32 213 (R1903) Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

Nr. 21 AMENDEMENT VAN DE BIJZONDERE GEDELEGEERDEN WEVER EN THIJSEN

Ontvangen 12 april 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel II, wordt na onderdeel J een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

Aan artikel 55, tweede lid, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: De landsverordening, bedoeld in de tweede en derde volzin treedt niet in werking dan nadat een meerderheid van de kiesgerechtigden voor de Staten in een bij landsverordening geregeld referendum voor de landsverordening bedoeld in de tweede en derde volzin heeft gestemd. Het referendum vindt plaats binnen zes maanden nadat de landsverordening door de Staten is goedgekeurd.

Toelichting

Met dit amendement bewerkstelligen de indieners dat de inwerkingtreding van een landsverordening die een wijziging van het Statuut beoogd en die door de Staten is goedgekeurd, slechts plaatsvindt nadat de bevolking hiermee heeft ingestemd bij referendum. Indien bij dit referendum niet een volstrekte meerderheid van het aantal kiesgerechtigden zich uitspreekt vóór wijziging van het Statuut, heeft deze wijziging geen doorgang. De indieners zijn van mening dat hiermee het democratisch deficit wordt opgeheven.

Wever

Thijsen

Naar boven