32 163
Verhoging AOW-leeftijd

nr. 18
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2010

Op 23 december jl. hebben wij u de kabinetsvoornemens ten aanzien van het flankerend beleid rond de verhoging van de AOW-leeftijd aangeboden (Kamerstuk 32 163, nr. 16). Deze kabinetsvoornemens zien op duurzame inzetbaarheid in arbeid, een overbruggingsuitkering voor oudere werklozen en de mogelijkheid tot vervroeging van de ingangsdatum AOW. Mede in verband met uw schriftelijk verzoek van 9 december jl. hebben wij het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd de houdbaarheidseffecten van deze flankerende maatregelen door te rekenen. Deze doorrekeningen treft u bijgaand1.

Het CPB komt tot de conclusie dat de overbruggingsuitkering voor oudere werklozen en de mogelijkheid tot vervroeging van de ingangsdatum van de AOW een klein negatief effect hebben op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De houdbaarheidswinst van 0,7% blijft in stand.

Het CPB geeft aan dat de maatregelen inzake duurzame inzetbaarheid nog onvoldoende uitgewerkt zijn om mee te nemen in de berekeningen. Overigens is ons uitgangspunt bij de nadere uitwerking van het duurzaam inzetbaarheidsbeleid dat de houdbaarheidswinst van 0,7% intact blijft.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven