32 163 Verhoging AOW-leeftijd

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2017

In de Algemene Ouderdomswet (AOW) is de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd vastgelegd. Vanaf 2022 is de AOW-gerechtigde leeftijd automatisch gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Daartoe is in de wet vastgelegd dat een eventuele verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De verhoging op basis van de resterende levensverwachting wordt telkens vijf jaar van te voren aangekondigd. Vorig jaar is de AOW-gerechtigde leeftijd vanaf 2022 vastgesteld op 67 jaar en drie maanden. Voor 2023 zal deze gelijk blijven.

Het CBS heeft heden de raming van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor 2023 en 2029 bekend gemaakt. Daarbij is onder andere gebruik gemaakt van drie jaars gemiddelde sterftecijfers. Het CBS gaat in de nieuwe prognoses uit van een gemiddeld resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 20,48 in 2023 en van 21,15 in 2029. We blijven dus ouder worden, waarbij de stijging van de resterende levensverwachting wel op een lager niveau ligt dan vorig jaar door het CBS is geraamd en op basis waarvan op grond van de geldende wetssystematiek vorig jaar de AOW-leeftijd is verhoogd. Samen met het CBS zal ik het komende jaar kijken naar de dieper liggende oorzaken van de schommeling in het meerjarig beeld en de daarmee samenhangende stabiliteit van de prognose onderzoeken.

Op grond van artikel 7a, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet en deze prognose voor 2023 wordt de AOW-leeftijd vastgesteld. Dit gebeurt aan de hand van de formule die in dit wetsartikel staat. Deze formule in de wet voorziet in een opwaartse koppeling bij stijging van de resterende levensverwachting. Nu deze stijging niet plaatsvindt gaat de AOW-gerechtigde leeftijd voor het kalenderjaar 2023 niet omhoog en blijft deze op 67 jaar en drie maanden. De betreffende mededeling zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven