B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 20 november
2009 en het nader rapport d.d. 25 november 2009, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State
is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 5 november 2009, no. 09.003.093, heeft
Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de Staatssecretaris van Financiën, bij de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Antigua
en Barbuda inzake de uitwisseling van informatie betreffende belastingen;
Mexico City, 1 september 2009 (Trb. 2009, ....), met toelichtende nota.
Het verdrag ziet op de uitwisseling van informatie met het oog op de belastingheffing.
De Raad onderschrijft de goedkeuring van het verdrag, maar plaatst daarbij
enige kanttekeningen.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 5 november
2009, nr. 09.003.093, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn
advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 20 november 2009, nr. W06.09.0455/III, bied
ik U hierbij aan.
1. Modelverdrag
De Raad merkt op, dat het Verdrag op verscheidene plaatsen afwijkt het
Model Agreement on Exchange of Information on Tax Matters (modelverdrag).
Nu is aangekondigd dat Nederland er naar streeft een reeks van Tax information
exchange agreements (TIEA’s) te sluiten, zal een systematische en puntsgewijze
opsomming van de afwijkingen van het modelverdrag die in de onderscheiden
verdragen zijn opgenomen, kunnen bijdragen tot transparantie.
De Raad adviseert een zodanige puntsgewijze opsomming alsnog in de toelichtende
nota op te nemen.
1. Het advies van de Raad om in de toelichtende nota een puntsgewijze
opsomming op te nemen van de afwijkingen van het OESO-modelverdrag is niet
overgenomen. Het verdrag met Antigua en Barbuda is grotendeels gebaseerd op
het modelverdrag. Substantiële afwijkingen van het modelverdrag worden
toegelicht in de toelichtende nota. Voor zover de bepalingen niet substantieel
van het modelverdrag afwijken, is het OESO-commentaar op het modelverdrag
van overeenkomstige toepassing.
2. Staatkundige hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden
In de toelichtende nota wordt geen enkele aandacht gegeven aan de staatkundige
hervorming, hoewel deze staatkundige hervorming voor verdragen als de onderhavige
onder meer ten aanzien van de omschrijving van de territoriale wateren, van
belang kan zijn.
De Raad adviseert de toelichtende nota op dit punt aan te vullen.
2. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de staatkundige
hervorming is de toelichting bij artikel 4 op dit onderdeel aangevuld.
3. Inwerkingtreding
Artikel 12, onderdeel a, van het Verdrag bepaalt dat vanaf de datum van
inwerkingtreding het Verdrag van toepassing is «for criminal tax matters
on that date». Het is niet duidelijk wat met deze term wordt bedoeld.
In de toelichtende nota wordt hieromtrent niet meer gesteld dan dat voor strafrechtelijke
belastingzaken het mogelijk is informatieverzoeken te doen die mede betrekking
hebben op zaken die op genoemde datum aanhangig zijn. De onduidelijkheid dient
te worden opgelost, nu niet nader is aangegeven of hiermee wordt bedoeld dat
een strafrechtelijk onderzoek dan wel een strafrechtelijke vervolging in gang
is gezet op of na die datum.
De Raad adviseert een en ander in de toelichtende nota te verduidelijken.
3. Gevolg gevend aan het advies van de Raad over de inwerkingtreding
is de toelichting bij artikel 4 op dit onderdeel aangevuld.
4. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Raad naar de bij
het advies behorende bijlage.
4. Aan de redactionele kanttekeningen is gevolg gegeven.
De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld verdrag
wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande
aandacht zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, verzoeken
mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld
van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te
leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
Bijlage bij het advies van de Raad van State betreffende no. W06.09.0455/III
met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.
– Anders dan in de toelichting op artikel 7 van het Verdrag wordt
gesteld, komt de tekst van artikel 7 woordelijk overeen met de tekst van het
corresponderende artikel 7 van het modelverdrag. De toelichting op artikel
7 van het Verdrag schrappen gelet op de tweede volzin van de artikelsgewijze
toelichting.
– De toelichting op artikel 8 van het Verdrag in overeenstemming
brengen met het algemeen deel van de toelichtende nota (paragraaf «Verloop
van de onderhandelingen met Antigua en Barbuda») waarin is aangegeven
dat in artikel 8, tweede lid, van het Verdrag is voorzien in een passend beschermingsniveau
van persoonsgegevens door aan te sluiten bij de Economische Partnerschap Overeenkomst
tussen de Cariforum Staten en de EU en haar lidstaten.