32 240
Samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 11 februari 2010

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

1. Inleiding 1

2. Totstandkoming van het herindelingsadvies en voorgeschiedenis 2

3. Toets aan Beleidskader gemeentelijke herindeling en het coalitieakkoord 2

3.1 Toets bestuurskracht en duurzaamheid 2

3.2 Toets interne samenhang 4

3.3 Toets regionale samenhang en evenwicht 4

3.4 Toets draagvlak 5

3.5 Toets draagvlak en beoordeling zorgvuldigheid van het gevolgde proces 7

4. Financiële aspecten 8

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel van de regering om de gemeenten Bergen, Gennep en Mook en Middelaar samen te voegen tot de nieuwe gemeente Maasduinen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. Deze leden zien in dit wetsvoorstel de voltooiing van een reeks herindelingen in het midden en noorden van Limburg. Tegelijk constateren zij echter dat de gemeenteraad van Bergen de voorgenomen herindeling niet steunt en dat er ook onder de bevolking behoorlijk wat weerstand bestaat. De leden van de fractie van de PvdA willen de regering graag enkele vragen stellen, mede op basis van de informatie die is ontvangen tijdens het werkbezoek (inclusief hoorzitting) dat de commissie aan het gebied heeft afgelegd op 25 januari 2010.

De leden van de SP-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van dit voorstel voor gemeentelijke herindeling. Belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling zijn voor de leden van de SP-fractie de bestuurskracht van gemeenten en, in de eerste plaats, het draagvlak onder de bevolking. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats zullen vinden van onderaf, als hiervoor steun is van de bevolking.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Alvorens deze leden een definitief standpunt innemen willen zij de regering graag een aantal vragen voorleggen.

De leden van de PVV-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel.

De leden van de CU-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden constateren dat het voorstel is gebaseerd op een door de provinciale staten van Limburg vastgesteld herindelingsadvies en tot stand is gekomen op verzoek van de gemeenten Gennep en Mook en Middelaar. Binnen de gemeente Bergen is zowel bestuurlijk als maatschappelijk weinig draagvlak voor het voorstel.

Met belangstelling hebben de leden van de SGP-fractie kennis genomen van het wetsvoorstel. Het uitgangspunt van deze leden is dat herindeling zoveel mogelijk op vrijwillige basis en van onderaf dient plaats te vinden. In dat licht hebben zij enkele vragen over het verloop van het proces en over de vrijwilligheid.

2. Totstandkoming van het herindelingsadvies en voorgeschiedenis

In de memorie van toelichting staat dat een gezamenlijke visie op de strategische positie van de regio ontbreekt. De vorming van één gemeente zou betekenen dat er gekomen moet worden tot één visie op de positie van de gemeente. Indien er, zoals de leden van de SGP-fractie in de toelichting lezen, sprake is van «gebrek aan vertrouwen», een «diepgaande vertrouwensbreuk» en «stagnatie in de samenwerking als geheel», en een situatie waarin het «vermogen om verschillen te overbruggen ontbreekt», dan veronderstellen deze leden dat het samengaan tot één gemeente die problemen eerder zal versterken dan oplossen. Kan de regering aangeven op welke wijze deze herindeling zal bijdrage tot één nieuwe gemeente waarin er sprake is van een goede samenwerking die gebaseerd is op vertrouwen en met het vermogen om verschillen te overbruggen?

Tevens vragen deze leden of er voorbeelden gegeven kunnen worden van samenwerkingsvormen die in de afgelopen jaren zijn mislukt of afgebroken.

3. Toets aan Beleidskader gemeentelijke herindeling en het coalitieakkoord

3.1 Toets bestuurskracht en duurzaamheid

Tijdens de hoorzitting op 25 januari 2010 zijn door vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld verschillende signalen afgegeven. De leden van de CDA-fractie constateren dat de grotere maatschappelijke organisaties en bedrijvenverenigingen (Stichting Dichterbij, Stichting Pantein, LLTB Maasduinen, Ondernemend Limburg, Stichting Limburgs Landschap, industriële Kring Land van Cuijk en Noord-Limburg) enerzijds aangeven voorstander te zijn van de voorgestelde herindeling. Zij verwachten betere dienstverlening, een slagkrachtiger lokaal bestuur en zien kansen voor een grotere gemeente. Daar tegenover staat dat lokale organisaties uit voornamelijk de gemeenten het gevoel hebben dat de situatie na de herindeling slechter zal worden. Dat de zorgverlening verder van huis zal plaatsvinden (KBO Mook en Midelaar en WMO-WBB Raad Bergen), dat landbouw en toerisme en recretatie onvoldoende aandacht zullen krijgen van de nieuwe gemeente (Verontruste Agrariërs Siebengewald respectievelijk Verenigde Kampeer- en recreatiebedrijven gemeente Bergen) en dat de contacten met de gemeenten zullen verslechteren (Gezamenlijke voetbalverenigingen en Zelfstandige Ondernemers Bergen).

Hoe kijkt de regering aan tegen het verschil in visie tussen beide groepen? Deelt de regering het gevoel van de lokale organisaties uit voornamelijk de gemeente Bergen, dat de situatie na de herindeling slechter zal worden? Kan de regering aangeven hoe de banden zijn van de gemeenten Mook en Middelaar en Gennep met hun maatschappelijk middenveld? De leden van de CDA-fractie zijn tevens benieuwd naar de voor- en nadelen van de voorgestelde herindeling voor de (lokale) maatschappelijke organisaties en bedrijven.

De leden van de CDA-fractie constateren dat de insprekers vanuit de gemeente Bergen aangaven dat zij over het algemeen tevreden zijn over de dienstverlening van hun gemeente. Dit mede vanwege de korte lijnen met de gemeenten. Kan de regering aangeven op welke wijze ervoor gezorgd kan worden dat de afstand tussen burgers en gemeentebestuur bij een eventuele herindeling niet te groot wordt?

Is de regering op de hoogte van het feit dat de bedenker van het model voor de bestuurskrachtmeting, prof. Dr. Th. A. J. Toonen, heeft gezegd dat zijn systeem is gemanipuleerd bij de bestuurskrachtmeting in dit gebied, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo ja, welke consequenties verbindt de regering hieraan?

Ook de leden van de SP-fractie hebben hier een vraag over. In de brief van de gemeente Bergen aan de Kamer wordt namelijk gesteld dat de geestelijk vader van de bestuurskrachtmonitor, prof. Toonen, van mening is dat het model van de toegepaste bestuurskrachtmonitor niet kan worden gebruikt als onderbouwing van de beoogde herindeling. Deelt de regering deze mening?

De leden van de PvdA-fractie lezen met instemming dat er in de herindelingsplannen ruimte is gemaakt voor een kernenbeleid om het bestuur zo dicht mogelijk bij de burgers te brengen. Graag worden deze leden door de regering nader geïnformeerd over de wijze waarop de nieuwe gemeente dit beleid vorm wil geven.

Tegelijk constateert de regering dat alle gemeenten hun eigen identiteit hebben. Wat is hiervan de invloed op toekomstige samenvoeging vragen de leden van de PvdA-fractie zich af?

Ten slotte willen de leden van de PvdA-fractie aandacht vragen voor de samenwerkingsverbanden, waar de betrokken gemeenten op dit moment in participeren. Welke samenwerkingsverbanden betreft dit en hoe wil de nieuw te vormen gemeente hiermee omgaan?

De leden van de SP-fractie willen graag van de regering weten wat de meerwaarde is van deze herindeling voor de inwoners van de verschillende gemeenten? Wat lopen de burgers mis als de herindeling niet doorgaat?

Niet alleen het draagvlak, maar ook de bestuurskracht is voor de leden van de SP-fractie een belangrijk criterium voor herindeling. Volgens de provincie zouden er onvoldoende mogelijkheden zijn tot samenwerking, mede door gebrek aan onderling vertrouwen. Deelt de regering de conclusie van de provincie? Hoe verhoudt dit zich tot de bereidheid van de gemeente Bergen om een niet-vrijblijvende samenwerking met Gennep en Mook en Middelaar aan te gaan? Deelt de regering de mening van de leden van de SP-fractie dat deze mogelijkheid wel degelijk verder onderzocht had moeten worden, omdat deze oplossing minder ver ingrijpt in de lokale democratie?

Volgens de leden van de CU-fractie is het duidelijk dat gemeentelijke initiatieven tot (nadere) samenwerking al lange tijd tot onvoldoende resultaten hebben geleid. Gebleken is dat de reeds tekortschietende bestuurskracht van de afzonderlijke gemeenten in de afgelopen periode verder is afgenomen en de gemeenten Gennep en Mook en Middelaar de provincie hebben verzocht om een samenvoegingsproces van de drie gemeenten op te starten. Gelet hierop begrijpen deze leden dat de provincie, conform hetgeen hierover wordt aangegeven in het Beleidskader gemeentelijke herindeling, het initiatief tot herindeling heeft (over)genomen.

De leden van de SGP-fractie lezen dat de provincie vindt dat versterking van de bestuurskracht in Noord-Limburg noodzakelijk is. Terecht staat er in de toelichting dat samenvoeging van enkele gemeenten een middel is hiertoe. Het wordt niet duidelijk in hoeverre er ook gestreefd is naar de toepassing van andere middelen om tot versterking van de bestuurskracht te komen. Is er nog naar gestreefd om in te zetten op alternatieven voor herindeling, zoals het beleidskader vraagt? Welke alternatieve opties, anders dan herindeling, zijn overwogen en waarom komen zij niet in aanmerking?

Een centrumfunctie voor de gemeente Venlo wordt als één van de relevante factoren genoemd. Komt deze centrumfunctie in het gedrang als deze gemeenten niet samengevoegd zouden worden?

Graag vernemen deze leden verder in hoeverre de provincie Limburg zich een sturende rol toekent in het herindelingsbeleid. Zij krijgen de indruk dat de door de provincie gewenste regiovorming een belangrijke factor is bij de uiteindelijke voorstellen. Heeft er dwang of sterke aandrang plaatsgevonden om te komen tot herindeling? Dat geldt temeer nu de provincie Limburg de bestuurlijke drukte in Noord- en Midden-Limburg wil verminderen. Hoe verhoudt een dergelijke visie zich tot de wens van gemeenten om zelfstandig te blijven?

3.2 Toets interne samenhang

Geen opmerkingen

3.3 Toets regionale samenhang en evenwicht

De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd hoe de regering aankijkt tegen de langgerektheid van de gemeente (45 km) en het gebrek aan samenhang tussen de onderscheiden delen (oriëntatie op Nijmegen resp. Venlo)? Hoe kijkt de regering aan tegen de schaal van de nieuw te vormen gemeente (38 000 inwoners)?

De leden van de SP-fractie maken zich zorgen over de bestuurbaarheid van de nieuwe gemeente. Bijvoorbeeld vanwege de uitgestrektheid van het gebied. Maasduinen zou de langste gemeente van Nederland worden. De afstand tussen Molenhoek en Wellerlooi beslaat maar liefst 42 kilometer. Hoe kan in deze geografische verhoudingen ooit sprake zijn van een samenhangende gemeenschap? Wat betekent het voor de planvorming en invulling van het gebied? En wat betekent dit voor de dienstverlening aan de inwoners van de nieuw te vormen gemeente?

Een andere reden voor zorg is het gebleken gebrek aan vertrouwen tussen de huidige gemeenten. Als het nu al niet lukt om in gezamenlijkheid op te treden, hoe moet dat dan straks in de nieuwe gemeente? Deelt de regering de zorg van de leden van de SP-fractie dat van een eenheid in de nieuwe gemeente geen sprake zal zijn, en dat dit de bestuurbaarheid van het gebied niet ten goede zal komen?

De nieuwe gemeente is qua grondgebied lang en smal. De leden van de SGP-fractie vragen zich af of hiermee het risico niet groot is dat de gemeente letterlijk ver bij de burger vandaan komt te staan. Is ook overwogen om te komen tot een herindeling met gemeenten aan de andere kant van de Maas? Wat zouden de consequenties daarvan zijn voor de interne samenhang?

Ook vernemen zij graag welke alternatieven er in de loop van het proces zijn voorgesteld en hoe de betrokken gemeenten tegen die herindelingen aankeken? Zijn deze alternatieven ook allemaal overwogen en besproken?

3.4 Toets draagvlak

De regering schrijft dat in de gemeenteraad van Bergen een kleine meerderheid tegen herindelen is. De leden van de CDA-fractie willen graag weten waarop de regering deze mededeling baseert, daar er in de raad van de gemeente Bergen negen van de vijftien leden tegen de herindeling zijn.

Tijdens de hoorzitting op 25 januari jl. is door een aantal insprekers aangegeven dat onvoldoende gekeken is naar alternatieven en dat een eventuele oplossing om buiten de huidige provinciegrenzen gezocht kan worden. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of de regering met de provincie van mening is dat er voor de bestuurlijke toekomst van het gebied niet over de provinciegrenzen heen gekeken mag worden voor samenwerkingsof herindelingsvoorstellen. Is naar de mening van de regering voldoende gekeken naar alternatieven voor de voorgestelde herindeling? Zo ja, welke alternatieven zijn hierbij afgewogen en is hierbij ook gekeken naar alternatieven buiten de provinciegrenzen van Limburg?

De gemeente Bergen (13 500 inwoners) kiest voor een constructie waarbij een intensieve, niet vrijblijvende vorm van samenwerking wordt aangegaan met een mogelijk te vormen gemeente Gennep-Mook (24 500 inwoners), zo constateren de leden van de CDA-fractie. Is dit voor de regering een bespreekbaar alternatief?

De leden van de CDA-fractie constateren dat de gemeenten Mook en Middelaar en Gennep en de provincie Limburg er op wijzen dat de samenwerking tussen de drie gemeenten niet goed van de grond komt. De gemeente Bergen daarentegen stelt dat de samenwerking goed verloopt. Hoe interpreteert de regering in dat kader het verloop van de samenwerking rond «Werkplein»? Wat is de visie van de regering op de samenwerking tussen de drie gemeenten?

De leden van de PvdA-fractie zien dat de drie betrokken gemeenten actief hebben deelgenomen aan de voorbereidende onderzoeken naar nut en noodzaak van een samenvoeging van deze gemeenten, maar dat het bestuur van Bergen de uitkomsten niet overgenomen heeft en voorkeur heeft voor zelfstandigheid. Deze leden horen graag van de regering hoe zij tegen deze negatieve beslissing van het bestuur van de gemeente Bergen aankijkt en wat deze beslissing voor gevolgen heeft gehad voor de verdere samenwerking tussen de gemeenten.

Ook constateren de leden van de PvdA-fractie dat er onder de bewoners van de gemeente Bergen veel weerstand is tegen de herindeling, al geeft de regering aan dat dit per kern verschilt. Kan de regering nader ingaan op de manier waarop de meningen van de burgers in Bergen gepeild zijn en wat de precieze uitkomsten hiervan waren?

De gemeenteraad van Bergen heeft aangegeven niets te zien in deze herindeling. In het vernieuwde Beleidskader gemeentelijke herindeling tilt het kabinet zwaar aan bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak. Bestuurlijk draagvlak is met het ontbreken van de instemming van Bergen niet aanwezig. De leden van de SP-fractie willen graag weten waarom de regering dan toch dit voorstel tot herindeling steunt?

Naast het bestuurlijk draagvlak is ook het maatschappelijk draagvlak gering, zo stellen de leden van de SP-fractie. In totaal werden 3426 zienswijzen ingediend. Uit de gemeente Bergen kwamen maar liefst 3028 zienswijzen. Dat is een kwart van de inwoners. Het overgrote deel van de zienswijzen staat afwijzend tegenover de beoogde samenvoeging. Ook zijn er in Bergen 3500 handtekeningen opgehaald voor zelfstandigheid van de gemeente, op een totaal van 5500 huishoudens. Waarom meent de regering dat toch voldoende maatschappelijk draagvlak aanwezig is?

Het is de leden van de VVD-fractie duidelijk geworden dat het bestuurlijk draagvlak in de gemeente Bergen ontbreekt. Ook kan het samengaan met Gennep en Mook en Middelaar niet op draagvlak van de bevolking van Bergen rekenen. Daar komt bij dat de gemeenten Gennep en Mook niet willen fuseren zonder de gemeente Bergen. Dit maakt een proces in twee stappen dus ook niet mogelijk. Dat roept bij deze leden de vraag op hoe dit wetsvoorstel past in het Beleidskader gemeentelijke herindeling, waarin bestuurlijk draagvlak toch een belangrijk element is.

De leden van de PVV-fractie merken op dat in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel een aantal keer wordt aangegeven dat draagvlak een centraal begrip is bij gemeentelijk herindeling en dat oplossingen die niet door alle betrokken partijen worden gedragen, alleen kunnen worden gekozen als daaraan een zeer zorgvuldig proces vooraf is gegaan.

Op beide punten vinden de leden van de PVV-fractie dat de regering is tekort geschoten. Ten eerste is onvoldoende maatschappelijk draagvlak. Zo is de meerderheid van de inwoners van Bergen tegen de voorgestelde samenvoeging. Deze leden zijn van mening dat zulke ingrijpende veranderingen dienen te worden gedragen door de meerderheid van de inwoners van alle betrokken gemeenten. In de visie van deze leden dienen er in zulke situaties altijd bindende referenda te worden ingesteld.

Ook op bestuurlijk niveau is er geen unanieme steun voor het voorstel, zo constateren de leden van de PVV-fractie. De beoogde samenvoeging wordt niet door de gemeente Bergen ondersteund.

De regering stelt dat de gemeenteraad van Bergen met een krappe meerderheid tegen het herindelingsontwerp stemde. De leden van de SGP-fractie vernemen graag van de regering hoe groot die meerderheid precies was. Ook vernemen deze leden graag hoe groot de «ruime meerderheid» van de gemeenteraad van Mook en Middelaar. Wat waren in die gemeente de belangrijkste kritiekpunten van de minderheid van de raad?

3.5 Toets draagvlak en beoordeling zorgvuldigheid van het gevolgde proces

Door een aantal insprekers tijdens de eerder genoemde hoorzitting is volgens de leden van de CDA-fractie aangegeven dat de inspraakreacties eerder in het proces niet serieus zijn meegewogen en dat er onvoldoende draagvlak is voor de voorgestelde herindeling. Kan de regering aangeven op welke wijze de burgers betrokken zijn bij het opstellen van het herindelingsvoorstel en hoe met hun zienswijzen is omgegaan? Is er naar de mening van de regering in elke betrokken gemeente voldoende draagvlak voor de voorgestelde herindeling? Is de voorbereidingsprocedure door de provincie naar uw mening zorgvuldig verlopen?

De regering stelt dat er geen andere voor de hand liggende alternatieven zijn die op een groter draagvlak kunnen rekenen. De leden van de PvdA-fractie vragen of hierbij ook is gekeken naar alternatieven over de provinciegrenzen heen. Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdA-fractie hebben signalen ontvangen dat de economische en maatschappelijke oriëntatie van veel van de betrokken gemeenten voornamelijk over de provinciegrens heen is en dat de onderlinge samenhang tussen de dorpen daardoor beperkt zou zijn. Graag horen deze leden de visie van de regering en de consequenties die dit volgens de regering heeft voor de interne en regionale samenhang. Waren er naar de mening van de regering alternatieve herindelingen te bedenken geweest die zouden leiden tot een grotere interne en regionale samenhang?

Het benodigde draagvlak is naar de mening van de leden van de SP-fractie zeer twijfelachtig. Om te beginnen is dit voorstel voor herindeling niet van onderaf door de gemeenten opgestart, maar op initiatief van de provincie Limburg. Bij eerdere herindelingsvoorstellen in deze regio heeft de provincie ook een belangrijke rol gespeeld. De leden van de SP-fractie vinden dit ongewenst. Het eerste en het laatste woord dient bij de gemeenten en de inwoners te liggen. Hoe kijkt de regering aan tegen de rol van de provincie bij dit voorstel? Deelt de regering de zorg van deze leden dat de provincie deze gemeenten, voornamelijk de gemeente Bergen, in een traject van herindeling heeft geforceerd, zonder dat hiervoor steun aanwezig was? En hoe verhoudt dit besluit van de provincie zich tot het coalitieakkoord van de provincie, waarin letterlijk gesteld wordt dat geen gemeentelijke herindelingen van bovenaf moeten plaatsvinden?

Alle alternatieven dienen naar de opvatting van de leden van de SP-fractie onderzocht te worden, voordat besloten wordt tot een herindeling. Is bijvoorbeeld de mogelijkheid bekeken om Bergen buiten de samenvoeging te houden?

Als het gaat om de rol van de provincie bij deze herindeling, valt op dat alternatieven in de richting van de provincies Gelderland en Noord-Brabant niet of onvoldoende door de provincie Limburg zijn onderzocht. De leden van de VVD-fractie betreuren dat en delen niet het uitgangspunt dat slechts binnen de eigen provinciegrenzen naar oplossingen moet worden gezocht. Hoe ziet de regering dat?

Vindt de regering dat de provincie Limburg voldoende aandacht aan het overleg met de gemeenten heeft besteed? De leden van de VVD-fractie stellen deze vraag, omdat de gemeenten de indruk geven dat er slechts «pro forma» overleg heeft plaatsgevonden en dat er op geen enkele wijze sprake is geweest van enige communicatie. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie meer inzicht in de wijze waarop en de mate waarin overleg met de gemeenten heeft plaatsgevonden.

Gelet op het geringe (bestuurlijke) draagvlak voor deze herindeling willen de leden van de VVD-fractie de regering de volgende suggestie doen. Zou het niet beter zijn, dat de provincie Limburg zich opnieuw over deze herindeling buigt en bij haar nieuwe afwegingen nadrukkelijk provinciegrens overschrijdende oplossingen betrekt. De leden van de VVD-fractie beseffen dat deze gang van zaken uitstel van de herindeling met minimaal vier jaar betekent. Maar is dat niet beter dan te kiezen voor een oplossing waarvan nu al vaststaat dat deze tot veel problemen zal leiden? Geldt hier niet het spreekwoord: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de gedane suggestie.

De leden van de PVV-fractie vinden dat er pas van een zorgvuldig proces kan worden gesproken als de burgers in meerderheid het voorgestelde veranderingsproces steunen. Dit is de essentie van democratie. De regering heeft verzuimd de plaatselijke bevolking de invloed te geven die het verdient en dit is in de ogen van deze leden erg kwalijk. Ondanks dat deze leden het grote belang zien van schaalvergroting zijn zij, in tegenstelling tot dit kabinet, van mening dat een unaniem lokaal draagvlak hiervoor wel een vereiste is. De leden van de PVV zijn dan ook benieuwd naar de uitleg van het kabinet over de bovenstaande opmerkingen.

Teneinde een volledig inzicht te krijgen in het regionaal draagvlak vragen de leden van de CU-fractie om nadere informatie omtrent de door omliggende en/of naburige gemeenten ingediende zienswijzen op het provinciale herindelingsontwerp.

De regering schrijft dat een terughoudende rol gewenst is. Niettemin vinden de leden van de SGP-fractie dat het beleidskader uitdrukkelijk getoetst moet worden, ook door de regering. Daarbij is een van de belangrijke aspecten dat een herindeling van onderop dient te komen. Dat neemt echter niet weg dat ook andere criteria uitdrukkelijk gewogen moeten worden. Richt de regering zich met de terughoudende rol niet teveel op één van de criteria, zonder daarbij de andere criteria voldoende te wegen. Dit is temeer van belang als ten minste een van de gemeenten sterke bezwaren heeft. Hoe ziet de regering die precieze verhouding tussen de criteria? Is het ene criterium van meer belang dan de andere?

Daarbij komt dat, zo stellen de leden van de SGP-fractie, de gemeente Bergen stelt dat er door de provincie geen serieus onderzoek is gedaan naar de opvattingen van deze gemeente. Los van de vraag of hier sprake is van een terecht punt van kritiek, zou het dan toch voor de hand liggen wanneer er expliciet met deze gemeente over de kritiek gesproken wordt. Op welke manier is dat gebeurd?

4. Financiële aspecten

De leden van de CDA-fractie merken op dat door een aantal insprekers tijdens de hoorzitting werd gesteld dat een herindeling extra kosten met zich meebrengt, waardoor de financiële situatie van de gemeente zal verslechteren waardoor bezuinigingen noodzakelijk zullen zijn. Wat is de verwachting van de regering ten aanzien van de financiële positie van de voorgestelde nieuwe gemeente?

De leden van de SP-fractie constateren dat regering aan geeft dat de nieuwe gemeente € 1,1 miljoen minder gaat ontvangen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. De regering verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie.Wat als deze verwachtingen uitblijven? Herindelingen kosten geld, de uitkering op grond van de maatstaf herindeling zal hiervoor nodig zijn. Wat als blijkt dat er straks toch een tekort op de begroting ontstaat als gevolg van de herindeling?

Ook de leden van de CU-fractie constateren dat de algemene uitkering aan de nieuwe gemeente € 1,1 miljoen lager zal zijn dan de som van de algemene uitkeringen die de samenstellende gemeenten in 2011 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Aangegeven wordt dat deze structurele verlaging kan worden opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere efficiencyvoordelen van de nieuwe organisatie. Gelet op het feit dat uit onderzoek is gebleken dat de afzonderlijke gemeenten (in toenemende mate) over onvoldoende kwaliteit en deskundigheid beschikken en de huidige financiële posities van de gemeenten een deugdelijke basis vormen voor de nieuw te vormen gemeente, ontvangen de leden van de CU-fractie in dit kader graag een nadere toelichting. Hoe is tot dit oordeel gekomen? De leden van de CU-fractie vragen in dat verband naar de duurzaamheid van de voorliggende herindeling.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

De griffier van de commissie,

Van Leiden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Raak (SP), Schinkelshoek (CDA), Leijten (SP), Thieme (PvdD), Bilder (CDA), Anker (CU), Heijnen (PvdA), Kalma (PvdA), Brinkman (PVV), Irrgang (SP), Pechtold (D66), Griffith (VVD), Leerdam (PvdA), voorzitter, Boelhouwer (PvdA), De Krom (VVD), ondervoorzitter, Algra (CDA), Sterk (CDA), Gerkens (SP), Van Bochove (CDA), De Pater-van der Meer (CDA), Van der Staaij (SGP), Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Burg (VVD) en Laaper-ter Steege (PvdA).

Plv. leden: Van Bommel (SP), Çörüz (CDA), De Wit (SP), Ouwehand (PvdD), Van Haersma Buma (CDA), Cramer (CU), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Heerts (PvdA), De Roon (PVV), Van Gerven (SP), Van der Ham (D66), Zijlstra (VVD), Wolbert (PvdA), Vermeij (PvdA), Aptroot (VVD), Knops (CDA), Spies (CDA), Polderman (SP), Smilde (CDA), Joldersma (CDA), Van der Vlies (SGP), Teeven (VVD), Azough (GL), Remkes (VVD) en Timmer (PvdA).

Naar boven