32 213 (R1903)
Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

nr. 10
BRIEF VAN DE STATEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederland, 23 februari 2010

Met betrekking tot Uw brief d.d. 17 februari 2010 (zie bijgaand) moge ik U het volgende mededelen.

Zoals U bekend is, zijn op 22 januari 2010, hier te lande verkiezingen voor de Staten van de Nederlandse Antillen gehouden. Na de uitslag heeft Z.E. de Gouverneur, zoals gebruikelijk, het proces om te komen tot een nieuw kabinet, op gang gezet. Dit proces is thans gaande. Niettemin ziet het er naar uit dat de formatie van een nieuwe regering binnen een kort tijdsbestek haar beslag zal krijgen.

Conform de bepalingen van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen zullen de (nieuwe) Staten op 26 maart 2010 aantreden.

Het lijkt mij dan dat na 26 maart a.s. de Staten beter in staat zullen zijn om te bepalen of en wie als bijzondere gedelegeerden bij de behandeling van de betreffende ontwerp-rijkswetten aanwezig zullen zijn, in de periode van 6 april 2010 tot en met 15 april 2010, zoals U heeft aangegeven.

Uiteraard zult U t.z.t. geïnformeerd worden over het een en ander.

Met collegiale groeten,

De voorzitter der Staten,

P. J. Atacho

BIJLAGE

Aan de Voorzitter der Staten van de Nederlandse Antillen

’s-Gravenhage, 17 februari 2010

Zeer geachte collega,

In het kader van de staatkundige vernieuwing van het Koninkrijk zullen door de Tweede Kamer der Staten-Generaal van dinsdag 6 april 2010 tot en met donderdag 15 april 2010 de volgende voorstellen van rijkswet worden behandeld:

32 017 (R 1884) Regeling van taken en bevoegdheden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie)
  
32 018 (R 1885)Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de samenwerking daartussen (Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
  
32 019 (R 1886) Regeling van de inrichting, de organisatie, het gezag en het beheer van de politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de onderlinge samenwerking tussen de politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba)
  
32 020 (R 1887) Regeling van de instelling, taken en bevoegdheden van de Raad voor de rechtshandhaving van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving)
  
32 026 (R 1888)Regels voor het financieel toezicht op de landen Curaçao en Sint Maarten (Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten)
  
32 041 (R 1890) Vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire, en tussen Sint Maarten en Saba
  
32 178 (R 1898) Reglement voor de Gouverneur van Curaçao
  
32 179 (R 1899) Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten
  
32 186 (R 1901) Wijziging van verschillende rijkswetten in verband met de verkrijging van de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk door Curaçao en Sint Maarten en de toetreding van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot het Nederlandse staatsbestel (Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen)
  
32 213 (R1903) Wijziging van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de staatkundige hoedanigheid van de eilandgebieden van de Nederlandse Antillen (Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen)

Ik verzoek u mij tijdig te berichten of, en zo ja welke, bijzondere gedelegeerden namens de Staten aanwezig zullen zijn bij de behandeling van deze wetsvoorstellen.

Zodra nadere details rondom de behandeling bekend worden, zullen deze uiteraard zo spoedig mogelijk ter kennis worden gebracht aan de Staten.

Met collegiale groet,

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

Naar boven