nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 31 oktober 2009
te Tilburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en het Koninkrijk België over de terbeschikkingstelling van een penitentiaire
inrichting in Nederland te behoeve van de tenuitvoerlegging van bij Belgische
veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen ingevolge artikel 91, eerste lid,
van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het
Koninkrijk daaraan kan worden gebonden en voorts dat het noodzakelijk is enige
wettelijke voorzieningen te treffen teneinde uitvoering te geven aan genoemd
verdrag;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 31 oktober 2009 te Tilburg tot stand gekomen Verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België over de terbeschikkingstelling
van een penitentiaire inrichting in Nederland ten behoeve van de tenuitvoerlegging
van bij Belgische veroordelingen opgelegde vrijheidsstraffen, waarvan de Nederlandse
en Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2009, 202, wordt goedgekeurd
voor Nederland.
Artikel 2
1. De Nederlandse wet is niet van toepassing op vrijheidsbeneming
ondergaan ten gevolge van de tenuitvoerlegging van bij Belgische veroordelingen
opgelegde vrijheidsstraffen in de penitentiaire inrichting te Tilburg, overeenkomstig
het in artikel 1 genoemde verdrag.
2. In afwijking van het eerste lid is op de medische zorgverstrekking
in de penitentiaire inrichting te Tilburg artikel 42, eerste en
tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet van toepassing.
Artikel 3
1. Het begeleid vervoer over Nederlands grondgebied van de gedetineerden,
bedoeld in het in artikel 1 genoemde verdrag, van en naar de penitentiaire
inrichting te Tilburg geschiedt in opdracht van de directeur van de penitentiaire
inrichting te Tilburg door en onder de bewaking van door Onze Minister van
Justitie aangewezen Nederlandse ambtenaren.
2. De ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, zijn bevoegd alle dienstige
maatregelen te nemen ter beveiliging van de gedetineerden en ter voorkoming
van hun ontvluchting.
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij is geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,