32 206 Wijziging van de Wet wapens en munitie, houdende een volledig verbod van stiletto’s, valmessen en vlindermessen, alsmede uitbreiding en flexibilisering van het verbod van opvouwbare messen en verduidelijking van de Wet wapens en munitie (volledig verbod stiletto’s, valmessen en vlindermessen)

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 17 augustus 2010

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt «, alsmede de uitbreiding en flexibilisering van het verbod van opvouwbare messen».

2. In de considerans vervalt «, het verbod van opvouwbare messen uit te breiden en te flexibiliseren».

3. In artikel I, onderdeel A, wordt «7» vervangen door: 7°.

4. Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

Het eerste lid, subonderdeel b komt als volgt te luiden:

b. In onderdeel 7° van Categorie IV vervallen «voor geen ander doel» en «dan».

5. Artikel I, onderdeel D, komt als volgt te luiden:

D

Artikel 4, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. toestellen en voorwerpen voor beroeps-, hulpverlenings-, trainings- en sportdoeleinden.

6. Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid, subonderdeel c, wordt «en» vervangen door: of.

b. Het vierde en vijfde lid worden vervangen door een nieuw vierde lid, luidende:

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het doen uitgaan van een wapen van categorie I, indien op basis van artikel 6 van het Besluit strategische goederen geen vergunning voor het uitvoeren van militaire goederen uit Nederland is vereist.

7. Artikel I, onderdeel F, komt te luiden:

F

Artikel 20, derde lid, komt als volgt te luiden:

3. Wanneer een lidstaat van de Europese Unie het land van bestemming of van doorvoer is van de wapens of munitie waarop de aanvraag betrekking heeft, doet de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer mededeling aan die lidstaat van het verlenen van het consent.

8. In artikel I, onderdeel H, wordt «onderdeel 4°, onderdeel 5° met betrekking tot kruisbogen, alsmede onderdeel 8°» vervangen door: onderdeel 4° en onderdeel 5° met betrekking tot kruisbogen.

9. In artikel I, onderdeel J, zesde lid, vervalt «onder meer».

10. Na artikel I, onderdeel J, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

K

Aan het slot van artikel 34, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Artikel 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

11. Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Aan het slot van artikel 42, vierde lid, van de Flora- en faunawet, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Artikel 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Toelichting

In deze nota van wijziging worden enkele onvolledigheden en inconsistenties verholpen. Daarnaast is geregeld dat het nemen van een beslissing op administratief beroep op grond van artikel 34 Wwm en artikel 42 Flora- en faunawet kan worden gemandateerd. Van de gelegenheid is voorts gebruik gemaakt om enkele redactionele verbetering aan te brengen. Hierna wordt iedere wijziging afzonderlijk toegelicht.

1. en 2. Het voorstel van wet introduceerde een nieuw onderdeel 7° in artikel 2, categorie IV, van de wet. In deze nota van wijziging vervalt dit onderdeel (zie onder 4) omdat bij nader inzien is gebleken dat met het bestaande onderdeel 7° reeds hetzelfde kon worden bereikt.

3. Dit betreft een redactionele verbetering.

4. De wijziging leidt ertoe dat het voorgestelde onderdeel 7° (nieuw) komt te vervallen. Bij nader inzien bleek hetzelfde te kunnen worden bereikt met het bestaande onderdeel 7°.

5. Dit betreft een redactionele verbetering.

6. Er worden enkele wijzigingen voorgesteld in artikel I, onderdeel E. In onderdeel c van het tweede lid is een verschrijving gecorrigeerd. Abusievelijk was daar het woord «en» vervangen door «of». Het vierde en vijfde lid zijn vervangen door een nieuw vierde lid dat duidelijker weergeeft dat het verbod om Categorie I-wapens te doen uitgaan niet geldt als deze wapens tevens militaire goederen zijn als bedoeld in het Besluit strategische goederen en er op grond van artikel 6 van dit besluit geen vergunning vereist is voor het uitvoeren uit Nederland.

7. Artikel I, onderdeel F, wordt gewijzigd. De wijziging die aanvankelijk onder F werd voorgesteld, bleek bij nader inzien niet nodig gelet op artikel 15 Wwm. Op grond van laatstgenoemd artikel kan de Minister van Justitie na overleg met de Minister van Economische Zaken bepalen dat op grond van de Algemene Douanewet afgegeven vergunningen, tevens gelden als consent in de zin van artikel 14.

De nieuwe tekst van onderdeel F herstelt een omissie en behelst een wijziging van artikel 20 Wwm, die nodig is in verband met de in het voorstel van wet voorgestelde wijziging van artikel 1, onderdeel 7°. De lidstaten van de Europese Unie zijn op grond het bepaalde in de Europese wapenrichtlijn (richtlijn 91/477/EEG), verplicht elkaar tijdig te informeren over ophanden zijnde wapenzendingen vanuit het eigen land naar andere EU-landen. Deze informatie-uitwisseling dient ter compensatie van de nadelige gevolgen ten aanzien van de veiligheid van de afschaffing van de douanecontrole aan de binnengrenzen van de Europese Unie. Nederland voldoet aan deze informatieverplichting door mededeling te doen van de verlening van een consent tot doorvoer of uitgaan aan de lidstaat waar de wapens naar toe zullen gaan. Dit is bepaald in artikel 20, derde lid, Wwm. Nu in artikel 1, onderdeel 7°, de zinsnede «met als bestemming een andere lidstaat van de Europese Unie» is vervallen, was aanpassing van artikel 20, derde lid, nodig.

8. Bij nader inzien is uitsluitend behoefte aan de mogelijkheid om vrijstelling van het verbod in artikel 26, vijfde lid, te kunnen verlenen in het kader van in verenigingsverband beoefende sporten en in het kader van door de minister aangewezen recreatieve activiteiten in daartoe gevestigde bedrijven met wapens lucht-, gas- of veerdrukwapens en kruisbogen. Het is niet goed voorstelbaar dat voorwerpen waarvan naar aard en omstandigheden redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ze voor geen ander doel zijn bestemd dan om personen letsel toe te brengen of te dreigen, recreatief worden gebruikt in daartoe gevestigde bedrijven, zodat aan een vrijstellingsmogelijkheid met het oog daarop geen behoefte bestaat.

9. Dit is een redactionele wijziging.

10 en 11. In artikel 34 Wet wapens en munitie en artikel 42 Flora- en faunawet wordt het administratief beroep opengesteld tegen beschikkingen die op grond van deze wetten zijn genomen door de korpschef respectievelijk de Belastingdienst en de Douane centrale dienst voor in- en uitvoer. Artikel 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt thans nog dat het nemen van een beslissing op administratief beroep niet gemandateerd kan worden. De consequentie hiervan is dat de minister alle beslissingen op administratief beroep zelf dient te ondertekenen. Dit is niet efficiënt. De beschikkingen waarover het gaat (bijvoorbeeld door de korpschef verleende wapenverloven en jachtakten) zijn meestal niet van zodanig gewicht dat die de persoonlijke aandacht van de minister vereisen.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch-Ballin

Naar boven