32 211 Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)

Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2013

Per brief van 20 juni jl. verzocht de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mij uw Kamer te informeren over de gevolgen van de schorsing van de behandeling van de wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche voor het beleid inzake prostitutie en mensenhandel.

Tijdens de tweede termijn van de behandeling van het wetsvoorstel op 28 mei jl. in de Eerste Kamer heb ik toegezegd schriftelijk in te gaan op twee moties die zijn ingediend. Aan deze toezegging heb ik voldaan met mijn brief van 25 juni (Kamerstuk 32 211, nr. M), waarin ik tevens, op verzoek van het lid Witteveen, inga op de beschikbare capaciteit voor de implementatie van de wet en de bestrijding van mensenhandel.

Na ontvangst van de brief heeft de Eerste Kamer besloten tot voortzetting van de behandeling in derde termijn van het wetsvoorstel voor het zomerreces. Nadat de Eerste Kamer zich heeft uitgesproken over het wetsvoorstel is het mogelijk de gevolgen van die uitspraak voor het beleid inzake prostitutie en mensenhandel te schetsen. Ik zal u daar zo snel mogelijk na de behandeling over informeren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven