32 213 (R 1903)
Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 18 januari 2010

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, eerste lid, komt te luiden:

1. Curaçao en Sint Maarten hebben elk de hoedanigheid van land in het Koninkrijk.

B

Artikel I, tweede lid, komt te luiden:

2. Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn onderdeel van het staatsbestel van Nederland.

C

In artikel II, onder A, wordt «overwegende dat Curaçao en Sint Maarten uit vrije wil hebben verklaard deze rechtsorde als landen te aanvaarden» vervangen door: overwegende dat Curaçao en Sint Maarten elk uit vrije wil hebben verklaard deze rechtsorde als land te aanvaarden.

D

Artikel II, onder D, komt te luiden:

D

Artikel 12, vierde lid, komt te luiden:

4. Wensen meerdere Gevolmachtigde Ministers aan het voortgezette overleg deel te nemen, dan geschiedt dit overleg tussen deze Gevolmachtigde Ministers, een even groot aantal ministers en de minister-president. Het tweede lid van artikel 10 is van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

De wijzigingen worden mede namens de Minister-President en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingediend.

Onderdelen A, B en C

Naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer over het voorstel van rijkswet wordt in artikel I, eerste lid, van het wetsvoorstel het woord «elk» toegevoegd. Hierdoor kan er geen misverstand over bestaan dat Curaçao en Sint Maarten elk afzonderlijk de status van land in het Koninkrijk verkrijgen. Om dezelfde reden wordt ook het woord «elk» toegevoegd in de betreffende zinsnede van de preambule.

In artikel I, eerste en tweede lid, worden de woorden «De eilandgebieden» geschrapt omdat deze term gebruikt wordt om de staatkundige hoedanigheid van de betreffende eilanden binnen het land de Nederlandse Antillen aan te duiden. Op het moment dat artikel I in werking treedt, bestaat het land de Nederlandse Antillen niet meer en hebben de betreffende eilanden ook niet langer de status van eilandgebieden binnen dat land.

Onderdeel D

Naar aanleiding van het verslag van de Tweede Kamer over het voorstel van rijkswet wordt voorgesteld om het vierde lid van artikel 12 anders te formuleren waardoor het in eerste instantie voorgestelde vijfde lid niet langer noodzakelijk is.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven