nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Telecommunicatiewet
te wijzigen in verband met de bewaartermijn voor gegevens met betrekking tot
internettoegang, e-mail over het internet en internettelefonie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 13.2a, derde
lid, komt te luiden:
3. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden door de aanbieders
bewaard gedurende een periode van:
a. twaalf maanden voor gegevens in verband met telefonie over een
vast of mobiel netwerk, bedoeld in de bij deze wet behorende bijlage, onder
A, of
b. zes maanden voor gegevens in verband met internettoegang, e-mail
over het internet en internettelefonie, bedoeld in de bij deze wet behorende
bijlage, onder B, gerekend vanaf de datum van de communicatie.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Staatssecretaris van Economische Zaken,