32 252 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van geluidproductieplafonds en de overheveling van hoofdstuk IX van de Wet geluidhinder naar de Wet milieubeheer (modernisering instrumentarium geluidbeleid, geluidproductieplafonds)

Nr. 34 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID PAULUS JANSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 27 juni 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, artikel 11.24, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Behoudens in geval van een calamiteit kan deze ontheffing slechts eenmalig worden verleend.

2. In het derde lid, onderdeel b, wordt «5 dB» vervangen door: 3 dB.

3. Onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Onze Minister zendt jaarlijks een overzicht van de in het voorgaande kalenderjaar verleende ontheffingen aan beide kamers der Staten-Generaal.

Toelichting

Dit amendement regelt dat er -behoudens in geval van een calamiteit- slechts eenmalig ontheffing kan worden verleend aan een beheerder. Daarmee wordt voorkomen dat de uitzondering to regel verheven wordt. Met een calamiteit wordt bedoeld de situatie dat een weg- of baanvak tijdelijk veel intensiever gebruikt wordt door het wegvallen van een parallelle verbinding, bijvoorbeeld door het instorten van een brug of tunnel.

Tevens regelt dit amendement dat indien de binnenwaarde van een geluidsgevoelig object wordt overschreden met 3 dB, de Minister het voorschrift kan verbinden dat geluidwerende maatregelen worden getroffen. Ten slotte regelt dit amendement dat de Minister jaarlijks een overzicht van alle verleende ontheffingen aan de beide kamers zendt. Daarmee wordt, met een minimum aan bureaucratie, voor de Kamer inzichtelijk gemaakt of het instrument van de ontheffing met terughoudendheid gebruikt wordt.

Paulus Jansen

Naar boven