32 188
Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering ter implementatie van kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 26 februari 2009 tot wijziging van kaderbesluit 2002/584/JBZ, kaderbesluit 2005/214/JBZ, kaderbesluit 2006/783/JBZ, kaderbesluit 2008/909/JBZ en kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces (PbEU L 81)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 maart 2010

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel II, onder B, wordt artikel 13a, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, aanhef, wordt «hij» vervangen door: de veroordeelde.

2. In onderdeel b, onder 2° en 3° vervalt «de veroordeelde».

3. In onderdeel b, onder 3° wordt «het oorspronkelijke beslissing» vervangen door: de oorspronkelijke beslissing,.

B

In artikel II, onder F, wordt in artikel 24a, eerste lid, onder 3°, na «de oorspronkelijke beslissing» een komma geplaatst.

C

In artikel III wordt «dat luidende» vervangen door: luidende.

Toelichting

De voorgestelde wijzigingen zijn louter taalkundig van aard.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven