32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Uw Kamer heeft mij gevraagd een reactie te geven op de berichten dat de gevolgen van het besluit om de pulskor te verbieden, veel ingrijpender en breder zijn dan tot nu toe werd aangenomen.

Zoals ik in mijn Kamerbrief van 19 februari jl. (Kamerstuk 32 201, nr. 93) heb aangegeven zijn op woensdag 13 februari jl. de onderhandelingen van het Europees parlement, de Raad en de Europese Commissie afgerond met een politiek akkoord over de nieuwe Verordening Technische Maatregelen Visserij. Het politiek akkoord bevat een verbod op de pulsvisserij, met een beperkte overgangsperiode die naar verluidt geldt tot 1 juli 2021. Ook heb ik gemeld dat dit akkoord naar verwachting in maart 2019 ter stemming zal worden neergelegd in het Europees parlement en de Raad. Een definitief besluit moet dus nog worden genomen.

Daarnaast heeft uw Kamer ook in mijn brief over dit akkoord kunnen lezen (Kamerstuk 32 201, nr. 93), dat ik momenteel geen duidelijkheid kan geven aan de betreffende vissers. Ik realiseer me dat de behoefte aan duidelijkheid groot is, zeker voor de pulsvissers waarvan de vergunningen al in de komende maanden aflopen. Ik heb daarom toegezegd dat ik onmiddellijk na de stemming in Raad en Europees parlement de betrokken vissers zal informeren hoe ik om wil gaan met de afloop van hun vergunningen en of en zo ja welke transitieperiode voor hen zal gelden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven