32 156 Monumentenzorg

Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2024

Op 5 juli 2019 en op 14 oktober 2019 is uw Kamer geïnformeerd over de bevindingen van een expeditie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en de Koninklijke Marine naar twee van de vier in de Tweede Wereldoorlog gezonken onderzeeboten in de wateren van Maleisië.1 De verdrietige conclusie van die expeditie was dat de wrakken van zowel de O16 als de KXVII, tevens de laatste rustplaats van de omgekomen bemanningsleden, als gevolg van illegale bergingen grotendeels zijn verdwenen.

In de afgelopen weken heeft een tweede expeditie plaatsgevonden, waarbij ook de locaties van de twee andere onderzeeboten, de KXVI en de O20, zijn onderzocht. De expeditie is wederom uitgevoerd door de RCE en de Koninklijke Marine in goede samenwerking met de Maleisische autoriteiten, die in deze missie alle medewerking hebben verleend. Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken informeren wij u over de bevindingen van dit onderzoek.

De expeditie heeft uitgewezen dat ook de KXVI illegaal is geborgen. Gezien de sporen ter plaatse moet dit reeds meerdere jaren geleden gebeurd zijn. Voor de nabestaanden in het bijzonder, is het uiterst spijtig dat dit de uitkomst is. Maar ook wij betreuren dit zeer. Het verstoren van oorlogsgraven en het weghalen van wrakken van oorlogsschepen zijn in strijd met het internationaal recht. We zetten nu in op onderzoek naar hoe dit kan zijn gebeurd. We hebben de Maleisische autoriteiten gevraagd ons hierbij te helpen.

Uit de missie is tevens gebleken dat het wrak van de O20 nog altijd op de zeebodem ligt. De komende tijd wordt met de Maleisische autoriteiten overlegd om afspraken te maken over de duurzame vormgeving van het gezamenlijk beheer van deze wraklocatie. We zullen ons ervoor inspannen dat het wrak van de O20 intact wordt gelaten.

De bevindingen van de expeditie roepen gemengde gevoelens op. Wrakken van gezonken marineschepen vormen in veel gevallen, zo ook hier, de laatste rustplaats van militairen die het hoogste offer brachten voor ons land. We zijn daarom geraakt door de verdwijning van het wrak van de KXVI. Dat de O20 nog op de zeebodem ligt, biedt hoop dat we dit wrak kunnen behouden als laatste rustplaats en als plek van herinnering.

Inmiddels zijn ook de nabestaanden geïnformeerd over de bevindingen van de expeditie. Op een later moment zal voor hen een uitgebreidere toelichting worden verzorgd.

We leven mee met de nabestaanden. De Nederlandse leden van de expeditie hebben op zee een herdenkingsceremonie gehouden uit respect voor de gevallenen van beide gezonken onderzeeboten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

De Minister van Defensie, R.P. Brekelmans


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 32 156, nr. 100 en vergaderjaar 2019–2020, 32 156, nr. 102

Naar boven