Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2011
Op 21 december 2010 heb ik uw Kamer een onderzoeksrapport gestuurd (Kamerstuk 32 156, nr. 26) over de vraag in hoeverre gemeenten gereed zijn voor de veranderende rol en taken als gevolg van de Beleidsbrief Modernisering
Monumentenzorg. Met andere woorden: in hoeverre zijn gemeenten «MoMo-proof»? Dit als antwoord op de zorgen die er in de samenleving
en bij uw Kamer leven over capaciteit en kennis bij gemeenten op het gebied van monumentenzorg. Bij de aanbieding van dit
onderzoeksrapport heb ik aangegeven een groot deel van de aanbevelingen van onderzoeksbureau AEF over te nemen door te investeren
in kennisoverdracht aan en ondersteuning van gemeenten. Een van de concrete maatregelen daartoe is de Handreiking Erfgoed
en Ruimte.
In de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (Kamerstuk 32 156, nr. 2, vergaderjaar 2009–2010) wordt ruim aandacht besteed aan de inbedding van cultuurhistorische waarden in de ruimtelijke ordening. Eén van de maatregelen op dit gebied is de aanpassing van
het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het voorstel hiertoe heb ik in voorhang aan uw Kamer gezonden en zal per 1 juli aanstaande
in werking treden. Gemeenten moeten als gevolg hiervan bij het opstellen van bestemmingsplannen aangeven hoe ze met hun erfgoed
omgaan. Dat lijkt eenvoudig, maar het vereist inzicht en kennis in het aanwezige erfgoed, en kennis over hoe je daar in het
ruimtelijke proces mee om kan gaan. Om gemeenten te ondersteunen bij deze opdracht heb ik een (digitale) Handreiking Erfgoed
en Ruimte laten maken die vanaf vandaag voor iedereen toegankelijk is via www.cultureelerfgoed.nl/handreikingerfgoedenruimte.
Ter informatie treft U tevens een brochure aan ter introductie van de handreiking.1
De handreiking is tot stand gekomen met een brede inzet van partijen en deskundigen uit zowel de wereld van het erfgoed als
de ruimtelijke ordening zoals onder andere VNG, IPO, Federatie Grote Monumentengemeenten, Convent van Gemeentearcheologen,
NEPROM, BNSP en (N)LTO. Daarnaast hebben vele gemeenten en adviesbureaus op het gebied van zowel ruimtelijke ordening als
cultuurhistorie meegedacht en bijgedragen. Vanuit het Rijk zijn naast de RCE ook de ministeries van (thans) I&M en EL&I betrokken.
De handreiking is opgesteld door Novioconsult.
De Handreiking Erfgoed en Ruimte biedt een breed scala aan werkwijzen en methoden. Het is ook niet zo dat er maar één goede
manier van omgang met erfgoed is. Gemeenten hebben zelf de ruimte om hun eigen route te kiezen. De handreiking is dan ook
geen voorschrift maar legt de nadruk op repertoire en geeft goede voorbeelden.
Het is mijn voornemen om de handreiking de komende jaren verder te ontwikkelen en van nieuwe informatie en kennis te voorzien.
Dit zal – net als bij de totstandkoming van de handreiking – gebeuren in open dialoog en wisselwerking met het veld om de
handreiking zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de behoefte en vragen vanuit dat veld. De Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed zal de uitvoering hiervan ter hand nemen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
H. Zijlstra