32 196 Wijziging van de Geneesmiddelenwet in verband met de noodzaak enige technische verbeteringen aan te brengen in die wet, alsmede houdende wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de registratie in het BIG-register van verpleegkundigen die bevoegd zijn UR-geneesmiddelen voor te schrijven

Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 9 februari 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel II wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

In artikel 3, eerste lid, wordt na «verpleegkundige» onder vervanging van de punt aan het einde van dat begrip door een komma toegevoegd: gezondheidszorg maatschappelijk werker.

II

In artikel II wordt na onderdeel Ba een onderdeel ingevoegd, luidende:

Bb

Na artikel 33 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 9. Gezondheidszorg maatschappelijk werkers

Artikel 33a

Om in het desbetreffende register als gezondheidszorg maatschappelijk werker te kunnen worden ingeschreven, wordt vereist het bezit van een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene voldoet aan de daartoe bij algemene maatregel van bestuur gestelde opleidingseisen.

Artikel 33b

Tot het gebied van de deskundigheid van de gezondheidszorg maatschappelijk werker wordt gerekend het bevorderen van participatie, autonomie en zelfredzaamheid van mensen binnen hun sociale en maatschappelijke verbanden. De wisselwerking van de persoon in relatie met zijn omgeving wordt bevorderd door een combinatie van materiële praktische en immateriële psychosociale interventies, volgens bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen methoden.

Toelichting

Gezondheidszorg maatschappelijk werkers zijn vooral werkzaam in de tweede lijn. Het beroep gezondheidszorg maatschappelijk werker is onvoldoende beschermd. Een wettelijk kader is nodig om kwaliteit en het beroepsethisch handelen te garanderen.

Op dit moment geven de beroepsethische code en het beroepsprofiel van maatschappelijk werkers kaders waaraan hun handelen kan worden getoetst door middel van het verenigingstuchtrecht. Dit tuchtrecht is echter niet wettelijk ingekaderd en leidt daarmee ten hoogste tot schorsing uit de beroepsvereniging (royement) of het beroepsregister (verwijdering). Het beroep mag desondanks nog steeds worden uitgeoefend. Slechts 30% van de maatschappelijk werkers heeft zich vrijwillig geschaard onder het tuchtrecht. Slechts 12% is toetsbaar op investering in eigen professionalisering middels registratie in het beroepsregister.

Voor gezondheidszorg maatschappelijk werkers past een dergelijke vrijwilligheid en vrijblijvendheid niet. Met dit amendement wordt de kwaliteit van de maatschappelijk werker in de individuele beroepsuitoefening wettelijk geborgd en bevorderd.

Van Gerven

Naar boven