32 197
Wijziging van de Wet milieubeheer, houdende aanpassing van hoofdstuk 2 aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en aanvulling, verduidelijking en vereenvoudiging van de in hoofdstuk 16 opgenomen regeling van de systemen voor de handel in broeikasgas- en NOx-emissierechten in verband met aanbevelingen uit het project Evaluatie Emissiehandel, proefprojecten voor de opslag van CO2 en wijzigingen van verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 386) (Aanpassingswet handel in emissierechten II)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 7 december 2009

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

1.Algemeen
2.Het schrappen van bepalingen uit hoofdstuk 2
3.Koppeling van Carbon Capture & Storage (CCS) aan het systeem van emissiehandel
4.Het schrappen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure
5.Het schrappen van verplichte vergunningvoorschriften
6.Bezit van Kyoto-eenheden
7.Lasten en voordelen, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, milieutoets

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van onderhavig wetsvoorstel. Zij zijn van oordeel dat dit wetsvoorstel op een praktische wijze invulling geeft aan de ervaringen die inmiddels met emissiehandel zijn opgedaan. Zij steunen de regering tevens in de ambitie om dubbele bepalingen in wetgeving te voorkomen. Met dit wetsvoorstel wordt op onderdelen ook versnelling van procedures gerealiseerd. De evaluatie laat naar het oordeel van deze leden zien dat dit zonder meer verantwoord is. Het wetsvoorstel geeft de leden van de CDA-fractie geen aanleiding tot het stellen van vragen.

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben met belangstelling kennis genomen van onderhavig wetsvoorstel. De leden van de PvdA-fractie zijn het in grote lijnen eens met de wijziging en steunen de regering in haarstreven om op dit vlak bureaucratie terug te dringen.

De leden van de SP fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de wetwijziging. De wijziging komt voor uit een aantal aanbevelingen uit de Evaluatie Emissiehandel uit 2007 en praktijkervaringen van de NEa. De leden staan niet onwelwillend tegenover de voorgestelde verbeteringen van de wetgeving en vergunningverlening maar hebben hierover toch enkele vragen en opmerkingen ter verduidelijking.

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de onderliggende wijziging van de Wet Milieubeheer. Zij willen graag nogmaals benadrukken dat zij van mening zijn dat ETS (de systemen voor de handel in broeikasgasemissierechten) zeer verstorend zal werken als het alleen in de Europese Unie wordt ingevoerd. Er zal sprake zijn van concurrentienadeel voor de Europese luchthavens en ook verwachten de leden van de VVD-fractie dat ETS zal leiden tot carbon leakage waardoor de uitstoot van broeikasgassen onverminderd hoog blijft. De leden vragen zich af hoe de regering met deze ontwikkelingen om wil gaan?

2. Het schrappen van bepalingen uit hoofdstuk 2

Het lijkt de leden van de SP-fractie niet meer dan logisch om de dubbelingen in wetgeving over ZBO’s uit de wetten te halen en de NEa onder te brengen onder het algemeen kader. Zijn de uitgezonderde bepalingen over belangenverstrengelingen en informatieplicht niet demate logisch, ook voor andere ZBO’s, dat ze in de Algemene Kaders opgenomen kunnen worden? Wordt een wijzigingsvoorstel van de Algemene Kaders hiervoor al door de regering voorbereid?

3. Koppeling van Carbon Capture & Storage (CCS) aan het systeem van emissiehandel

De leden van de PvdA-fractie vragen zich af waarom voor de koppeling van CCS aan het emissiehandelssysteem is gekozen voor de ingangsdatum van 2013? Waarom voorziet dit wetsvoorstel niet in randvoorwaarden waaraan CCS moet voldoen wil het aan het emissiehandelssysteem worden gekoppeld? Waar worden deze randvoorwaarden wel vastgelegd? Tot slot vragen de leden waarom er een voorbehoud wordt gemaakt bij de opmerking dat de verplichtingen van emissiehandel geleden voor het transport van CO2 naar een inrichting die CO2 opslaat?

De koppeling van CCS aan het ETS is nog wat voorbarig, zeker in deze fase van proefprojecten. De leden van de SP-fractie zijn geen voorstander van CCS. Het is een «end of pipe»-oplossing die op geen enkele wijze bijdraagt aan transitie naar een duurzame energievoorziening, integendeel zelfs. Op termijn, pas als de CCS-proefprojecten hun waarde hebben kunnen bewijzen, is die koppeling pragmatisch bezien echter logisch en onvermijdelijk. Het ETS gaat immers om de uitstoot van CO2 die de atmosfeer ingaat, en dat wordt met CCS voorkomen. De leden van de zien in de koppeling al een aanzienlijk financieel voordeel voor de vervuiler. Hoe verhoudt zich dit financiële voordeel tot de huidige rijksbijdrage aan de CCS-projecten? Vindt de regering dit niet een dubbele bonus voor deze minst ideale oplossing?

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat CCS geen definitieve oplossing biedt voor het energie- en het klimaatprobleem. De leden constateren daarbij dat CCS nog niet volledig operationeel is en daarbij grote maatschappelijke weerstand kent. Om deze redenen vragen de leden zich af wat het resultaat zal zijn van de koppeling van CCS aan het emissiehandelssysteem in 2013. Wat zal er in 2013 gebeuren als de CCS-techniek nog niet goed werkt? En waarom kiest de regering ervoor om CCS, waarbij sprake is van grote maatschappelijke weerstand, te koppelen aan een dergelijk emissiehandelssysteem?

4. Het schrappen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure

De leden van de SP-fractie hebben hun bedenkingen bij het schrappen van openbare voorbereidingsprocedures van emissievergunningen. Is het niet mogelijk binnen de vier maandentermijn die nu wordt gesteld mede voor toetsing van het monitoringsplan de openbare procedure parallel op te nemen?

5. Het schrappen van verplichte vergunningvoorschriften

De leden van de SP-fractie zien de voordelen van het opnemen in de wet van vergunningvoorschriften. De vraag die overblijft is waarom de mogelijkheid tot het opnemen van voorschriften in de vergunning wel gehandhaafd wordt? Met welk oogmerk en welke situaties is deze overweging door de regering gemaakt?

6. Bezit van Kyoto-eenheden

De leden van de SP-fractie menen dat het overschot aan emissierechten in Oost-Europa en de verminderde uitstoot vanwege de crisis aantonen dat er een lek zit in het ETS-systeem. Het bewaren van emissierechten is lucratief voor bedrijven maar drukt de prijs van de rechten en ondermijnt het hele handelssysteem. Er wordt nu slechts gekozen voor het laten vervallen van de tCER (temporary certified emission reduction unit) en de lCER (long term certified emission reduction unit). Waarom kiest de regering er niet voor om op alle rechten een uiterste houdbaarheidsdatum te stellen? Daarmee wordt negatief prijseffect voorkomen en wordt innovatie gestimuleerd.

7. Lasten en voordelen, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, milieutoets

De leden van de SP-fractie zetten vraagtekens bij de handhaafbaarheid van de emissiehandel. Is het slechts een administratieve handhaving of is er ook fysieke controle? Hoe ziet die fysieke controle eruit?

De voorzitter van de commissie

Koopmans

De adjunct-griffier van de commissie

Lemaier


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Van Heugten (CDA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Linhard (PvdA) en De Mos (PVV).

Plv. leden: Vendrik (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Pieper (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Vermeij (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Schermers (CDA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Elias (VVD), Thieme (PvdD), Algra (CDA), Ortega-Martijn (CU), Smeets (PvdA) en Agema (PVV).

Naar boven