32 163
Verhoging AOW-leeftijd

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2009

In het AOW-debat van 12 november jl. heb ik n.a.v. de inbreng van dhr. Pechtold en dhr. Rutte toegezegd aan het CPB een doorrekening te zullen vragen van de houdbaarheidsopbrengst wanneer de verhoging van de AOW-leeftijd met 2 jaar geleidelijk zou geschieden (in 24 stappen vanaf 2011) in vergelijking met de in twee stappen in 2020 en 2025 in het kabinetsvoorstel.

Het CPB is gevraagd wat de effecten van een alternatieve invoeringstermijn zullen zijn. Het CPB verwijst voor het antwoord naar de CPB notitie uit 2006 «Varianten voor de Studiegroep Begrotingsruimte: effecten op houdbare overheidsfinanciën» (zie bijlage).1 Hierin op blz. 5 is te lezen dat de budgettaire effecten van een variant waarin de verhoging van de pensioenleeftijd in 24 stappen zou geschieden vergelijkbare budgettaire effecten sorteren als een variant waarin de pensioenleeftijd in twee stappen wordt verhoogd. In beide gevallen is de opbrengst in termen van houdbaarheid 0,7% BBP (zie bijlage CPB Memorandum «Verhoging AOW-leeftijd en dekkingsgraad», pagina 2).1

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven