32 209
Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 15 december 2009

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave Blz.

1. Inleiding 1

2. Tijdelijke vervanging 2

3. Verzoek om verlof 3

4. Geen ontslag maar verlof 3

5. Benoeming vervanger 3

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel inzake de Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte. Deze leden roepen in herinnering dat zij tegen de wijziging van de Grondwet hebben gestemd, die de basis voor onderhavige regeling heeft gelegd, alsmede tegen het wetsvoorstel Regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (TK 30 229). Met name hebben deze leden toen bezwaar gemaakt tegen de lange periode van de vervanging, namelijk 16 weken, plus de mogelijkheid van tweemaal een verlenging met 16 weken. Overigens vragen deze leden zich af of ook een regeling voor ministers, staatssecretarissen, burgemeesters en commissarissen der Koningin wordt overwogen dan wel in de maak is.

Graag willen de leden van de VVD-fractie de regering nog een paar andere vragen voorleggen.

De leden van de PVV-fractie beseffen dat een kwalitatief sterk bestuur mede gevormd wordt door goede bestuurders. Belangrijk is dan ook dat deze op een goede manier worden vervangen wanneer zij wegens zwangerschap en bevalling of ziekte hun functie tijdelijk niet kunnen vervullen.

Het streven van de regering naar een toename van het aantal vrouwen binnen het openbaar bestuur is een streven dat gedeeltelijk wordt gesteund door de leden van de PVV-fractie. Echter, deze leden willen wederom benadrukken dat het gaat om de kwaliteit van de bestuurder en dat zij daarom geen voorstander zijn van positieve discriminatie. Deze leden erkennen echter het probleem dat kan optreden wanneer er sprake is van zwangerschapsverlof of ziekte.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel dat tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden regelt. Zij willen graag enkele vragen stellen over dit voorstel.

Het is deze leden nog niet duidelijk geworden in hoeverre dit wetsvoorstel is ingegeven door behoeften in de praktijk. In het algemeen zal het werk immers tijdelijk door andere wethouders of gedeputeerden opgevangen kunnen worden. Zijn er wel echte belemmeringen om de taken toch door een ander te laten verrichten?

Verder vragen zij in hoeverre dit wetsvoorstel rekening houdt met het feit dat het de persoonlijke invulling van een ambt betreft. Zeker indien er sprake is van goede samenwerking binnen het college kan een beslissing om tijdelijk een vervanger op te nemen negatieve consequenties hebben voor de collegiale samenwerking. In hoeverre hebben leden van het college inspraak bij de vraag of vervanging noodzakelijk is? Deze leden ontvangen graag de reactie van de regering op deze punten.

2. Tijdelijke vervanging

De leden van de VVD-fractie uiten met name bezwaar tegen de lange periode van de vervanging, namelijk 16 weken, plus de mogelijkheid van tweemaal een verlenging met 16 weken. In totaal kan deze periode dan uitkomen op bijna een jaar afwezigheid van de betreffende gekozen volksvertegenwoordiger. Dat vonden de leden van de VVD-fractie geen goede zaak voor de vervulling van een volksvertegenwoordigende functie. Die periode van bijna een jaar achtten zij dan ook te lang. Ook met betrekking tot het onderhavige wetsvoorstel, dat gaat over wethouders en gedeputeerden, zijn zij die mening toegedaan.

In het onderhavige wetsvoorstel is niet gekozen voor «tijdelijk ontslag», maar voor «tijdelijk verlof». Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere motivering van dit verschil. Waarom is er niet voor uniformiteit in de regelingen gekozen?

De leden van de PVV-fractie delen de mening dat uniformiteit in deze regelingen is noodzakelijk. Het is dan ook een goed streven van de regering om deze regeling voor bestuurders (wethouders en gedeputeerde) min of meer gelijk te schakelen met de regeling van volksvertegenwoordigers, uitgezonderd de bepaling dat bestuurders «tijdelijk verlof» krijgen en niet «tijdelijk ontslag». In deze uitzondering kunnen de leden van de PVV-fractie zich vinden i.v.m. de grondwettelijke bepaling over het aantal Kamerleden.

De leden van de SGP-fractie constateren dat er in principe sprake is van een korte periode van vervanging. Zij vragen zich af of het wel logisch is om voor zo’n korte periode te vervangen. Is het ambt van wethouder of gedeputeerde niet dermate veelomvattend dat een periode van zestien weken te kort is om daadwerkelijk ingewerkt te zijn en op een verantwoorde wijze de taken uit te voeren?

Anderzijds zijn deze leden van mening dat een periode van drie maal zestien weken te lang is. De consequentie daarvan is dat een wethouder of gedeputeerde bijna een jaar verlof kan hebben. De leden van de SGP-fractie vragen zich daarom af waarom er niet is gekozen voor twee maal deze periode. Is het bij een zo langdurige ziekte niet beter om het ambt neer te leggen?

3. Verzoek om verlof

De leden van de SGP-fractie merken op dat in het wetsvoorstel nergens de eis wordt gesteld dat verlof alleen wordt gegeven als redelijkerwijs voorzienbaar is dat iemand weer zal herstellen. Hoe wordt voorkomen dat deze regeling vooral wordt gebruikt om de beslissing om te stoppen een jaar uit te stellen, indien iemand langdurig ziek blijkt te zijn? Wel wordt er gesproken over een termijn van acht weken. Waarom is de termijn op acht weken en niet op zestien weken gesteld? Deze leden ontvangen graag een nadere uiteenzetting van de regering op dit punt.

4. Geen ontslag maar verlof

De leden van de VVD-fractie vragen aandacht voor het feit dat als het gaat om volksvertegenwoordigers door de voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan wordt beslist op een verzoek tot tijdelijk ontslag. In het onderhavige wetsvoorstel wordt door het college van B en W dan wel het college van gedeputeerde staten beslist op een verzoek tot verlof. In beide gevallen gaat het om een «gebonden» besluit, want als er een medische verklaring wordt overlegd, dan wordt er een positief besluit genomen. Een «gebonden» verlofbesluit door de gemeenteraad of provinciale staten zou zich niet verdragen met de positie van volksvertegenwoordigers en het vrije mandaat. Daarom wordt het gebonden besluit door het college genomen. De vraag die opkomt, is waarom dit besluit inzake leden van de Tweede en Eerste Kamer bij de voorzitter van die Kamers ligt. Die voorzitters zijn toch ook gekozen volksvertegenwoordigers met een vrij mandaat. Kan aan de Kamervoorzitters dan wel een gebonden besluit worden opgedragen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

5. Benoeming vervanger

Er is sprake van tijdelijk verlof, zo begrijpen de leden van de SGP-fractie het voorstel. Mocht de wethouder of gedeputeerde toch binnen de periode van zestien weken van zijn ziekte herstellen, dan vragen deze leden zich af in hoeverre er wettelijke belemmeringen zijn voor deze ambtsdrager om toch weer aan de slag te gaan, ondanks het feit dat ook zijn vervanger nog in functie is. Is een eenmaal aangevraagd verlof een recht of een plicht van de betrokkene? Op basis van welke bepaling is een wethouder of gedeputeerde verplicht om van zijn volledige verlofperiode gebruik te maken? Wat zijn de consequenties van een, voor het eind van zijn verlofperiode, terugkerende ambtsdrager voor de samenwerking binnen het college, nu er feitelijk sprake kan zijn van twee wethouders met dezelfde taken – namelijk degene die het recht van verlof heeft en zijn of haar vervanger?

Deze leden constateren dat er geen beperkingen gesteld worden aan de vervanging van de wethouder of gedeputeerde tegen het eind van de ambtsperiode. Zou het niet voor de hand liggen om vervanging alleen mogelijk te maken als de ambtsperiode nog ten minste zestien weken duurt? Deze leden ontvangen graag een reactie van de regering op deze punten.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Algra (CDA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Anker (CU), Heijnen (PvdA) en Bilder (CDA).

Plv. leden: Teeven (VVD), Azough (GL), Van der Vlies (SGP), Joldersma (CDA), Smilde (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Cramer (CU), Kraneveldt-van der Veen (PvdA) en Van Haersma Buma (CDA).

Naar boven