Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2023
Met mijn brief over de Verkenning financiering monumentenzorg van 12 juni 2023 heb
ik eenmalig € 15 miljoen extra budget beschikbaar gesteld om een aantal urgente restauraties
van grote monumenten te ondersteunen.1 Ik heb aan de provincies gevraagd om een voorstel te doen welke projecten binnen
het beschikbare budget kunnen worden ondersteund. De criteria die ik daarbij heb meegegeven
waren dat provincies eenzelfde extra bijdrage leveren, de restauraties een hoge bouwkundige
urgentie hebben en projecten startklaar zijn.
De provincies hebben naar aanleiding hiervan aangegeven dat het voor hen niet haalbaar
is om nog in het kalenderjaar 2023 de volledige € 15 miljoen te matchen. Daarom heb
ik besloten om, eenmalig, ook de bijdrage van gemeenten mee te laten tellen. Op basis
van de informatie die provincies hebben aangedragen, is de volgende verdeling tot
stand gekomen:
-
– Flevoland: € 1.122.661 (Poldertoren in Emmeloord)
-
– Noord-Brabant: € 1.908.775 (Fort Sabina en botenloods in Willemstad)
-
– Noord-Holland: € 10.000.000 (Aquarium Artis in Amsterdam)
-
– Overijssel: € 1.211.596 (Bovenkerk in Kampen)
Inclusief de bijdrage van provincies en gemeenten komt hiermee in totaal € 28,4 miljoen
beschikbaar voor urgente restauraties van grote monumenten.
Ten slotte voeg ik het restant van de € 15 miljoen die ik beschikbaar stel, ter hoogte
van € 756.968, toe aan de Restauratiefondsplus-hypotheek (Rfh+) van het Nationaal
Restauratiefonds. Met deze laagrentende leningen worden eveneens urgente restauraties
van grote monumenten ondersteund.
In de gesprekken over de verdeling van de middelen is door de provincies meermaals
aangegeven dat deze vier gevallen slechts «het topje van de ijsberg» zijn. Voor de
komende jaren verwachten zij een omvangrijkere restauratieopgave.
De restauratieopgave is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zoals aangekondigd
in mijn brief over de Verkenning financiering monumentenzorg zal ik samen met de provincies
en gemeenten onderzoeken wat er langjarig nodig is om de restauratieopgave het hoofd
te bieden. Onderdeel daarvan is een helder beeld te krijgen van de concrete restauratie-
en financieringsopgave voor grote monumenten. Daarbij zal voortgebouwd worden op het
rapport dat in 2020 in opdracht van IPO is opgesteld door bureau Fenicks. Dit rapport
komt tot een totale restauratieopgave van € 850 miljoen.2 Onderzocht moet worden of deze ruwe schatting nog actueel is en wat de gemiddelde
financieringsbehoefte per jaar is. Dit onderzoek vindt op dit moment plaats en zal
in de eerste maanden van 2024 gereed zijn. Het onderzoek wordt in nauwe samenwerking
met IPO en VNG uitgevoerd. De uitkomsten zullen medio 2024 worden gedeeld in de reeds
genoemde Kamerbrief over het tweede deel van de Verkenning financiering monumentenzorg.
Ik ben mij ervan bewust dat er nog een grote opgave ligt. Desondanks ben ik zeer verheugd
dat met de middelen die nu ter beschikking zijn gesteld een aantal zeer belangrijke
en waardevolle monumenten in goede staat kan worden gebracht en doorgegeven aan volgende
generaties.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu