DNB?

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Van Gerven

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

Naar boven