32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek en DNA-onderzoek naar uiterlijk waarneembare persoonskenmerken van het onbekende slachtoffer en de regeling van enige andere onderwerpen

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID RECOURT

Ontvangen 12 april 2011

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 151a, eerste lid, na de derde volzin een volzin toegevoegd, luidende: Aan een groep derden van meer dan vijftien personen kan slechts na schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie worden verzocht celmateriaal af te staan.

Toelichting

Indiener is van mening dat voor een grootschalige DNA-onderzoek een schriftelijke machtiging van de rechter-commissaris vereist is. Het betreft het ingrijpen in de persoonlijke integriteit van mensen die voor het overgrote deel niet betrokken zijn bij een misdrijf. Hiermee moet je niet lichtvaardig omgaan. De machtiging van de rechter-commissaris moet zorgen voor een welafgewogen beslissing omtrent het grootschalig DNA-onderzoek. Nu de rol van de rechter-commissaris meer een toezichthoudende rol krijgt, past dit bij zijn nieuwe takenpakket zoals die vorm krijgt in het wetsvoorstel Wet versterking positie rechter-commissaris. Door de rechter-commissaris een machtiging te laten afgeven kan hij beoordelen of in die zaak een grootschalig DNA-onderzoek proportioneel is. De rechter-commissaris zal naar het oordeel van de indiener allereerst dienen te beoordelen of alle middelen zijn ingezet in het opsporingstraject en dat slechts een grootschalig DNA-onderzoek tot ontknoping van het misdrijf kan zorgen.

Recourt

Naar boven