32 173 Prinsjesdagstukken

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 september 2016

Het lid van uw Kamer Van Raak (SP) heeft bij de regeling van werkzaamheden van 13 september 2016 gevraagd om directe openbaarmaking van de begrotingsstukken (Handelingen II 2015/16, nr. 110, Regeling van werkzaamheden).

Ik hecht eraan hier mijn opmerking bij de beantwoording van de mondelinge vragen van de heer Van Raak te herhalen dat ik de lekkages van mogelijke inhoud van begrotingsstukken betreur (Handelingen II 2015/16, nr. 110, Vragen van het lid Van Raak over het uitlekken van de stukken voor Prinsjesdag).

Het kabinet heeft met de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer in het voorjaar (opnieuw) de afspraak gemaakt dat de Kamers de Prinsjesdagstukken op vrijdag vóór Prinsjesdag onder embargo ontvangen. Op Prinsjesdag zelf worden de stukken openbaar gemaakt. Deze afspraak is zorgvuldig en na meerdere gesprekken met de beide Kamervoorzitters tot stand gekomen.

Ten onrechte bestaat de indruk dat de stukken al geruime tijd zijn afgerond en klaarliggen voor openbaarmaking. In de praktijk worden de adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State de week voor Prinsjesdag ontvangen waarbij bedacht dient te worden dat een advies van de Raad van State op een deelbegroting invloed kan hebben op andere begrotingen. Daarnaast is het kabinet zelf tot in de laatste week bezig met aanpassingen. Tenslotte strookt het voor Prinsjesdag openbaar maken van begrotingswetten niet met de Grondwet (artikelen 65 en 105) die voorschrijft dat indiening van deze wetten plaatsvindt op Prinsjesdag.

Hoezeer ik de lekkages ook betreur, ik zie geen reden om van de met de Kamervoorzitters gemaakte afspraken af te wijken.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven