Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I komt te luiden:
ARTIKEL I
In de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt na artikel 12 een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 5: Uitbetaling vergoedingen
Artikel 13
Schadeloosstellingen, uitkeringen en andere financiële vergoedingen op grond van deze wet worden uitsluitend in persoon uitbetaald.
Vorderingen op grond van deze wet zijn niet overdraagbaar aan derden.
B
In artikel II wordt «artikel 3a» vervangen door «artikel 3b» en wordt «artikel 3b» vervangen door: artikel 3c.
C
Artikel IV komt te luiden:
ARTIKEL IV
Indien het door het lid Van Raak op 29 juli 2009 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene pensioenwet
politieke ambtsdragers en enige andere wetten in verband met de toepassing van het sociale zekerheidsstelsel op politieke
ambtsdragers (Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers) (32 023) tot wet is of wordt verheven en later dan deze wet in werking treedt, komt artikel I, onder IV, van die wet te luiden:
IV
Hoofdstuk 10 komt te luiden:
Hoofdstuk 10. Financiële aanspraken bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Artikel 51
1. De voor het personeel in de sector Rijk krachtens artikel 125 van de Ambtenarenwet geldende financiële aanspraken bij werkloosheid,
ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn van overeenkomstige toepassing bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid van
een Kamerlid.
2. Bedragen die op grond van het eerste lid worden uitgekeerd worden in persoon uitbetaald. De financiële aanspraken, bedoeld
in het eerste lid, zijn niet overdraagbaar aan derden.
D
Artikel V komt te luiden:
ARTIKEL V
Indien het door het lid Van Raak op 29 juli 2009 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene pensioenwet
politieke ambtsdragers en enige andere wetten in verband met de toepassing van het sociale zekerheidsstelsel op politieke
ambtsdragers (Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers) (32 023) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking
treedt als deze wet komt artikel III, onder A, van deze wet te luiden:
A
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bedragen die op grond van het eerste lid worden uitgekeerd worden in persoon uitbetaald. De financiële aanspraken, bedoeld
in het eerste lid, zijn niet overdraagbaar aan derden.
TOELICHTING
Met deze nota van wijziging wordt in het wetsvoorstel een aantal wijzigingen doorgevoerd die verband houden met de samenloop
met andere wetsvoorstellen.
A en B
In het wetsvoorstel zijn in de artikelen IV en V bepalingen opgenomen die zien op de samenloop met het voorstel van wet houdende
harmonisatie van uitkeringsrechten van leden van de Tweede Kamer, wijzigingen in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties
en inkomsten uit nevenfuncties van leden van de Eerste en Tweede Kamer en leden van het Europees Parlement en enkele technische
wijzigingen (30 693). Dat wetsvoorstel is inmiddels in werking getreden en de bepalingen die zien op de samenloop met dat voorstel (artikel IV
en V) kunnen dan ook komen te vervallen. Wel dient in het wetsvoorstel een aantal wijzigingen te worden doorgevoerd die verband
houden met de inwerkingtreding van het voornoemde wetsvoorstel. Deze wijzigingen zijn opgenomen in de onderdelen A en B.
C en D
Deze bepalingen regelen een nieuwe wetstechnische samenloop van dit wetsvoorstel met het bij de Tweede Kamer aanhangige voorstel
van wet houdende wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en enige andere wetten in verband met de toepassing
van het sociale zekerheidsstelsel op politieke ambtsdragers (Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers) (32 023).
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner