32 191 Wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2010

Op 28 september 2009 heb ik u geïnformeerd over het voornemen van het kabinet om in de Kieswet te regelen dat alleen lijstencombinaties die bij de provinciale statenverkiezingen in meer dan de helft van de provincies zijn aangegaan als een lijstencombinatie gelden voor de Eerste Kamerverkiezing (Kamerstukken I 2009/10, 32 123 IIA, A). Het wetsvoorstel ter zake is op 29 oktober 2009 ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2009/10, 32 191).

Naar aanleiding van genoemde brief heeft op 1 december 2009 een mondeling overleg plaatsgevonden met de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin uit de Eerste Kamer (Kamerstukken I 2009/10, 32 123, IIA, C). Daar zijn de bezwaren besproken die naar het oordeel van deze commissie kleven aan de oplossing die in het wetsvoorstel is neergelegd. Vervolgens heeft deze commissie medegedeeld dat zij een alternatieve regeling prefereert (Korte aantekening van de leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin van 8 december 2009; kenmerk 40483/HM/LD). Zij denkt hierbij in eerste instantie aan het verbinden van kandidatenlijsten op basis van een verbinding die is aangegaan tussen politieke groeperingen. Vervolgens denkt zij eraan toe te staan dat de kandidaatstelling en lijstverbinding door kandidaatstatenleden worden verricht. Indien deze alternatieven niet mogelijk zijn, geeft een meerderheid van de commissie de voorkeur aan het schrappen van de mogelijkheid om lijstverbindingen aan te gaan.

Het kabinet heeft de bezwaren van de vaste commissie tegen de regeling in het wetsvoorstel gewogen en in eerste instantie een nota van wijziging voorbereid waarmee het verbinden van kandidatenlijsten wordt gebaseerd op geregistreerde associaties tussen politieke groeperingen. Over dit voorstel hebben de Kiesraad en de Raad van State onlangs negatief geadviseerd. De Kiesraad concludeert dat het voorstel onnodig complex en afwijkend van het systeem van de Kieswet is. De Raad van State oordeelt dat het voorstel in strijd met artikel 55 van de Grondwet is. Het kabinet volgt deze conclusie van de Raad van State. Omdat de bezwaren van de Raad ook gelden voor een regeling die toestaat dat kandidaat-statenleden de kandidaatstelling en lijstverbinding verzorgen, is in de nota van wijziging uiteindelijk gekozen voor het schrappen van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties voor de Eerste Kamerverkiezing.

Deze nota van wijziging is op 13 april jl. aan de Tweede Kamer aangeboden, tezamen met de nota naar aanleiding van het verslag en een tweede nota van wijziging, waarin enkele aanbevelingen van de Kiesraad met betrekking tot de Eerste Kamerverkiezingen zijn overgenomen en waarin, naar aanleiding van de motie-Pechtold (Kamerstukken II 2009/10, 32 123 X, nr. 81), de mogelijkheid wordt gecreëerd om militaire missies aan te wijzen ten behoeve waarvan aldaar briefstembureaus worden ingesteld.

Ik hecht er aan u hierover te informeren. Voor een nadere toelichting op de gemaakte afwegingen verwijs ik u kortheidshalve naar de genoemde stukken1, die ik u hierbij doe toekomen.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XNoot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 144984.02.

Naar boven