32 201 Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2012

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 15 februari jongstleden wil ik uw Kamer hierbij informeren over de mogelijkheden om een einde te maken aan de discussie rond het handhaven van het motorvermogen van garnalenvaartuigen in de Waddenzee. Ondanks het feit dat tijdens reguliere controles door de NVWA nauwelijks overtredingen worden vastgesteld, is er binnen de garnalensector de overtuiging dat er op dit punt geen sprake is van een gelijk speelveld en dat het mogelijk is het systeem van meten, afstellen en verzegelen van motoren te omzeilen.

Deze problematiek is besproken binnen een werkgroep met daarin vertegenwoordigers van de (garnalen)sector, het Productschapvis, het ministerie van EL&I en de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Deze werkgroep kijkt in bredere zin naar het private handhavingsarrangement motorvermogen dat de overheid in 2005 met de sector is overeengekomen. Daarbij worden onder meer de afspraken tussen overheid en sector nog eens tegen het licht gehouden en gekeken waar zaken beter, tegen lagere kosten en/of efficiënter kunnen.

De werkgroep is nog niet gereed, maar geeft in een tussenrapportage aan voor de garnalensector naar een combinatie van mogelijke oplossingsrichtingen te kijken, waaronder de installatie van een black box aan boord. Deze kan vistijden, vaarsnelheid, vislocaties, schroefastoerental en brandstofverbruik meten, maar de huidige black box geeft niet rechtstreeks informatie over het gebruikte motorvermogen. Om te kijken of en hoe de informatie van de black box benut kan worden om overschrijdingen van het motorvermogen op te sporen, is nog een pilot nodig. Volgens de mij beschikbare informatie overweegt de sector nu om een voorstel voor een pilot project in te dienen in het kader van de € 2 mln die ik beschikbaar heb gesteld uit het Europees Visserij Fonds voor projecten rond het VIBEG-akkoord.

Ik sta in beginsel positief tegenover zo’n pilot. Ik verwacht dat de werkgroep motorvermogen de uitkomst van een eventueel pilotproject zal verwerken in haar eindadvies.

Ik zal uw Kamer op de hoogte brengen van dit eindrapport en de conclusies die ik hieruit trek.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven