Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32222-VII nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 32222-VII nr. 3 |
Vastgesteld 14 december 2009
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Waarom zijn in de toelichting alleen de beleidsmatig relevante mutaties opgenomen die zijn ontstaan na de Miljoenennota 2010? Zou de minister volgend jaar de toelichting op de beleidsmatige mutaties die zijn ontstaan tussen het verschijnen van de eerste suppletoire begroting 2010 en de Miljoenennota 2011 ook kunnen opnemen in de tweede suppletoire begroting 2010, zoals wel wordt gedaan bij andere departementen?
Ik zal over de presentatie van de begrotingswijzigingen na de eerste suppletore begroting in overleg treden met de minister van Financiën.
Kunt u aangeven aan welke politiekorpsen de bijdrage van € 25 mln. zal worden verstrekt, onder welke condities en voor welke bedragen?
Ik ben voornemens de volgende regionale politiekorpsen dit jaar een artikel 3 bijdrage te verstrekken:
– Brabant-Noord € 7,880 miljoen
– Fryslân € 8,430 miljoen
– Groningen € 2,000 miljoen
– Gelderland-Zuid € 2,000 miljoen
– Haaglanden € 1,434 miljoen
De artikel 3 bijdragen zijn bedoeld om de vermogenspositie van de genoemde korpsen te versterken, de mogelijkheden tot bovenregionale samenwerking te verkennen en te ondersteunen of om niet reguliere uitgaven te dekken.
Op dit moment ben ik nog in gesprek met een tweetal korpsen om de mogelijkheid tot een aanvullende bijdrage te onderzoeken.
Welke grootscheepse mediacampagne wordt in het najaar van 2009 gevoerd? Tot wie richt zich deze campagne en wat moet bereikt worden?
De campagne Meer veiligheid op straat is gestart op 23 november 2009 en loopt tot en met de jaarwisseling. De campagne bestaat uit tv-commercials, een online campagne en een toolkit die regionaal en lokaal is in te zetten om zoveel mogelijk burgers te bereiken.
De overheid neemt, samen met decentrale organisaties, (extra) maatregelen tegen agressief gedrag op straat en tegen medewerkers met een publieke taak of functie, maar geweld tegen werknemers met publieke taak is een zorg van ons allen. Het doel van de campagne is om de boodschap uit te zenden dat de overheid niet alleen kan zorgen voor veiligheid en ook de burger hierin een rol heeft. Als burger kun je de overheid helpen bij het creëren van meer veiligheid op straat. De burgers worden door middel van het spotje een aantal handelingsperspectieven aangeboden. Als mensen samen met andere omstanders de dader aanspreken, 112 bellen, bij het slachtoffer blijven en zich melden als getuige bij de politie, werken ze samen met de overheid aan meer veiligheid. De campagne biedt handelingsperspectieven aan het algemeen publiek. Wie getuige is van agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak en tijdens de jaarwisseling krijgt tips aangereikt hoe hij/zij kan ingrijpen. Door te handelen maken omstanders het daders moeilijker, zo niet onmogelijk. Niets is erger dan niets doen, is het uitgangspunt.
Waardoor wordt de vertraging in het netcentrisch werken veroorzaakt? Hoe groot is de vertraging en wat zijn de risico’s in het verdere invoeringsproces?
Er wordt op dit moment gewerkt aan de implementatie bij diverse veiligheidsregio’s. De landelijke uitrol loopt traag omdat implementatie een beroep doet op de middelen van de veiligheidsregio’s. Er zijn geen bijzondere risico’s te benoemen, omdat de bestaande systemen gewoon functioneren.
Welke systemen moeten door de vertraging van het netcentrisch werken langer operationeel gehouden worden? Wanneer kunnen deze systemen afgebouwd worden?
Het betreft diverse bestaande systemen en deze systemen worden geleidelijk afgebouwd. Het een en ander is uiteraard afhankelijk van het tijdpad van implementatie bij de betreffende veiligheidsregio en de landelijke crisis en coördinatiecentra.
Welke regiokorpsen ontvangen een artikel 3 bijdrage en hoe groot zijn deze bijdragen?
Zie antwoord op vraag 2.
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel het medegebruik is van de C2000 opstelpunten door derden? Wie zijn specifiek die derden en hoeveel (in financiële eenheden uitgedrukt), per gebruiker, maken ze gebruik van de C2000-opstelpunten?
Er zijn twee vormen van medegebruik van het C2000 netwerk. Commerciële providers kunnen tegen betaling van een jaarlijkse vergoeding ad € 5 500,– apparatuur installeren in de zendmasten en daklocaties van het C2000 netwerk. Het hiermee samenhangende contractbeheer en incasso van de jaarlijkse vergoeding geschiedt door tussenkomst van de Dienst der Domeinen.
Daarnaast is er een beperkt aantal organisaties op het netwerk toegelaten. Dit zijn de Bijzondere Gebruikers met een eigenstandige OOV taak, zoals: de Douane, de Dienst Vervoer en Ondersteuning van het ministerie van Justitie, de rampenvloot van de KNBRD, en de Regionaal Gelieerden die de politie de brandweer, en de regionale ambulance voorzieningen ondersteunen bij de uitvoering van hun taken (boswachters, stadswachten etc). De Bijzondere gebruikers en de regionaal gelieerden betalen € 1200 per randapparaat als bijdrage aan de instandhoudingkosten voor C2000 netwerk.
Waarom worden onder artikel 1.2.d. de programma-uitgaven voor kort lopende projecten ondergebracht onder 1.1.b. de apparaatsuitgaven? Betekent dit een verandering in het type uitgaven voor deze projecten?
Het betreft hier apparaatsuitgaven voor de Staatscommissie Grondwet en het project Staatsrecht in bedrijf.
Kunt u het verschil specificeren tussen de € 635 (x1000) betreffende artikel 1.2.e (Huis voor Democratie en Rechtstaat) en de € 500 (x1000) die gehanteerd wordt in TK 32 222-IIA? Kunt u het verschil verklaren met de aangenomen motie 31 200 VII nr. 27 waarin gesproken wordt over € 500 (x1000)?
Voor het Huis voor Democratie en Rechtsstaat wordt van twee begrotingen in totaal € 635 000 overgeheveld. De Tweede Kamer draagt € 500 000 bij (zie Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 222 IIA, nr. 2, p. 4–5). Het Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) draagt € 135 000 bij. Ten onrechte staat de begroting van VROM vermeld. Het amendement Schinkelshoek / Heijnen (Tweede Kamer vergaderjaar 2007–2008, 31 200 VII, nr 27) betrof het budget voor 2008.
Waardoor is de tegenvaller bij het beheer van officiële publicaties ontstaan? Hoe worden verdere tegenvallers voorkomen?
We brengen op dit moment de structurele uitgaven die hiermee gepaard gaan in beeld. Bij Voorjaarsnota 2010 informeren wij Uw Kamer hier nader over.
Kan de verklaring ter toelichting op artikel 7.4.b «dit komt door de personele invulling van het project» nader worden toegelicht? Wat is exact het probleem?
Genoemd probleem hangt samen met krapte op de arbeidsmarkt. Voor de uitvoering van het programma mGBA zijn specialisten nodig die moeilijk zijn te vinden op de arbeidsmarkt. Het heeft dan ook de nodige tijd gekost om deze te vinden. Uitvoering van het project met minder gekwalificeerde medewerkers zou onverantwoord zijn.
Waarom zijn de bedragen die behoren bij de overheveling van artikel 11.9 ad € 2,6 miljoen naar artikel 12.1 ad € 4,4 miljoen niet in lijn met elkaar?
De genoemde bedragen zijn niet aan elkaar gelijk, omdat tegelijkertijd budget wordt overgeheveld van artikel 11,9 naar 12.1 en het budget doorschuift naar 2010.
Hoe kan er tijdig worden gestart met de projecten indien deze gepland waren voor 2008 en 2009 en nu doorschuiven naar latere jaren?
Zie antwoord vraag 12.
Welke extra taken in het kader van de bedrijfsvoering zijn ontstaan? Hoeveel extra kosten per bedrijfsvoeringstaak worden er gemaakt? Wat is het argument om zoveel meer aan bedrijfsvoeringskosten uit te geven?
De budgetten op het niet-beleidsartikel t.b.v. de beheersmatige ondersteuning van het BZK-beleid voorzien in vaste/structurele activiteiten en kosten. Er zijn geen nieuwe taken ontstaan, de uitvoeringskosten van onderstaande projecten vallen hoger uit dan geraamd.
Het betreft hier de volgende bedrijfsvoeringsonderwerpen:
– Rijksbrede trajecten GOUD (digitale werkomgeving Rijk) (€ 0,8 mln)
– Rijksbrede Huisstijl (€ 0,3 mln)
– Digidoc II (de BZK digitale documentenhuishouding) (€ 0,7 mln)
– Huisvesting (€ 3,3 mln).
Wat wordt bedoeld met de mededeling «om het tijdig met de uitvoering van verschillende projecten programma vernieuwing rijksdienst te starten, zijn uitgaven voor 2008 en 2009 voor verschillende projecten ten behoeve van de kwaliteit van de informatievoorziening van het rijk over de jaren, en over de verschillende artikelen heen getemporiseerd»?
Zie antwoord op vraag 12.
Welke artikelen op de begroting van BZK dragen bij aan de dekking voor deze extra kosten in de bedrijfsvoering van BZK?
Zie antwoord op vraag 14.
Welke programma-uitgaven op de artikelen ter dekking van de extra bedrijfvoeringskosten voor BZK komen niet meer tot uitbetaling en wat betekent dit voor het bereiken van het doel van een dergelijk artikel, bijvoorbeeld voor het doel in het project Goud en het project Rijksbrede Huisstijl?
Zie antwoord op vraag 14.
Artikel 11.6.f. Kunt u verklaren waarom er minder mensen zijn overgestapt van het rijk naar het onderwijs? Zo ja, hoeveel mensen zijn er overgestapt en wat is uw verklaring? Kunt u een financiële specificatie verstrekken aangaande het bedrag van € 1121 (x1000)?
Er zijn 5 rijksambtenaren van het Rijk naar het onderwijs ingestroomd. De verklaring hiervoor is als volgt:
• Er zijn 107 vacatures aangemeld, waarvan het merendeel uiteindelijk toch extern vervuld is door een (vak)bevoegde leraar. Scholen staan huiverig tegenover het aannemen van (nog) niet bevoegde docenten; het vergt een extra inspanning om hen op te leiden en te begeleiden;
• Van de 171 aangemelde kandidaten waren er 71 geschikt, waarvan zich 19 hebben teruggetrokken;
• Van de overgebleven kandidaten had slechts een enkeling een voorkeur voor een exact vak waar juist de meeste vraag naar is;
• Veel vacatures binnen het onderwijs zijn deeltijdfuncties; ambtenaren stappen vaak vanuit een fulltime baan over en willen ook weer een fulltime baan.
Het bedrag van € 1 121 000 bestaat uit meerdere onderdelen die betrekking hebben op de post organisatie en personeel Rijk. De belangrijkste post is de pilot «Tussen Rijk en Onderwijs». Hiervoor was een bedrag beschikbaar gesteld van € 625 000. Het restant bestaat uit kleinere posten, zoals het budget voor flexibilisering en werkgeversrol.
Samenstelling:
Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Algra (CDA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Anker (CU), Heijnen (PvdA) en Bilder (CDA).
Plv. leden: Teeven (VVD), Azough (GL), Van der Vlies (SGP), Joldersma (CDA), Smilde (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Cramer (CU), Kraneveldt-van der Veen (PvdA) en Van Haersma Buma (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32222-VII-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.