32 213 (R1903) Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

Nr. 17 AMENDEMENT VAN DE BIJZONDER GEDELEGEERDEN WEVER EN THIJSEN

Ontvangen 12 april 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel II, onderdeel E, wordt in artikel 12a de zinsnede «kunnen voorzieningen worden getroffen» vervangen door: worden voorzieningen getroffen.

Toelichting

Wat betreft de in artikel 12a voorgestelde bepaling geldt dat deze volgens de indieners van dit amendement te vrijblijvend geformuleerd is. De tekst laat in het midden welke geschillen behandeld kunnen worden. Wil er sprake zijn van het scheppen van een adequate voorziening voor een onafhankelijke beslechting van geschillen over de juridische interpretatie van de door de drie landen gezamenlijk overeengekomen Statutaire bepalingen, dan moet nu duidelijk blijken dat de landen zich bij voorbaat committeren om op grond van artikel 12a mee te werken aan het tot stand brengen van een adequate onafhankelijke voorziening tot beslechting van juridische geschillen ten aanzien van de interpretatie van de bepalingen van het Statuut.

Nu volgens de memorie van toelichting een effectieve behartiging van de gemeenschappelijke aangelegenheden wordt bevorderd door geschillen tussen de landen of tussen het Koninkrijk en een of meer landen niet te lang te laten voortduren en door de intensivering van de samenwerking de kans op geschillen toeneemt, is dit het juiste moment om te voorzien in de fundamentele lacune in het Koninkrijksbestel. Het is urgent om ook in het Koninkrijksbestel het rechtstatelijke principe onverkort te laten gelden en in het legaliteitsdeficit te voorzien.

Wever

Thijsen

Naar boven