32 211 Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche)

Nr. 30 DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 februari 2011

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, vervalt: registratiebewijs: het bewijs, bedoeld in artikel 6.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Bij het verzoek wordt opgave gedaan van het telefoonnummer dat de prostituee in advertenties zal gebruiken.

2. Het zevende lid komt te luiden:

7. In het register worden opgenomen:

  • a. het telefoonnummer, bedoeld in het vierde lid,

  • b. het nummer, bedoeld in artikel 6, en

  • c. het burgerservicenummer van de prostituee.

C

Artikel 5, vierde lid, komt te luiden:

4. De prostituee meldt een wijziging van het telefoonnummer, bedoeld in artikel 4, vijfde lid, zo spoedig mogelijk aan de burgemeester, ter verwerking in het register.

D

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

De prostituee ontvangt door tussenkomst van de burgemeester, bedoeld in artikel 4, derde lid, het nummer waaronder zij is ingeschreven in het register, na een gesprek waarin op een voor de prostituee begrijpelijke wijze de informatie, bedoeld in artikel 4, vierde lid, wordt besproken.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «politietaak» ingevoegd: en worden uitsluitend gebruikt voor het toezicht op de naleving van artikel 2.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De beheerder van het register draagt ervoor zorg dat eenieder kan nagaan of een prostituee is ingeschreven in het landelijk register van prostituees.

3. In het derde lid wordt voor «de registratie» ingevoegd «en» en vervalt: , en het registratiebewijs.

F

In artikel 12, tweede lid, wordt «onder a en b» vervangen door: onder a, b en c.

G

In artikel 14, eerste lid, onder i, wordt «op prostitutiebedrijf» vervangen door: op een prostitutiebedrijf.

H

Artikel 22 komt te luiden:

Artikel 22

Het is een exploitant verboden een prostituee die niet is ingeschreven in het landelijk register van prostituees, voor zich te laten werken.

I

In artikel 26, vierde lid, «dat eenieder zich ervan kan vergewissen» vervangen door: dat eenieder kan nagaan.

J

Artikel 29 komt te luiden:

Artikel 29

1. Hij die gebruik maakt van de seksuele diensten van een prostituee zonder dat hij op bij algemene maatregel van bestuur bepaalde wijze is nagegaan of de prostituee is ingeschreven in het landelijk register van prostituees, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Het in het eerste lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.

K

In artikel 30 vervalt onderdeel b, en wordt onderdeel c geletterd tot onderdeel b.

Toelichting

Onderdelen A, H en K (artikelen 1, 22 en 30)

Deze wijzigingen vloeien alle direct voort uit de beslissing om geen registratiebewijs te introduceren.

Onderdeel B (artikel 4)

Om nog minder gegevens op te nemen in het register, wordt nu bepaald dat de prostituee bij inschrijving slechts haar telefoonnummer dat zij zal gebruiken bij advertenties, behoeft op te geven.

Het zevende lid bepaalt dat uitsluitend dat nummer, haar registratienummer en haar burgerservicenummer zullen worden opgenomen in het register. Deze gegevens kunnen alleen worden verstrekt aan toezichthouders en politie, met het oog op de controle va de naleving van artikel 2.

Onderdelen C en D (artikelen 5 en 6)

Deze wijzigingen vloeien voort uit de wijziging die is toegelicht onder B.

Onderdeel E (artikel 8)

Een klant moet kunnen nagaan of een prostituee geregistreerd is. Daartoe moet dan worden bepaald dat de beheerder van het register dit mogelijk maakt. De klant krijgt overigens geen gegevens verstrekt uit het register: hij kan slechts nagaan of de prostituee geregistreerd is.

Deze bepaling is analoog geformuleerd aan artikel 26, vierde lid. Zie verder de toelichting bij onderdeel J. Voorts zijn het eerste en tweede lid samengevoegd.

Onderdeel F (artikel 12)

Bij tweede nota van wijziging was verzuimd het ingevoegde onderdeel c op te nemen in het tweede lid van dat artikel.

Onderdeel G (artikel 14)

In de tweede nota van wijziging ontbrak in de wijziging van artikel 14 abusievelijk een lidwoord.

Onderdeel I (artikel 26)

Omwille van redactionele consistentie wordt, net als in de (gewijzigde) artikelen 8 en 29, nu ook in artikel 26 het werkwoord «nagaan» gebruikt.

Onderdeel J (artikel 29)

Voor de strafbaarstelling van de klant zoals die in het wetsvoorstel was opgenomen, vormde het registratiebewijs een belangrijk element, omdat de klant aan de hand van het registratiebewijs zich ervan kon vergewissen dat hij diensten afnam van een geregistreerde prostituee.

Het vervallen van het registratiebewijs noopt tot aanpassing van de formulering van de strafbaarstelling. De klant moet immers wel in de gelegenheid zijn om in overeenstemming met de regels te handelen. Als norm wordt gesteld dat de klant altijd dient na te gaan of hij diensten afneemt van een prostituee die is ingeschreven in het landelijk register van prostituees. De wijze waarop de klant dit dient na te gaan, zal nader worden geregeld in een algemene maatregel van bestuur. Dat biedt tevens gelegenheid om ten aanzien van de wijze waarop de klant het legale karakter van de hem aangeboden diensten moet nagaan, een onderscheid te maken tussen verschillende vormen van prostitutie. Betreft het aanbod via prostitutiebedrijven, dan is voldoende dat de klant nagaat of het bedrijf vergund is. In dat geval mag de klant er vanuit gaan dat de daar werkzame prostituees geregistreerd zijn, hetgeen immers een verplichting is die in het onderhavige wetsvoorstel aan de exploitant wordt opgelegd (artikel 22). Ten aanzien van prostitutie die buiten het kader van een prostitutiebedrijf wordt aangeboden, kan worden gedacht aan de mogelijkheid dat de klant, telefonisch of via internet, aan de hand van het registratienummer navraag kan doen of de prostituee in het landelijk register van prostituees is opgenomen. Andere informatie wordt niet verstrekt aan de klant. Dit is voor de klant voldoende om zich er vooraf van te vergewissen of de prostituee van wie hij diensten afneemt, geregistreerd is.

Met de nu ingevoegde formulering bestaat er geen behoefte meer aan artikel 29, eerste lid, onder b, van het wetsvoorstel.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven