nr. 2
VOORSTEL
In de Regeling parlementair en extern onderzoek wordt na artikel 9 een
artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9a
In het kader van parlementair onderzoek als bedoeld in artikel 1, tweede
lid, onder a, neemt de enquêtecommissie bij de uitoefening van de bij
de Wet op de parlementaire enquête 2008 verleende bevoegdheden tegenover
de personen en rechtspersonen, genoemd in artikel 14 van die wet, de vereiste
zorgvuldigheid in acht.
Toelichting
Op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
hebben de initiatiefnemers van de inmiddels in werking getreden Wet op de
parlementaire enquête 2008 (de leden Van de Camp, Depla, Griffith en
Van der Staaij) een onderhoud gehad met deze minister over de uitvoering van
de motie-Rehwinkel c.s. (Kamerstuk 30 415, nr. J). Deze in de Eerste
Kamer aangenomen motie geeft in overweging in de Wet op de parlementaire enquête
of anderszins een nadere regeling op te nemen van een verschoningsrecht op
non-incriminatie (zwijgrecht) alsmede van de binnentredingsbevoegdheid.
In dat gesprek hebben deze initiatiefnemers nogmaals het standpunt van
de Kamer naar voren gebracht, te weten dat er thans geen aanleiding is om
de Wet op de parlementaire enquête 2008 te wijzigen naar aanleiding
van de eerder genoemde motie. Eerst dient enige ervaring met nieuwe wet te
worden opgedaan. Op grond daarvan kan worden bepaald of een wetswijziging
nodig is; zie Kamerstuk 30 415 nr. 18 en Handelingen II 2007/08, nr.
94, blz. 6664.
Waar de initiatiefnemers en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
niet over van mening verschillen is dat een enquêtecommissie zorgvuldig
dient om te gaan met de haar toegekende bevoegdheden jegens burgers en rechtspersonen.
De initiatiefnemers stellen daarom voor dat in de Regeling parlementair en
extern onderzoek een bepaling wordt opgenomen waarin een enquêtecommissie
in algemene bewoordingen wordt opgedragen op een zorgvuldige wijze om te gaan met de bevoegdheden welke zij jegens burgers en rechtspersonen
kan inzetten.
Dit wijzigingsvoorstel strekt tot het opnemen van deze bepaling.
Van der Staaij
Griffith
Depla