32 204
Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 9 december 2002 te Genève totstandgekomen Verdrag tot oprichting van het Agentschap voor internationale handelsinformatie en -samenwerking (AITIC), als inter-gouvernementele organisatie

A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2009

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 5 november 2009. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 5 december 2009.Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het voornemen tot opzegging van het op 9 december 2002 te Genève totstandgekomen Verdrag tot oprichting van het Agentschap voor internationale handelsinformatie en -samenwerking (AITIC), als inter-gouvernementele organisatie (Trb. 2003, 3 en 67).

Een toelichtende nota bij het voornemen tot opzegging treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Toelichtende nota

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State).In november 2001 werd in Doha (Qatar) tijdens de Ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) door enkele landen besloten, zich te zullen inzetten voor de verbetering van de onderhandelingspositie van ontwikkelingslanden in de WTO. De reden hiervoor was de geringe deelname van deze landen aan het multilaterale handelssysteem en de WTO. In maart 2002 kwam deze kwestie opnieuw aan de orde in Monterrey (VS) op een conferentie van de Verenigde Naties waar gesproken werd over de samenhang tussen de (verschillende vormen van) financiering van de ontwikkelingsagenda en de vereiste wederzijdse beleidsmaatregelen om de ontwikkelingsdoelen te bereiken.

Het secretariaat van de WTO heeft sinds 2002 een omvangrijk programma voor technische assistentie en training opgezet ten behoeve van de opbouw van kennis op handelsgebied in ontwikkelingslanden. Hieraan is financiële steun verleend door een steeds grotere groep landen. Nederland heeft vanaf het begin financieel aan dit programma bijgedragen.

Parallel hieraan heeft Nederland sinds 2003 ook het Agentschap voor internationale handelsinformatie en -samenwerking (AITIC) gefinancierd, samen met zes andere donoren (Denemarken, Finland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland). AITIC werd in 1998 als non-gouvernementele organisatie (ngo) opgericht in Zwitserland. Het stelde zich ten doel om de onderhandelingspositie van staten te verbeteren die reeds of nog niet lid zijn van de WTO en geen of een beperkte vertegenwoordiging in Genève hebben. Dit had onder meer betrekking op een groot aantal minst ontwikkelde landen (MOL’s) en voormalige Sovjet Republieken.

AITIC onderscheidde zich van reeds bestaande organisaties door het bieden van individuele steun die specifiek op de hulpbehoevende staten was afgestemd. De organisatie wilde ontwikkelingslanden ondersteunen door:

– op te treden als aanspreekpunt voor informatie op het gebied van handel, handelsactiviteiten en handelsgerelateerde technische samenwerking en capaciteitsopbouw voor ontwikkelingslanden;

– ondersteuning in het opdoen van kennis over handelsaangelegenheden en het WTO systeem; en

– ondersteuning in het navolgen van eigen handelsbeleiddoeleinden, in het voorbereiden van onderhandelingen en in andere WTO activiteiten.

De organisatie werd daartoe door middel van het Verdrag omgezet van een ngo in een intergouvernementele organisatie; dit Verdrag is op 30 april 2004 in werking getreden, onder andere voor het Koninkrijk der Nederlanden. De inzet was dat AITIC zich speciaal zou richten op het ondersteunen van ontwikkelingslanden die lid willen worden van de WTO en van kleine ontwikkelingslanden (met name MOL’s) die reeds WTO-lid zijn, maar onvoldoende in Genève aanwezig zijn en ook in hun hoofdstad over weinig onderhandelingscapaciteit beschikken. Nederland heeft AITIC gesteund met in totaal € 3 000 000 voor de periode 2004–2008.

Hoewel de activiteiten van AITIC hebben geleid tot meer kennis bij ontwikkelingslanden over de onderhandelingen en een beter voorbereide positie in het onderhandelingsproces, is gaandeweg twijfel ontstaan over de bereidheid van de organisatie om daadwerkelijk prioriteit te verlenen aan activiteiten voor de MOL’s. Dit hangt wellicht samen met de diversiteit binnen de groep ontvangende landen binnen AITIC, die inmiddels bestaat uit landen in alle inkomenscategorieën van de lijst van het Development Assistance Committee (de DAC-lijst) van ontwikkelingslanden.

Bij het aflopen van de eerste vijfjarenperiode in de financiering van AITIC eind 2008, hebben de zeven donoren gezamenlijk een externe evaluatie laten uitvoeren. Volgens de evaluatie heeft de organisatie weliswaar goed werk verricht, maar ontbreekt het aan effectiviteit en vooral de door Nederland en andere donoren gewenste focus op niet in Genève vertegenwoordigde landen en MOL’s. Mede vanwege de noodzaak om te komen tot maximale effectiviteit en verdere reductie van de beheerslasten is besloten om de vaste vijfjaarlijkse financiering van AITIC te beëindigen. Dit past ook in de opdracht met betrekking tot de taakstelling om reeds langer lopende activiteiten en programma’s kritisch te beoordelen op nut en noodzaak van continuering. Dit besluit is aan de Raad van Vertegenwoordigers, de Uitvoerende Raad en de Uitvoerende Directeur van AITIC medegedeeld; zij zijn hiermee akkoord gegaan.

Met het stopzetten van de vaste vijfjaarlijkse financiering vervalt de noodzaak partij te blijven bij het Verdrag. Aan AITIC is wel toegezegd dat in een afbouwfase nog financiering kan worden verleend aan kortlopende, door AITIC te formuleren projectvoorstellen ten behoeve van met name MOL’s.

Koninkrijkspositie

Het verdrag geldt alleen voor Nederland. Goedkeuring van het voornemen tot opzegging wordt derhalve alleen voor Nederland gevraagd.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. G. Koenders

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Naar boven