32 210 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2012

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel op 18 maart 2010 waarin het nieuwe accreditatiestelsel wordt geregeld, is aan uw Kamer een evaluatie binnen twee jaar na invoering toegezegd (Kamerstukken II 2009–2010 nr. 32 210, 65-5705), dat wil zeggen per 1 januari 2013, want het nieuwe stelsel is per 1 januari 2011 ingevoerd.

Het nieuwe accreditatiestelsel wordt thans door verschillende organisaties geëvalueerd. Er wordt onder meer onderzoek verricht door de Algemene Rekenkamer, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), de Inspectie van het Onderwijs en ook door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Daarnaast is NVAO zelf geëvalueerd door ENQA (European Association for Quality Assurance). Op basis van de onderzoeks- en evaluatieresultaten zal ik een overkoepelende rapportage opstellen. Ik wil, om tot een goede evaluatie te komen, deze resultaten graag afwachten. Dat betekent dat ik de rapportage in de zomer van 2013 denk te kunnen afronden en naar uw Kamer te zenden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven