32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven en bij recidive van misdrijven

Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 16 maart 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, vervalt in artikel 22b, eerste lid, onder a, de zinsnede «en dat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad».

II

In artikel I, onderdeel C, wordt aan artikel 22b een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Van het eerste lid, onder a, kan worden afgeweken indien het misdrijf geen ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer ten gevolge heeft gehad.

Toelichting

Door dit amendement wordt beoogd als uitgangspunt bij de oplegging van taakstraffen te laten gelden dat een delict waarvoor het strafmaximum zes jaar of meer is, een zwaar delict is, waarvoor geen taakstraf opgelegd kan worden.

Alleen wanneer er geen sprake is van een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit kan van deze hoofdregel worden afgeweken. Omdat het een afwijking betreft, dient er bij toepassing daarvan sprake te zijn van een zorgvuldige en duidelijke motivering waarom er in het specifieke geval wel een taakstraf wordt opgelegd.

Van der Staaij

Naar boven