32 186 (R 1901)
Wijziging van verschillende rijkswetten in verband met de verkrijging van de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk door Curaçao en Sint Maarten en de toetreding van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot het Nederlandse staatsbestel (Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen)

nr. 9
BRIEF VAN DE STATEN VAN ARUBA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2010

Onder verwijzing naar uw brief d.d. 20 januari 2010, betreffende de behandeling van het voorstel van rijkswet 32 186 (R 1901) informeer ik u dat de uiterlijke datum van 5 februari 2010 voor indiening van het verslag de Staten van Aruba niet uitkomt. Gegeven de volle agenda van de nieuwe Staten van Aruba zal het verslag van de betreffende voorstel van rijkswet op een later tijdstip worden opgestuurd. Volledigheidshalve informeer ik u dat het niet ontvangen van een verslag van de Staten van Aruba op de door u vastgestelde deadline niet automatisch impliceert dat het geen verslag dan wel een blanco verslag betreft.

De Staten van Aruba is zich bewust van het belang van de behandeling van de voorstellen voor rijkswet in het kader van de ontmanteling van de Nederlandse Antillen, en is zeker welwillend haar medewerking hieraan te verlenen. Doch, ik stel het niet op prijs dat de korte deadlines voor de verslagen eenzijdig worden bepaald, aangezien wij ook rekening moeten houden met onze agenda. Ik ben gewend op een georganiseerde en gestructureerde wijze te werken en hiervoor is een goede communicatie en betere afstemming van belang om samen de klus te klaren. Ik stel het zeer op prijs indien de communicatielijnen tussen de drie parlementen van het Koninkrijk op een betere wijze kunnen worden georganiseerd. Een dergelijke werkwijze werkt in het belang van de nieuwe verhoudingen binnen het Koninkrijk.

Voor wat betreft de deadlines voor de verslagen van de Staten van Aruba van de nog te behandelen voorstellen van rijkswet in het kader van de ontmanteling van de Nederlandse Antillen stel ik voor om deze in gezamenlijk overleg tussen de drie parlementen te bepalen. Dit laatste zal het onderwerp worden voor ons afspraak voor telefonisch contact voor woensdag 3 februari 2010 om 7.30 uur Arubaanse tijd.

Van uw secretaresse is op 22 januari jl. en hedenochtend vernomen dat telefonisch contact tussen ons niet eerder kan, en louter mogelijk is via afspraak met vermelding van onderwerp. Ik verzoek u dan ook vriendelijk doch dringend om de communicatiekanalen tussen de voorzitters van de parlementen van het Koninkrijk toegankelijker te maken. Ik ben bereikbaar via de gangbare kanalen van de Staten van Aruba, maar voor dringende zaken ben ik direct bereikbaar via een bij u bekend mobiel telefoonnummer.

Een afschrift van deze brief zal aan mijn collega Voorzitter van de Staten van de Nederlandse Antillen en Voorzitter van de commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken ter kennisneming worden aangeboden.

Rest mij nog u een fijne dag toe te wensen.

Met de meeste hoogachting,

Voorzitter Staten van Aruba,

R. A. Lee

Naar boven