32 211 Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 april 2010

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden in de omschrijving van «seksbedrijf» de woorden «of het verrichten van» vervangen door: of tot het verrichten van.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. Inschrijving vindt plaats door tussenkomst van een burgemeester. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijst de gemeenten aan waar de inschrijving kan plaatsvinden.

2. In het vierde lid wordt «de mogelijkheden van beëindiging» vervangen door: de mogelijkheden tot hulp bij het beëindigen.

3. In het zesde lid, onder a, wordt «18 jaar» vervangen door: 21 jaar.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «van de burgemeester» vervangen door: door tussenkomst van de burgemeester.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het bewijs wordt overhandigd na een gesprek, waarin op een voor de prostituee begrijpelijke wijze de informatie, bedoeld in artikel 4, vierde lid, wordt besproken.

D

In artikel 10, eerste lid, wordt na «klanten» een komma geplaatst.

E

In artikel 12, eerste lid, aanhef, wordt «wordt opgave gedaan» vervangen door: en wordt opgave gedaan.

F

In artikel 14, eerste lid, onder g, wordt de zinsnede »nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, het» vervangen door: , indien het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, indien het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt,.

G

In artikel 15, derde lid, wordt «prostituees en klanten» vervangen door: prostituees of klanten.

H

In artikel 17, onderdeel c, wordt «de artikelen 19, 20, 21, 22 en 25» vervangen door: de artikelen 19, 21, 22, 24 en 25.

I

In artikel 18, eerste lid, wordt onderdeel e geletterd f, en wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. indien is gehandeld in strijd met de in het bedrijfsplan, bedoeld in artikel 24, beschreven maatregelen;.

J

Artikel 20 vervalt.

K

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt na «ambtenaren» ingevoegd: , niet zijnde ambtenaren van politie.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Met de opsporing van de bij artikel 29 en 30 strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de in het eerste lid bedoelde ambtenaren. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een bevel, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.

L

In artikel 28 wordt «waar prostitutie plaatsvindt» vervangen door: waar bedrijfsmatig prostitutie plaatsvindt.

M

In artikel 32 vervalt: 20,.

N

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt «28 weken» vervangen: een jaar.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Voor registraties als bedoeld in artikel 5, eerste lid, verricht binnen een jaar na inwerkingtreding van artikel 4, wordt de periode van drie jaar, bedoeld in artikel 5, eerste lid, gerekend vanaf het moment dat dat jaar is verstreken.

3. In afwijking van artikel 4, zesde lid, wordt een verzoek tot inschrijving niet geweigerd aan een prostituee die de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 4.

O

In artikel 37 wordt «twaalf maanden» vervangen door: een jaar.

Toelichting

Ad A

Om duidelijker te maken dat in de omschrijving van «seksbedrijf» het element «bedrijfsmatig gelegenheid geven» ook is verbonden met het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling, is het woord «tot» ingevoegd.

Ad B

Ad onderdeel 1

Het wetsvoorstel zoals ingediend bepaalt dat de prostituee bij haar verzoek tot inschrijving in het register schriftelijk informatie ontvangt over diverse aspecten van het beroep. Bij nadere beschouwing verdient het de voorkeur dat er niet alleen schriftelijke informatie wordt verstrekt, maar dat er ook een gesprek wordt gevoerd met iedere prostituee die geregistreerd wordt (zie de wijziging onder C). Het kan zijn dat er een tolk bij het gesprek moet zijn. Ook is het gewenst dat er in de gemeente voor deze doelgroep relevante hulpverleningsorganisaties gevestigd zijn. Een dergelijke «infrastructuur» is niet in ieder gemeente aanwezig, en het is ook niet reëel (en zelfs niet gewenst) dat iedere gemeente die zou gaan ontwikkelen. Om die reden wordt afgezien van de aanvankelijke keuze dat in ieder gemeente de inschrijving kan plaatsvinden. Deze zal worden geconcentreerd in een beperkt aantal gemeenten. Dat kunnen de 25 gemeenten zijn die in de bijlage van de Politiewet 1993 per regio als eerste staan genoemd. Deze gemeenten werden al genoemd in het voorstel zoals ingediend, maar de reden daarvan was het bieden van een alternatief aan prostituees die liever niet in de eigen woonplaats hun registratie wilden regelen. Van die 25 gemeenten zijn er 23 tevens centrumgemeente in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Die gemeenten zijn naar verwachting bij uitstek geschikt om inschrijvingen van prostituees te verwerken. Er zou dus ook voor een selectie uit de 43 WMO-centrumgemeenten kunnen worden gekozen. Dit moet nader bezien worden. Bij deze nota van wijziging wordt voorgesteld dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de gemeenten van inschrijving aanwijst.

Ad onderdeel 2

De wijziging brengt beter tot uitdrukking dat de informatie verstrekking mede betrekking heeft op zogeheten uitstapprogramma’s, dus op concrete hulp bij het desgewenst stoppen met werken als prostituee.

Ad onderdeel 3

Deze wijziging brengt de leeftijd om als prostituee geregistreerd te kunnen worden op 21 jaar. In de nota naar aanleiding van het verslag zijn de gronden voor deze wijziging uiteengezet. Artikel 36 bevat overgangsrecht in verband met deze wijziging.

Ad C

Omdat het louter verstrekken van schriftelijke informatie te weinig garantie biedt dat de prostituee in kwestie voldoende kennis heeft van haar rechten, van de risico’s van haar werk en van de mogelijkheden om de werkzaamheden te beëindigen en de hulp die daarbij mogelijk is, wordt bepaald dat er ook een gesprek met haar moet worden gevoerd.

Dit gesprek wordt gekoppeld aan het moment dat haar het registratiebewijs wordt overhandigd. Op het moment dat zij een verzoek tot inschrijving doet, ontvangt de prostituee schriftelijke informatie. De tijd tussen de beide momenten kan gebruikt worden om de informatie te lezen, om zo goed voorbereid te zijn op het gesprek. Het praktische element van de koppeling van het gesprek aan de uitreiking van het registratiebewijs is, dat de gemeente zorg kan dragen voor bijvoorbeeld de aanwezigheid van hulpverleners wanneer de prostituee is opgeroepen om het bewijs in ontvangst te nemen.

Onder «op begrijpelijke wijze» valt onder meer te verstaan dat er zo nodig een tolk aanwezig is. Tevens impliceert deze bepaling dat de ambtenaar die namens de burgemeester het registratiebewijs overhandigt, zich ervan vergewist of de informatie wordt begrepen door de prostituee.

Dit gesprek zal naar verwachting leiden tot extra lasten voor de desbetreffende gemeenten. De jaarlijkse kosten die hiermee gepaard gaan voor deze gemeenten in totaal, worden geschat op circa €550.000. Hierbij is uitgegaan van een geschat aantal prostituees van 20.000 en de inschatting dat een gesprek ongeveer een half uur in beslag zal nemen. Het Rijk zal ingevolge artikel 108 van de Gemeentewet overgaan tot vergoeding van deze kosten.

Ad D, E, G en O

Deze wijzigingen betreffen het herstel van enkele technische onvolkomenheden.

Ad F

Het is niet gewenst dat personen, jonger dan 18 jaar, werkzaam zijn in de seksbranche, in welke hoedanigheid dan ook. Daarom was artikel 14, eerste lid, onder g, opgenomen in het wetsvoorstel. Aangezien voor prostituees de minimumleeftijd nu is bepaald op 21 jaar, is dit artikelonderdeel aangepast, om ieder misverstand over de betekenis van de bepaling uit te sluiten.

Ad H

Het is om diverse redenen van belang dat een prostitutiebedrijf over een bedrijfsplan beschikt. Artikel 24 regelt dat. Om het belang daarvan te onderstrepen, wordt nu in artikel 17, dat de gronden voor een verplichte intrekking van een vergunning regelt, in onderdeel c, ook een verwijzing opgenomen naar het bedrijfsplan. Blijft een bedrijf op dit punt in gebreke, dan leidt dat tot intrekking van de vergunning.

Ad I

Indien er wel een bedrijfsplan aanwezig is, maar de exploitant houdt zich niet aan de maatregelen die daarin beschreven (moeten) zijn, moet dat kunnen leiden tot het intrekken van de vergunning (artikel 18, nieuw onderdeel e). Deze relatief zware sanctie onderstreept het belang dat wordt gehecht aan maatregelen die onder meer de positie van de prostituee beogen te versterken.

Ad J en M

De wijziging in onderdeel J is toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag (zie de artikelsgewijze toelichting bij artikel 20). Onderdeel M doet in artikel 32 een verwijzing naar artikel 20 vervallen.

Ad K

De aanvulling van het eerste lid brengt tot uiting dat de gemeenten hun toezicht op de naleving van gemeentelijke vergunningen die zijn verstrekt in het kader van deze wet, niet kunnen laten uitvoeren door de politie. In de nota naar aanleiding van het verslag is dit nader toegelicht.

Het tweede lid bevat de standaardbepaling die wordt gebruikt indien het wenselijk wordt geacht dat andere ambtenaren dan politieambtenaren bevoegd zijn op te treden tegen strafbare feiten. In het kader van deze wet betekent het dat toezichthoudende gemeenteambtenaren strafrechtelijk kunnen optreden indien zij bij de uitoefening van hun toezichtswerkzaamheden stuiten op de strafbare feiten, genoemd in de artikelen 29 en 30 van deze wet.

Alle bevoegdheden van ambtenaren van politie blijven onverkort van toepassing.

Ad L

Deze wijziging is toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag (zie de artikelsgewijze toelichting bij artikel 28).

Ad N

De inschrijving (behandelen van verzoek, voeren van gesprek, uitreiken van registratiebewijs), zal de eerste keer een forse belasting zijn voor het (zie de wijziging van artikel 4, derde lid) beperkte aantal gemeenten via welke de inschrijving loopt. De wijziging in onderdeel 2 leidt ertoe dat deze periode tot een jaar wordt verlengd. Een tijdige afhandeling van alle verzoeken tot registratie is noodzakelijk, omdat na de periode van inschrijving prostituees zonder registratiebewijs in overtreding zijn. Op deze wijze kunnen de inschrijvingen enigermate in de tijd gespreid worden. Omdat de geldigheidsduur van een registratie beperkt is, zou een «vroege» inschrijving als nadeel hebben dat materieel de geldigheid korter is vanaf het moment dat de registratie verplicht is. Daarom regelt onderdeel 3 dat de geldigheidsperiode begint op het moment dat de registratie verplicht is. De wijziging in onderdeel 4 maakt het mogelijk dat de inschrijving plaatsvindt door prostituees die nog geen 21 jaar zijn, maar wel ten minste 20 jaar op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 4. Zonder deze uitzondering zouden deze prostituees buiten hun schuld in de situatie kunnen komen dat zij in overtreding zijn.

In de periode tussen de inwerkintreding van de wet en het tijdstip dat artikel 2 van toepassing wordt, staat het een ieder van 18 jaar en ouder vrij om actief te zijn in de prostitutie. Voor sommigen van hen geldt dat zij geen 21 jaar zullen zijn op het tijdstip dat artikel 2 van toepassing wordt. Gelet op de nieuwe leeftijdsgrens zullen zij zich dus niet kunnen laten registreren. De kans bestaat dat degenen die op dat moment als prostituee werkzaam zijn én dat willen blijven doen, hun werkzaamheden illegaal voortzetten. Toch is er voor gekozen voor deze groep geen uitzondering te maken op de leeftijdsgrens. Het moment kan niet als een verrassing komen: ten minste een jaar voor van tevoren weten zij dat zij geen 21 zullen zijn op het moment dat artikel 2 van toepassing wordt. Een uitzondering zou betekenen dat er de eerste jaren na inwerkingtreding van de wet toch prostituees geregistreerd werkzaam kunnen zijn terwijl zij nog geen 21 jaar zijn. Ik acht dat ongewenst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

, minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven