32 218
Subsidiariteitstoets ontwerprichtlijn minimumnormen asiel

A
nr. 5
BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE EERSTE EN VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

De vicevoorzitter van de Europese Commissie mevrouw M. Wallström

Den Haag, 15 december 2009

Geachte mevrouw Wallström,

Beide Kamers der Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden hebben – overeenkomstig de door hen vastgestelde procedures – het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en de inhoud van de verleende bescherming (herschikking) (COM (2009)551) getoetst aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Zij hebben daarmee toepassing gegeven aan artikel 5 EU-Verdrag en Protocol 2 bij dit Verdrag betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.

Beide Kamers der Staten-Generaal zijn van oordeel dat in de EU-verdragen voldoende rechtsgrondslag bestaat voor maatregelen zoals voorgesteld in de ontwerprichtlijn. Ten aanzien van de subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel zijn de beide Kamers der Staten-Generaal van oordeel dat er geen bezwaren zijn gebleken.

Hoogachtend,

Drs. P. René H. M. van der Linden

Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Gerdi A. Verbeet

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze brief is in afschrift verzonden aan de voorzitters van de Raad en het Europees Parlement, alsmede aan de Nederlandse regering en het secretariaat van COSAC.

Naar boven