32 206 Wijziging van de Wet wapens en munitie, houdende een volledig verbod van stiletto’s, valmessen en vlindermessen en verduidelijking van de Wet wapens en munitie (volledig verbod stiletto’s, valmessen en vlindermessen)

C MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 29 juli 2011

1. Inleiding

Met belangstelling heeft de regering kennis genomen van het voorlopig verslag van de vaste commissie voor Justitie. De regering waardeert de interesse van de leden van de fracties voor dit wetsvoorstel. In het navolgende wordt ingegaan op de vragen waartoe het wetsvoorstel de leden van deze commissie aanleiding heeft gegeven.

2. Duidelijkheid strafbaarstelling

De leden van de CDA-fractie vragen wat onder de categorie «opvouwbare messen» moet worden verstaan in de Wet wapens en munitie (Wwm) en onder welke omstandigheden een opvouwbaar mes moet worden aangemerkt als een wapen in de zin van de Wwm. Tevens wensen deze leden te vernemen of de verboden gedraging, die met dit wetsvoorstel wordt geïntroduceerd, voldoet aan het voorzienbaarheidsvereiste, bedoeld in de artikelen 7 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht. Ook de leden van de PvdA-fractie vragen de regering in te gaan op de omstandigheden waaronder het dragen van een opvouwbaar mes wel en niet strafbaar is.

Onder een «opvouwbaar mes» wordt verstaan een mes waarbij het lemmet in het heft kan worden opgeborgen door het lemmet en het heft, meestal door middel van een scharnier, ineen te vouwen. Stiletto’s, valmessen en vlindermessen worden ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Wwm beschouwd als opvouwbare messen. Het onderhavige wetsvoorstel voorziet erin dat alle stiletto’s, valmessen en vlindermessen verboden worden. Naast de genoemde messen bestaan er ook andere opvouwbare messen. Gedacht kan worden aan het door de leden van de CDA-fractie genoemde Zwitsers zakmes, maar ook aan kelnersmessen. Opvouwbare messen die een lemmet hebben met meer dan een snijkant of die in opengevouwen toestand langer zijn dan 28 centimeter vallen onder Categorie I van artikel 2, eerste lid, Wwm en zijn daarmee absoluut verboden in Nederland. Andere opvouwbare messen zijn in beginsel geen wapen in de zin van de Wwm en dus niet verboden. Onder omstandigheden kan een dergelijk mes echter toch als een wapen in de zin van de Wwm kwalificeren. Dit is het geval als gelet op de omstandigheden waaronder het opvouwbaar mes wordt aangetroffen, aannemelijk is dat het voor geen ander doel bestemd is dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand met een in beginsel toegestaan Zwitsers zakmes poogt een ander zijn portemonnee afhandig te maken. Alsdan kwalificeert het Zwitsers zakmes als een wapen in de zin van Categorie IV van artikel 2, eerste lid, Wwm. Tegen de drager van het Zwitsers zakmes kan dan handhavend worden opgetreden. Als hetzelfde Zwitsers zakmes daarentegen uitsluitend zou zijn gebruikt om een appel mee te schillen, zou het niet als wapen in de zin van de Wwm hebben gekwalificeerd. De aard van een voorwerp en de omstandigheden waaronder het voorwerp wordt aangetroffen, kunnen er derhalve toe leiden dat het voorwerp in een concreet geval als een wapen in de zin van artikel 2, eerste lid, Categorie IV van de Wwm moet worden beschouwd. Een algemeen verbod op opvouwbare messen wordt niet wenselijk geacht omdat dan ook tapijtmessen, hobbymessen, kelnersmessen, duikmessen en ouderwetse scheermessen verboden zouden worden. Deze messen dienen – anders dan vlindermessen, valmessen en stiletto’s – een maatschappelijk aanvaard gebruiksdoel en zijn uitsluitend verboden als ze gelet op de omstandigheden waaronder ze worden aangetroffen voor geen ander doel bestemd zijn dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. In de memorie van toelichting zijn twee voorbeelden gegeven van op zichzelf toegestane messen die onder de omstandigheden waaronder ze zijn aangetroffen toch verboden zijn: een klant die een mes draagt in een horecagelegenheid of een supporter die een mes meeneemt naar een risicowedstrijd. Zowel voor de horecaklant als de supporter geldt dat het voorzienbaar is wat de juridische consequenties zijn als hij het mes meeneemt naar de horecagelegenheid c.q. de risicowedstrijd, nl. dat dit verboden is. Aan het voorzienbaarheidsvereiste, bedoeld in artikel 7 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en artikel 1 van het Wetboek van Strafrecht, is daarmee voldaan.

In het wetsvoorstel zoals dat oorspronkelijk bij de Tweede Kamer was ingediend, was een nieuw onderdeel toegevoegd aan Categorie IV van artikel 2, eerste lid, Wwm. In dit nieuwe onderdeel was bepaald dat opvouwbare messen die niet vielen onder Categorie I, subonderdeel 2°, en gelet op aard en uiterlijk van het mes niet specifiek zijn vervaardigd voor regulier maatschappelijk aanvaarde gebruiksdoeleinden of onder de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen niet voor een regulier maatschappelijk aanvaard gebruiksdoel dienen, eveneens verboden zouden zijn. Bij nota van wijziging is dit nieuwe onderdeel echter vervallen omdat bij nader inzien het bestaande onderdeel 7° van Categorie IV voldoende duidelijk was en met deze bepaling reeds hetzelfde bleek te kunnen worden bereikt als met het oorspronkelijk nieuw voorgestelde onderdeel. Daardoor leidde het nieuwe onderdeel tot verwarring en was het beter het te laten vervallen. De terminologie waarover de leden van de PvdA-fractie een toelichting vragen en in verband waarmee deze leden problemen zagen, maakt derhalve geen deel meer uit van het thans bij uw Kamer voorliggende wetsvoorstel. Hiervoor is reeds uitgebreider ingegaan op de betekenis van het huidige onderdeel 7° van categorie IV.

3. Uitvoerbaarheid en handhaving

De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze het totaalverbod op stiletto’s, vlindermessen en valmessen zal worden gehandhaafd en wensen te vernemen of het wetsvoorstel invloed heeft op de controle op het schoolklimaat door de Onderwijsinspectie en de controles van kluisjes op scholen door de politie.

Dit wetsvoorstel ziet niet op een wijziging van de verantwoordelijkheidsverdeling of de taakverdeling tussen de politie en Onderwijsinspectie inzake kluiscontroles op scholen. De handhaving verandert niet in intensiteit, wordt dus niet minder maar ook niet meer. Wel zal de handhaving eenvoudiger worden omdat het onderscheid tussen legale en illegale vlindermessen, valmessen en stiletto’s wegvalt. Immers, alle stiletto's, valmessen en vlindermessen zijn na de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel verboden. Bovendien zal het voor jongeren moeilijker worden om aan dit type messen te komen, aangezien deze dan niet meer legaal kunnen worden gekocht. Hierbij is van belang dat een uitkomst is van het onderzoek dat voorafgaand aan dit wetsvoorstel is verricht1, dat de legale wapenhandel goed op de hoogte is van de wapenwet- en regelgeving en zich hieraan houdt.

De leden van de CDA-fractie vragen of kan worden aangegeven op welke wijze in samenwerking met andere landen de handel in wapens op internet, in onder andere stiletto’s, wordt aanpakt.

Binnen de politie wordt er thans niet proactief op het internet gerechercheerd naar illegale wapens. De pilot tot opsporing van de illegale handel in vuurwapens op internet van het Landelijk Platform Vuurwapens zal waarschijnlijk worden doorgezet als project binnen de politie in samenwerking met de douane.

3.1. Inleverplicht

De leden van de fracties van CDA, PvdA en SP vragen naar de wijze waarop de inleveractie wordt vormgegeven en of – en zo ja hoe – rekening wordt gehouden met de handel.

Drie maanden voor de inwerkingtreding van het verbod wordt een voorlichtingscampagne georganiseerd. Daarin zal duidelijk worden gemaakt dat er een inlevermogelijkheid is voorafgaand aan het verbod. Gedurende één week krijgen bezitters de gelegenheid de messen in te leveren bij de politie. Een inlevertermijn van een week is voor de politie goed te organiseren. De verwachting is dat iedereen die een mes wil inleveren bij de politie binnen een week een tijdstip zal kunnen vinden langs het politiebureau te gaan. De inleverweek zal tijdig worden gecommuniceerd in de voorlichtingscampagne. De inlevermogelijkheid is noodzakelijk omdat legale goederen illegaal worden. De overheid dient de burgers op een verantwoorde wijze de mogelijkheid te geven zich te ontdoen van de binnenkort verboden goederen. Het ligt echter niet in de lijn der verwachting dat er veel messen zullen worden ingeleverd. De grote winst van het wetsvoorstel is dat door de inwerkingtreding van het totaalverbod de politie naar verwachting bij aantreffen van een stiletto, valmes of vlindermes op straat gemakkelijker tot inbeslagname over zal kunnen gaan.

Voorafgaand aan de publiekscampagne heeft de politie al in een vroeg stadium de branche over de aanscherping van de regelgeving geïnformeerd. Handelaren hebben – op het moment dat het verbod wordt ingevoerd – ruimschoots de tijd gehad om hun inkoopbeleid en voorraadvorming daarop aan te passen.

Het College van procureurs-generaal zal, indien mensen ook andere wapens dan de binnenkort verboden stiletto’s, valmessen en vlindermessen inleveren, terughoudendheid betrachten bij de vervolging van verboden wapenbezit. Vervolging naar aanleiding van reeds verboden wapens kan echter niet worden uitgesloten, dat hangt af van de feiten en omstandigheden in een individueel geval.

De leden van de SP-fractie vragen nog specifiek hoe jongeren denken over de inleverplicht en of er onderzoek is gedaan naar de bereidwilligheid tot inleveren van jongeren.

In 2007 zijn pilots voor een algemene wapeninleveractie gestaakt, onder andere omdat er bij jongeren geen belangstelling bleek te bestaan voor het inleveren van hun wapens. Tijdens de totstandkoming van dit verbod is geen specifiek onderzoek gedaan naar de opstelling van jongeren ten aanzien van de inleverplicht. De voorlichtingscampagne die voorafgaat aan de inleverplicht zal vooral gericht zijn op jongeren. Er wordt aandacht besteed aan de schijnveiligheid die wapens bieden.

De leden van de CDA-fractie vragen of musea en organisatoren van tentoonstellingen, evenals verzamelaars, een ontheffing kunnen krijgen op het verbod en zo ja, welke voorwaarden aan deze ontheffingen worden verbonden.

Bevestigd kan worden dat er een ontheffingsmogelijkheid voor musea en tentoonstellingen bestaat. Ontheffingen kunnen worden afgegeven voor wapens en munitie die deel uitmaken van een verzameling. De aanvrager van de ontheffing dient aan te tonen dat hij betrouwbaar is en in georganiseerd verband een serieuze studie maakt van stiletto’s, valmessen en/of vlindermessen die gericht is op het verkrijgen en vastleggen van informatie die relevant is voor een bredere kring van personen, zoals wapendeskundigen, overheidsfunctionarissen, wetenschappers of historici.

De leden van de PvdA-fractie en de SP-fractie stellen een vraag over de verhouding tussen het voorgestelde verbod en het eigendomsrecht.

Er zijn drie categorieën eigenaren van de met dit wetsvoorstel te verbieden stiletto’s, valmessen en vlindermessen te onderscheiden. Dit zijn de handelaren, verzamelaars en overige eigenaars.

De handel is in een vroeg stadium geïnformeerd en heeft daardoor ruimschoots de tijd gehad het inkoopbeleid en de voorraadvorming aan te passen. De verzamelaars hebben de mogelijkheid een ontheffing aan te vragen. De overige particuliere eigenaren hebben over het algemeen relatief goedkope messen in eigendom. Het ontwikkelen en uitvoeren van een regeling ter compensatie van het verlies van eigendom van het mes brengt hoge kosten mee voor de overheid. Dit maakt de opzet van een compensatieregeling buitenproportioneel.

4. Tot slot

De vraag van de leden van de CDA-fractie of de bevoegdheid om «categorie I wapens toe te kennen aan de politie» ook ziet op andere handhavingsfunctionarissen, moet bevestigend worden beantwoord. Er bestaat behoefte aan de mogelijkheid om personen die deel uitmaken van de politie of andere opsporingsambtenaren categorie I wapens toe te kennen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de mogelijkheid om geluiddempers toe te kennen aan bijzondere bijstandseenheden als bedoeld in artikel 60 van de Politiewet of om persoonsbeveiligers uit te rusten met een uitschuifbare wapenstok.

Tot slot vragen de leden van de SP-fractie hoe feitelijk gerealiseerd wordt dat met de Wwm strijdige bepalingen in plaatselijke verordeningen komen te vervallen.

De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het in overeenstemming brengen van hun decentrale regelgeving met de wetgeving in formele zin.

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


X Noot
1

Rapport Aard en omvang verkrijgbaarheid verboden slag-, steek- en stootwapens in Nederland. 5 juni 2007. Holland Integrity Group B.V. in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum.

Naar boven