32 156 Monumentenzorg

Nr. 107 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2020

Per brief heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij gevraagd de Tweede Kamer vooraf te informeren over een concreet besluit tot oprichting van een kenniscentrum op het terrein van opsporing van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog.

Ik kan u melden dat ik na overleg met betrokken partijen voornemens ben aan Rijkswaterstaat de opdracht te verstrekken bovengenoemd kenniscentrum op te richten en te beheren. Hiermee wordt invulling gegeven aan een al langer gekoesterde wens van gemeenten. Het omgaan met conventionele explosieven vraagt specifieke expertise en het kenniscentrum zal hierbij gaan faciliteren.

Het op te richten kenniscentrum heeft drie kerntaken: het dienen als informatiebaak, het initiëren en coördineren van een onderzoeksprogramma en het ontwikkelen van een afwegingskader aan de hand waarvan een gemeente een beslissing kan nemen om al dan niet tot ruiming van explosieven over te gaan. Het kenniscentrum heeft in eerste instantie een looptijd van vier jaar. Tegen het einde van deze periode volgt een evaluatie op basis waarvan wordt besloten over een eventueel vervolg. De kosten van het kenniscentrum zijn over een periode van 4 jaar geraamd op in totaal € 3,6 miljoen. De financiering wordt gevonden binnen het beschikbare budget in het gemeentefonds voor de gemeentelijke kosten van het ruimen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog.

Ik ben verheugd dat we 75 jaar na de bevrijding van ons land deze belangrijke stap kunnen zetten en vertrouw op een goede samenwerking met alle betrokken partijen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven